METSELAARS EN BEELDHOUWERS IN MUNSTER MET ONZE NAAM.

 

(familieblad No. 18 – mrt 1979, blz. 473)

 

Uit de stadsrekeningen van Munster komen een aantal mensen voor de dag wier namen beurtelings als CATHMAN, CATMAN of KATMANN, ook als KOETMANN en KOTMANN geschreven worden met tot slot de variatie ZUM KOTTEN, die met hun allen iets te maken hebben gehad met stenen. Het zijn achter elkander:

 

·        HENRICH, der junge KOTMANN” in 1587, die een ontwerp  gaat maken voor de borstwering op de stadswallen en die in 1588 als “Meister HENRICHEN CATHMAN, der Steinhawer, de gang in het koor van de Martinikerk in Munster herstel.

·        In die zelfde tijd is sprake van BEREND KATMANN, overleden in 1608, die werkzaamheden aan de Dom verricht. Ook worden van hem verschillende leerlingen genoemd in de rekeningen.

·        In 1638 vervaardigt “Meister CATMAN” enige beelden voor de Mauritskerk in Munster.

·        Van 1642 – 1647 werkt als gildemeester van de steenhouwers een Johan Katmann mee aan het vernieuwen van de stadsmuren en poorten.

In 1646 maakt deze “Meister JOHAN KOETMAN, bilthawer” vijf beelden voor de pui van het beroemde raadhuis, waarvan nog (na de verwoesting in de laatste oorlog) de kopieën op het front van het herstelde gebouw te zien zijn. Voor de raadzaal maakte hij eveneens een aantal beelden.

·        In 1654 wordt de S. Aegidiuskerk in Munster witgepleisterd door WERNER ZUM KOTTEN. Verder worden hem 12 rijksdaalders uitbetaald voor “was er an der trappen und sonsten to witten verdienet” van het Schohuis op de Oude Vismarkt en ook voor de Bentheimer steen, die hij “zu der trappen vorm dat Schohuis” geleverd en gebruikt heeft.

Op 4 juni 1655 wordt deze WERNER ZUM KOTTEN aangesteld tot “Stadtmauermeiser” welke post hij echter niet heel lang zal bekleden omdat hij volgens de boeken al in 1657 overlijdt.

 

Deze gegevens werden ontleend aan de zes delen: “Die Stadt Münster” (Band 41 van de serie: Die Bau- und Kunstdenkmaler von Westfalen) (Munster, 1941).

 

In hoeverre deze mensen familie van elkander waren is zonder meer niet vast te stellen; het lijkt wel aannemelijk.