| 1. | Jasper ten Cate [4], ged. NG Vriezenveen op 4 jun 1713, koopman, ovl. na 27 mrt 1751, 23 januari 1751 Jan ten Cate Jansz. en Jan Harmsen Costers laten zeggen dat hun competeert van Jasper ten Cate en Jan ten Cate Egbertz. in compagnie 719 g. 15 st. wegens geleverde linnens dat Jasper ten Cate sig tans van het Vriesenveen absenteerende is in die staat dat men denshalven niet anders als . kan aanmaken daarom doen zij pondinge op zijne bezittingen en opdat de gearresteerde meubelen, bestialen etc. seer ligt kunnen worden verbragt of verdonkert soo verzoekt men dat dit Ed. Gerigte een inventaris daarvan opmaakt. (XXIV-119). Jan ten Cate Jansz. behoort tot de doopsgezinde Almelose ten Cate's. Zie: W.E.M. ten Cate, de Almelose tak van de (van oorsprong doopsgezinde) familie ten Cate uit Borne, Maasland - 1991, blz. 39, VI-12 (website tak - Almelo, prs. nr. 143). 20 maart 1751, Berendien, Frederica en Janna ten Cate zusteren en Jannes ten Cate kinderen van wijlen Egbert ten Cate geassisteerd met Engbert Timmerman geven te kennen dat Koster en ten Cate Jansz. van Almelo op de goederen van haar absente broeders Jasper en Jan met arrest procederen om deze in te winnen tot ofweringe van schade en tijdige informatie der voorschreven crediteuren mits dezen verzoeken registratie van haare maagscheyt coopeje maatschapsbrieff met haren broeder 25 maart 1749 ingegaan met verzoek den brief aan de voorschreven arrestanten of haare gevolmachtigden in dezen Ed. Gerigte voor te lezen met bijvoeginge dat al haar in die brieff beloofd is en toebedeeld van haar broeder Jasper alsnog moeten hebben. Ten tweeden dat ook wegens verdiend loon geleverd gras of hooy als anders van haar broeder nog te pretendeeren hebben. (Volgt dan verder nog een verdeling der nagelaten goederen. De gehele inboedel, inventaris, vee enz. wordt in deze "Maagscheid" vermeld. (XXIV-120, 121). 27 maart 1751, Jasper ten Cate is deze weken alhier op het Vriesenveen weder gekomen (XXIV-124). |