tr.
met
Afgeschermd , kind van Aaldert Feijen (landbouwer) en Trijntje ten Cate.
>
tr.
met
Afgeschermd , kind van Aaldert Feijen (landbouwer) en Trijntje ten Cate.
>
tr.
met
Afgeschermd , kind van Aaldert Feijen (landbouwer) en Trijntje ten Cate.
>
tr.
met
Afgeschermd , kind van Aaldert Feijen (landbouwer) en Trijntje ten Cate.
>
tr.
met
Afgeschermd , kind van Aaldert Feijen (landbouwer) en Trijntje ten Cate.
>
otr. te Sneek [fr] op 2 apr 1734 Trouwregister Gerecht Sneek (1694-1736), archiefnr. 28, inventarisnr. 647, aktenr. 152,
tr. (Schepenbank)
met
Yttje Cornelis,
geb. circa 1710.
otr. te Sneek [fr] op 2 apr 1734 Trouwregister Gerecht Sneek (1694-1736), archiefnr. 28, inventarisnr. 647, aktenr. 152,
tr. (Schepenbank)
met
Gosse Wijtzes van Drielst, zn. van Wytze Pieters van Drielst en Fokje Bonnesdr.,
geb. circa 1710,
DG,
ovl. voor 1793.
tr.
met
Uit dit huwelijk één zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Lucas | *1700 | 1750 | 50 | 1 | 1 |
tr.
met
Pieter van Colenberg,
ovl. voor 1730.
Uit dit huwelijk één zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Lucas | *1700 | 1750 | 50 | 1 | 1 |
tr. te Sappemeer [gr] op 8 nov 1899
met
Frouwina Harmanna Germain, dr. van Jans Germain (landbouwer) en Klaassien Kuiper,
geb. te Borgercompagnie [gr] (Sappemeer) op 10 apr 1868,
ovl. te Borgercompagnie [gr] (Veendam) op 13 dec 1936.
Uit dit huwelijk één dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Titia | *1906 | Borgercompagnie [gr] | Borgercompagnie [gr] | 2 | 2 |
tr. te Hoogezand [gr] op 13 mei 1885
met
Anna Willemina (Anna Wilhelmina) Hoen, dr. van Jan Derk Hoen (kassier) en Geertruida van der Leij,
geb. te Hoogezand [gr] op 8 nov 1862,
ovl. te Groningen [gr] op 27 jan 1927.
Uit dit huwelijk 4 kinderen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Wiebe | *1886 | Hoogezand [gr] | †1952 | Groningen [gr] | 65 | 0 | 0 |
2 | Truus | *1888 | Hoogezand [gr] | †1970 | Groningen [gr] | 81 | 0 | 0 |
3 | Doortje | *1888 | Hoogezand [gr] | †1960 | Groningen [gr] | 72 | 0 | 0 |
4 | Jan | *1891 | Hoogezand [gr] | †1891 | Groningen [gr] | 0 | 0 | 0 |
tr. te Veendam [gr] op 5 sep 1884
met
Kornelis Albertus Hardenberg, zn. van Bastiaan Hardenberg (koopman) en Arentje Jans Doornbosch,
geb. te Stadskanaal [gr] (Wildervank) op 12 nov 1853,
NH,
koopman, kunstmesthandelaar,
ovl. te Den Haag [zh] Thomsonlaan 121 ten huize van A. Meijer op 26 aug 1927,
begr. te Den Haag [zh] begraafplaats 'Nieuw Eik en Duinen' op 30 aug 1927.
Opmerkingen Kornelis Albertus Hardenberg.
GA Den Haag: Testamenten , Not. S.J. van den Bergh invnr. 2879 (repertoire) aktenr. 5373 en 5372, dd. 15 feb 1907 van Kornelis Albertus Hardenberg en Trijntje Kremer.
>
tr. te Veendam [gr] op 19 aug 1889
met
Hendrik Driesman, zn. van Willem Driesman (1e predikant Ned. Herv. gem. Nieuw Buinen (1853-1895)) en Willemina Boekhoudt,
geb. te Nieuw Buinen [dr] (Borger) in 1854,
hoofd der school,
ovl. te Veendam [gr] op 3 mrt 1939,
begr. te Ommelanderwijk-Zuidwending [gr] Ned. Herv. kerkhof, grafnr. 07-39.
Opmerkingen Hendrik Driesman.
Bron: 'Rechtuut, rechtaan', De geschiedenis van Zuidwending, redactie: M. Hillenga, M.J. de Lange en T. Tepper, blz. 117 t/m 120:.
Driesman.
Het nieuwe hoofd der school H. Driesman uit Zuidbroek werd op 3 januari 1884 aangesteld. Hij moest de Zuidwendinger kinderen onderwijzen en de school leiden voor de somma van 950 gulden 's jaars. Bovendien had hij het vrije gebruik van de woning en de daarbij behorende tuin. Al gauw streefde hij naar een grondige verbetering van het schoolgebouw, waarvoor hij burgemeester en wethouders van Veendam achter zich wist te krijgen. Voor de uitbreiding kocht de gemeente een strookje grond ten westen van de school. Erg groot was het niet: 42 centiare. Daarover ontstond later met de verkoper schilder Jan Nieman nog een groot verschil van mening. Nieman meende achteraf dat de gemeente 23 centiare te veel had gekregen en eiste daarvoor alsnog de lieve som van 115 gulden. De school was toen ai verbouwd voor 3300 gulden en er was natuurlijk weinig meer aan te doen. Een bemiddelingsvoorstel van de Zuidwendinger raadsleden Bruininga en Hazewinkel werd met negen tegen vier stemmen verworpen, waarna de zaak als afgedaan werd beschouwd.
Het aantal leerlingen dat de school bezocht toen Driesman aantrad was 99 en wel 55 meisjes en 44 jongens. Dankzij de opheffing van de openbare school op Kibbelgaarn, die overigens maar enkele jaren had bestaan, had die van Zuidwending wat meer toeloop gekregen. Dit zal ongetwijfeld hebben meegewerkt aan de bereidheid van het college om mee te werken aan een uitbreiding van het schoolgebouw.
Voor Driesman gold stellig het gezegde: nieuwe bezems vegen schoon. Korte tijd na zijn aantreden zijn er veel meer boekjes ten behoeve van het onderwijs op de inventarislijst dan bij zijn voorganger. Eerlijkheidshalve moet erbij vermeld worden dat de nieuwe schoolwet van 1878 ook een wat toenemende belangstelling van de overheid te zien gaf. Hierdoor werden de middelen wat ruimer. Toen het nieuwe hoofd der school drie jaar in Zuidwending was, waagde hij het de gemeente te wijzen op de toestand van de onderwijzerswoning die hij met zijn gezin had moeten betrekken. Een golf van verontwaardiging moet wel door de leden van burgemeester en wethouders zijn gegaan. Zo slecht was de woning toch helemaal niet. Bovendien had voorganger Van Meeden eigenlijk nooit geklaagd en die had nota bene ook nog een groter gezin gehad dan Driesman. De gemeente hoefde toch zeker niet te zorgen voor logeerkamers voor de dorpsschoolmeester. Wat moest hij anders met die aangevraagde slaapkamers. Al deze overwegingen leidden ertoe dat meester voorlopig kon fluiten naar de verbetering van zijn woning. Enige jaren later echter kwamen B en W toch met het voorstel bij de raad om het huis van de schoolmeester te verbouwen. Deze keer waren het de raadsleden die nogal wat bezwaren maakten. Was het nou wel echt nodig? Kon het niet wat eenvoudiger? Zo bouwvallig is de woning van de meester toch niet? Het waren de veel gehoorde vragen in de raadzaal voordat het besluit viel om toch maar eens flink wat aan de woning te vertimmeren.
De school rond de eeuwwisseling.
In 1890 bracht hoofdmeester Driesman verslag uit van de toestand op 'zijn' school. Op het gemeente-huis zagen ze nu dat er in Zuidwending 85 kinderen de school bezochten. In de zogenaamde kleine school, waarover meester Weijer de scepter zwaaide, zaten 53 kinderen in drie klassen: 25 in de eerste, 14 in de tweede en 14 in de derde. In het andere lokaal, de grote school, gaf meester Driesman zelf lês. Er zaten heel wat minder leerlingen, namelijk 32: in de vierde klas 10, in de vijfde 9 en in de zesde 13. Toen meester dit meldde had net de toelating van nieuwe leerlingen in november plaats gevonden. 'Maar', zo voegde het hoofd der school eraan toe, 'binnen enige dagen zal het aantal leerlingen tot honderd, zo niet meer, zijn aangegroeid'. Waarop meesters optimisme gebaseerd was, is niet duidelijk. Maar hij kreeg wel gelijk zoals blijkt uit de opgave van het aantal leerlingen een jaar later. Toen waren er inderdaad maar liefst 104! Weliswaar haalde dat aantal het niet bij de 203 van Ommelanderwijk, maar er kan toch.
geconstateerd worden dat er heel wat kinderen in Zuidwending waren. Een niet gering aantal ervan kwam van Kibbelgaarn. Daar was korte tijd een openbare school geweest, die door gebrek aan voldoende leerlingen was gesloten. Omdat er zoveel leerlingen waren, klaagde men in Zuidwending over de 'overbevolking' van de school. Het raadslid Tepper bracht dit in 1899 ter sprake in de gemeenteraad. Hij liet doorschemeren dat het hoofd der school geklaagd had dat door het teveel aan leerlingen in een te kleine ruimte goed onderwijs praktisch onmogelijk was geworden. Tepper had zelf ook ter plaatse de zaak geinspecteerd en was tot dezelfde conclusie gekomen. De burgemeester vond het maar een rare zaak dat Driesman bij een raadslid was komen klagen, terwijl hij burgemeester en wethouders onkundig van de klachten had gehouden, maar hij was in elk geval blij dat Tepper hem op de hoogte had gebracht van de problemen. Zou het misschien kunnen komen van het grote aantal schipperskinderen dat de school bezocht, was zijn suggestie. Daarop, moet Tepper wel stomverbaasd hebben geantwoord dat er helemaal geen schipperskinderen in Zuidwending op school gingen. Het verslag van de raadsvergadering geeft een pracht voorbeeld van het gebrek aan communicatie tussen het gemeentebestuur en één van de 'buitengewesten'. Een jaar later bracht Tepper nogmaals het plaatsgebrek op de school ter sprake. B en W waren er ondertussen ook mee bezig geweest en zegden toe dat er in de begroting van 1901 rekening zou worden gehouden met de aanbouw van een schoollokaal. De burgemeester meende zelfs dat het werk ai vóór i mei van dat jaar klaar zou zijn. Bij de toelating van de nieuwe leerlingen zouden de problemen dus zijn opgelost. De toeloop zou groter zijn dan ooit omdat de leerplicht dat jaar was ingevoerd. Overigens was het niet alleen Zuidwending dat kampte met een overbezetting van de school, nog meer zat Ommelanderwijk om ruimte verlegen, zodat ook daar een lokaal bijgebouwd moest worden. Pás in 1902 was de aanbouw in Zuidwending en Ommelanderwijk klaar. De gemeente had in Café Zuur voor ongeveer vijf maanden enige tijd ruimte gehuurd. Daar kregen de kinderen die anders op de scholen niet ondergebracht hadden kunnen worden enige tijd les.
Ondertussen had er een personeelswissel plaats gevonden. Meester Weijer ging naar de school aan de Kerklaan in Veendam en meester Vos kwam van Ommelanderwijk naar Zuidwending. Een derde leerkracht, voor het eerst een onderwijzeres, deed haar intrede in de persoon van Marchina de Bôer uit Veendam. Met enige zelfspot kon zij zeggen dat de school speciaal voor haar was uitgebreid met een lokaal dat voor 4300 gulden was gebouwd op 4 are en 30 centiare grond. De gemeente had dat aangekocht voor 800 gulden. Zelf ontving zij voor haar werkzaamheden, het onderwijzen van de klassen 1 en 2 en het geven van de handwerklessen aan de meisjes, een salaris van 500 gulden per jaar.
Uit dit huwelijk 2 kinderen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Willemina | *1891 | Nieuw Buinen [dr] | †1967 | Veendam [gr] | 76 | 0 | 0 |
2 | Wiebe | *1893 | Nieuw Buinen [dr] | †1903 | Veendam [gr] | 9 | 0 | 0 |
tr. te Veendam [gr] op 5 sep 1884
met
Trientje (Trijntje) Kremer, dr. van Wijbe Berends Kremer (landbouwer) en Trijntje (Trientje) Harms Kroon (landbouwster (1889)),
geb. te Sappemeer [gr] op 7 jul 1862,
DG,
ovl. te Gorssel [ge] (Lochem) op 12 jul 1920.
Dossier:
tr. te Hoogezand [gr] op 13 mei 1885
met
Harm Kremer (van der Leij Kremer), zn. van Wijbe Berends Kremer (landbouwer) en Trijntje (Trientje) Harms Kroon (landbouwster (1889)),
geb. te Sappemeer [gr] op 19 nov 1859,
medicine doctor; arts,
ovl. te Groningen [gr] op 24 jun 1924.
Uit dit huwelijk 4 kinderen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Wiebe | *1886 | Sappemeer [gr] | †1952 | Groningen [gr] | 65 | 0 | 0 |
2 | Truus | *1888 | Sappemeer [gr] | †1970 | Groningen [gr] | 81 | 0 | 0 |
3 | Doortje | *1888 | Sappemeer [gr] | †1960 | Groningen [gr] | 72 | 0 | 0 |
4 | Jan | *1891 | Sappemeer [gr] | †1891 | Groningen [gr] | 0 | 0 | 0 |