• Vader:
  Frederikus Lucasz Fronten,
  geb. circa 1680,
  relatie met

• Moeder:
  Hendrikjen Jansdr Kluppels,
  geb. circa 1680.

relatie
met

Grietje ten Cate, dr. van Berend ten Cate en Aaltje Berends,
ged. NG te Vriezenveen [ov] op 29 jun 1721 Ged. "Griete, dr. van Berend ten Cate en Aaltje Berends",
ovl. te Vriezenveen [ov] op 26 nov 1806 Register van overledenen, Vriezenveen 1806-1811: Grietje Berends ten Cate, overl. 26 november 1806, oud 86 jaren,
otr. (2)
met Egbert Fik. Uit dit huwelijk geen kinderen.

• Vader:
  Lucas Hermensz Fik,
  geb. circa 1690,
  relatie met

• Moeder:
  Jennigjen Egberts,
  geb. circa 1690.

otr. te Vriezenveen [ov] op 23 sep 1758 Ondertr. "Egbert Lukassen Fik, N(agelaten) Z(oon) van Lucas Harmsen Fik met Grietje Berends ten Cate wede van Jan Fronten, alhier"
met

Grietje ten Cate, dr. van Berend ten Cate en Aaltje Berends,
ged. NG te Vriezenveen [ov] op 29 jun 1721 Ged. "Griete, dr. van Berend ten Cate en Aaltje Berends",
ovl. te Vriezenveen [ov] op 26 nov 1806 Register van overledenen, Vriezenveen 1806-1811: Grietje Berends ten Cate, overl. 26 november 1806, oud 86 jaren,
relatie (1)
met Jan Frederiks Fronten, zn. van Frederikus Fronten en Hendrikjen Kluppels. Uit deze relatie geen kinderen.

• Vader:
  Gerrit ten Cate, zn. van Berend ten Cate en Aaltje Berends,
  ged. NG te Vriezenveen [ov] op 21 nov 1723 Ged. "Gerrit, zn. van Berent Gerrits en Aeltien Beerens",
  ovl. te Vriezenveen [ov] in 1773,
  relatie met

• Moeder:
  Frederika ten Cate, dr. van Jan ten Cate en Aaltje Scholl,
  ged. NG te Vriezenveen [ov] op 28 okt 1731 Ged. "Frederica, dr. van Jan Gerrits ten Cate en Aaltjen Schols".

• Vader:
  Jan ten Cate, zn. van Gerrit ten Cate en Hendrikje Hendriks Bramer,
  geb. circa 1695,
  ovl. na 1764,
  relatie met

• Moeder:
  Aaltje Scholl, dr. van Jan Scholl en Jennigje Willems,
  geb. circa 1700 dr. van Jan Scholl,
  ovl. na 1756.

relatie
met

Gerrit ten Cate, zn. van Berend ten Cate en Aaltje Berends,
ged. NG te Vriezenveen [ov] op 21 nov 1723 Ged. "Gerrit, zn. van Berent Gerrits en Aeltien Beerens",
ovl. te Vriezenveen [ov] in 1773.

Opmerkingen Gerrit ten Cate.
Gerrit ten Cate lijkt mij een nogal onbetrouwbaar persoon. Hij bevond zich in 1749 te St. Petersburg, alwaar hij 10 Roebel leende van Johannes Derksen Fayer. Deze 10 roebel moesten door laatst genoemde, later te Vriezenveen in rechten teruggevorderd worden. In 1751 verbleef Gerrit ten Cate ook te St. Petersburg. Hij was daar in genoemd jaar "in maatschappije van linnen coopmanschap" met Jan Gerrits (Servijs) naartoe getrokken. Deze Jan Gerrits werd door de Kamerheer van de tsarina Elisabeth II uitgenodigd om met "Hare Keiserlijke Majesteit en sijne Excellentie op jacht te varen". Jan Gerrits had dit aangenomen en na afloop kreeg hij ter herinnering "een blauw kleed benevens een camisool met silveren passementen beset".
Na terugkomst in Vriezenveen ontstond tussen de partners strijd over de vraag, of dit geschenk onder de bepalingen van deelgenootschap viel, of dat het als particuliere verworvenheid mocht worden beschouwd. De zaak diende 20 november 1751 voor het schoutambt Vriezenveen. De zaak werd waarschijnlijk in de minne geschikt. Na de Russische reis ging het met Gerrit ten Cate bergafwaarts. In december 1755 werd beslag gelegd op enkele effecten en waardepapieren. In het protocol staat vermeld dat "hij een jaar of drie van het Vriezenveen is absenteerende en dat men niet weet waer deze sich ophoudt". Gerrit ten Cate kwam later weer opduiken; hij is in 1773 te Vriezenveen overleden. (Bronnen: D.G. Harmsen, Vriezenveners in Rusland, - 1966, blz. 51; J. Hosmar,.
Vriezenveense rusluie in het rijk der Tsaren, z. pl. - 1976, Twents-Gelderse Uitgeverij W.G. Witkam b.v, Enschede, hfdstk 2; Versl. & med. ver. v. Ov. R. & G. 37 (1920) : 136-137).  Zie ook artikel in Haagse Post van 12 juni 1943.
22 nov. 1749, Jannes Derksen Fayer doet pondinge aan de mobiele goederen van Gerrit ten Cate om daaraan te verhalen eene som van 10 Ruibels procedeerende wegens aan denselven tot St. Petersburg zijnde geleent Ruibels (XXIV-108).
20 nov. 1751, Gerryt ten Cate was in 1751 in "maatschappije van linnen coopmanschap " met Jan Gerrits in St. Petersburg. Deze laatste werd door de Keizerin van Rusland ter jacht uitgenodigd (XXIV-132 en 133).
6 dec. 1755, in een akte van deze datum wordt o.m. gezegd " vermits men niet is wetende alswaer geseyde Gerryt ten Cate sig is ophoudende en al een jaar 3 à 4 van het Vriesenveen heeft geabsenteert" (XXIV-158).
9 dec. 1755, Gerryt en Andreas ten Caate in compagnie doen arrest op al de goederen van Gerrit Berens ten Caate voor gekochte linnens en vermits de gearresteerde sig sedert eenige jaren van het Vriesenveen heeft geabsenteerd zonder dat men weet waar hij zich ophoudt en versoeken zij na verloop van 4 weken binnen de 14 dagen daaraan volgende van de 3 naaste kerspelkerken moge afgezonden ? worden om den gedaagde van dit arrest kennis te geven (XXIV-161). (De eerder genoemde Gerrit en Andreas ten Cate zijn broers en behoren tot de Almelose doopsgezinde ten Cate's. Zie: W.E.M. ten Cate, De Almelose tak van de (van oorsprong doopsgezinde) familie ten Cate uit Borne, Maasland - 1991, V-4, blz. 31), (zie: webpagina: de (van oorsprong doopsgezinde) familie ten Cate uit Borne, tak Almelo prs.nrs. 116 en 118).

Uit deze relatie één zoon: