Genealogie familie Van der Hilst uit Wijhe
Hendrik van der Hilst
in
Parenteel van Gerrit in de Hilst.

Hendrik van der Hilst,
geb. te Amsterdam [nh] op 5 sep 1891,
officier-machinist Kon. Marine op 16 augustus 1911 adjunct-machinist; op 16 augustus 1917 officier machinist 3e klasse bij de Koninklijke Marine; 1920 Dienende a/b van Hr.Ms. onderzeeboot K III te Soerabaja,
ovl. te Cheribon [ja, Indonesië] op 31 dec 1920 doodgeschoten tijdens verlof in het huis van zijn broer Martinus te Ligardjati (Cheribon) [Linggarjati, Cirebon].

Opmerkingen Hendrik van der Hilst.
Bron: Delpher.
Krant: Nieuwe Tilburgse Courant.
Datum: 22-02-1921.
Kop: Nederlandsch Indië.
Artikel: Het drama te Cheribon.
Het drama te Cheribon.
Over den op Oudejaarsavond te Cheribon gepleegden moord worden de volgende bijzonderheden gemeld.
Omtrent het tragisch ongeval kunnen nog de volgende bijzonderheden worden gemeld:.
Vaak hadden scènes plaats tusschen Razoux Kühr en zijn echtgenoote, en op Oudejaarsavond hadden trieste voorvallen plaats. Mevrouw Razoux Kühr vluchtte daarom naar het huis der familie Van der Hilst, alwaar de officier-machinist van de K III, een broeder van van den heer des huizes, was gelogeerd. Razoux Kühr belde den heer Van der Hilst op en vroeg hem om zijn vrouw niet te ontvangen, waarop de heer Van der Hilst antwoordde, dat hij niemand een onderdak weigerde. Kühr dreigde toen dat de vriendschap uit zou zijn. Intusschen was mevrouw Razoux Kühr ten huize van de familie Van der Hilst gearriveerd. Even later zag de familie, die in een hoog gelegen huis woont, waartoe een tien meter hooge trap toegang verleent Razoux Kühr naar boven stormen, waarop het huis werd beschoten. Kühr bleef om het huis heen loopen. Na eenigen tijd opperde officier-machinist Van her Hilst het vermoeden dat Razoux Kühr weg weg zou zijn; hij zou in elk geval gaan kijken en trachten, indien Kühr nog niet was verdwenen, hem met een zoet lijntje weg te krijgen. Nauwelijks had de officier-machinist de achterdeur geopend of werd hij door Razoux Kühr met een Beaumontgeweer neergeschoten.
De familie sloot de deur, waarna de heer Van der Hilst den assistent-resident opbelde, die met de noodige manschappen spoedig ter plaatse arriveerde. De familie had Razoux Kühr inmiddels zijn geweer opnieuw horen laden, doch toen de assistent-resident arriveerde, was Kühr verdwenen. De politie begaf zich toen naar het huis van den moordenaar, alwaar Kühr in bed werd gearresteerd. Bij zijn arrestatie verzette Kühr zich aanvankelijk, waarom hij zwaar geboeid naar de gevangenis werd overgebracht.
In tegenstelling met de eerdte berichten werd geconstateerd, dat Kühr geenszins dronken was geweest. Hij was integendeel volkomen nuchter.
Het slachtoffer dat met de geheele affaire totaal niets had uit te staan, werd op Nieuwjaarsdag met militaire honneurs begraven. Dertig man gewapende politie schreed mede in de stoet.
Het ongeval had plaats tusschen zeven en acht uur 's avonds.
Het N.v. d. D. v. N.-I. teekent hierbij aan:.
Razoux Kühr, die zoijn loopbaan begon als B.B. ambtenaar, fungeerde - na tal van wederwaardigheden te hebben beleefd - geruimen tijd als hoofdredacteur van de "Sin Po" te Batavia. Den laatsten tijd was hij adminstrateur in dienst van een Chineeschen suikerfabrikant en landeigenaar en woonde te Linga Djatti, even boven Cheribon. Hij maakte te voren reeds kennis met justitie. Hij is gevankelijk naasr Batavia overgebracht.
***.
Bron: Delpher.
Krant: Bataviaasch nieuwsblad.
Datum: 04-01-1921.
Akrtikel: Het drama te Cheribon (gedeeltelijk overgenomen).
....De overledene, Hendrik van de Hilst, was 29 jaar oud en gehuwd. Zijn vrouw is nog in Holland, doch zou in Februari a.s. naar Indië komen. Hij was, zooals reeds boven vermeld, officier-machinist van de K. III.
Eenige dagen voor zijn steven had hij een zeer mooie aanbieding ontvangen van het Werf De Schelde te Vlissingen om daar als deskundige bij den bouw van onderzeeërs op te treden.
Zaterdag 1 dezer om 6 uur n. m. werd hij met militaire eer te Cheribon begraven.
Aan het graf herdacht de assistent-resident hem als één der leden van de moedige bemanning van de K. III.
Namens de vlootvoogd, die telefonisch met het gebeuren in kennis was gesteld, schetste hem als een flinken kundig officier, die steeds tot volle tevredenheid van zijn superieuren had gediend en een sieraad der Koninklijke Marine was geweest. Stellig had hij en zeer mooie carrière kunnen maken. Namens de bemanning der K. III. werd hem een bloemhulde gebracht.
Na afloop der plechtigheid dankte de broer van den overledene dier geroerd de aanwezigen namens de weduwe en de familie voor de bewezen eer, terwijl hij den assistent-resident verzocht den vlootvoogd hunnen dank te willen overbrengen.
***.
Hieronder volgt het krantenverslag van het proces n.a.v. de moord op Hendrik van der Hilst, op 31 december 1920 te Cheribon in voormalig Ned. Indië.
Bron: Delpher.
Krant: Algemeen Handelsblad.
Datum: 05-05-1921.
Kop: Onze Oost.
....Als dader stond voor den raad van justitie te Batavia terecht de gewzen controleur van het binnenlandsch bestuur, J. R. Razoux Kuhr, een man, die na op verzoek - na een perkara - eercol uit 's lands dienst te zijn ontslagen, gedurende eenigen tijd als journalist werkzaam was, inzonderheid in de Chineesch-Maleische pers, welke werkzaamheid hem verschillende malen in aanraking deed komen met justitie wegens delicten, gepleegs uit haat tegen het Nederlandsch gezag.
De omstandigheden, waaronder de moord, (door den officier van justitie, wijl de voorbedachte rade z. i. niet kon worden aangenoemen, is doodslag aangemerkt) plaats had, werden indertijd reeds telegrafisch medegedeeld.
Wij zullen die nog even in het kort memoreeren.
Op oudejaarsavond bevond de officier-machinist Van der Hilst zich ten huize van zijn gehuwden broeder te Cheribon. Bij dezen had de vrouw van de beklaagde, gelijk wel eens meer na een echtelijken twist geschiedde, een toevlucht gezocht en gevonden, nadat Razoux Kuhr den heer v. d. H. had verzocht zijn vrouw niet te ontvangen op welk telefonisch verzoek een weigerend antwoord was gevolgd. Kort daarop hoorde de familie Van der Hilst leven buiten het huis en zag men de beklaagde de trap, die naar het erf voert, opsluipen. Mevrouw R. K. gaf de vrees te kennen, dat haar echtgenoot het op haar leven had gemunt. De deuren en vensters van het huis werden onmiddelijk gesloten. De officier-machinist v. d. H. ging evenwel door de achterdeur den beklaagde tegemoet, om dezen te vragen wat hij wilde. Nauwelijks was hij evenwel buiten de deur gekomen, toen een schot viel, waardoor hij doodelijk werd getroffen.
Bij de behandeling der rechtzaak deed beklaagde het voorkomen alsof hij, toen zijn vrouw op Oudejaarsavond de echtelijke woning had verlaten, een geweer had gegrepen, deels met het oog op de panters, die daar in die streek wel eens zouden worden aangetroffen, wat door verschillende getuigen werd ontkend, deels wijl hij voornemens was zichzelven van kant te maken, doch eerst nog zij vrouw had willen spreken. Hij was daartoe naar de woning van den heer v. d. H. gegaan, waar het geweer toen, daar hij struikelde, vanzelf zou zijn afgegaan, met het bekende ongelukkige gevolg. Uit het verslag van een medewerker van het "Soer. Hbl." over het verloop van den eersten zittingsdag stippen wij het volgende aan:.
Dew beklaagde ontkent de feiten! Hij is alleen 'gestruikeld' en 'toen is het noodlottige schot daardoor gevallen'.
En, daar gaat het toch maar om! Opzet - en dus: misdaad! Of wel: ongeluk - en dus noodlot!....
Even wacht mr. Plate met de verdere vragen. Even een doordringende blik van den officier mr. Wormser. Men voelt als het ware: Dit is het kardinale punt! Opzet of noodlot? Vijf, tien, vijftien jaar en langer... óf vrij.....
Vraag en antwoord volgen dan uren achtereen elkaar op. Totdat de president dit vraag en antwoordspel overgeeft aan mr. Wormser, die veel en veel scherper de questie formuleert. Hij stelt den beklaagde vragen, waarvan ik en velen met mij, verwonderd zijn die niet te hebben gehoord uit den mond van den president. Onmisbare vragen, met even onmisbare antwoorden....
Maar, mr. Wormser is ook officier van justitie! En straks zal uit zijn mond gehoord worden het: j'accuse!.....
Gemakkelijk is de taak van het Bataviaasche gerecht allerminst, schreef de medewerker. Toch werd ook deze zaak tot klaarheid gebracht, waarvan de eer voor een groot deel aan één ambtenaar van het penbaar ministerie toekomt, aan wien daarbij zelfs de verdediger van beklaagde, mr. Wijthoff, in zijn pleidooi, gaarne hulde bracht voor de "groote onpartijdigheid, waarmede hij het onderzoek heeft gevoerd, zijn voortvarendheid en vooral zijn menschelijkheid.".
"Hij heeft in den beklaagde niet louter een voorwerp van onderzoek gezien, niet alleen gelet op verzwarende omstandigheden, doch ook zooveel mogelijk de verlichtende naar voren gebracht. Het zegt heel veel, wanneer een beklaagde van zijn aanklager, in wien hij instinctmatig zijn vijand ziet, beweert, dat hij hem in alle opzichten als mensch heeft behandeld. Mijn persoon betreurt het ten zeerste, dat deze ambtenaar voor wien nog heel veel zou zijn weggelegd bij de rechterlijke macht den dienst eerstdaags gaat verlaten en deze zaak wel de laatste zal zijn welke hij mede helpt berechten.
In den laatsten tijd komt het in Indische rechtzaken, naar ons voorkomt, meer dan vroeger voor, dat tegen meineed, van de zijde der Inlandsche getuigen wordt gewaakt. De berechting der afdeeling-B-zaak o.a. had tal van meineedzaken in haar gevolg. Zoo'n zaakje scheen zich ook in deze questie te zullen voordoen.
Een Inlandsch geneesheer had in zijne verklaring als deskundige onder eede eene voorstelling van den loop van den kogel in het lijk van den verslagene gegeven, welke de voorstelling van beklaagde, dat het schot bij toeval was afgegaan, aannemelijk kon maken. Deze voorstelling week geheel af van die van den Europeeschen deskundige.
Eene bedreiging van den officier van justitie met vervolging wegens meineed, bleek voldoende voor den eerstbedoelden getuige om zich bij de voorstelling van den Europeeschen deskundige aan te sluiten. Op de vraag van mer. Wormser of de raad zich bij deze oplossing van het meeningsverschil tusschen de deskundigen kon neerleggen, antwoordde de president bevestigend. Het gold hier blijkbaar slechts een vergissing, meende hij, en de tuige stond op het punt om naar Mekka te vertrekken.
Nadat de officier van justitie zijn requisitoir had gehouden, waarbij als verzachtende omstandigheid o.a. werd gewzen op het berouw van beklaagde over deze zaak - al  bleek, gelijk mr. W. opmerkte, zulks op de zitting niet altijd, - de verdediger zijn pleidooi had gehouden, concludeerende tot vrijsprraak, c.q. het in ruime mate in aanmerking nemen van verzachtende omstandigheden, na repliek en dupliek van aanklager en verdediger, vroeg en verkreeg beklaagde nog het woord. Deze betuigde nogmaals zijn onschuld aan de hem ten laste gelegden doodslag, verklaarde dat men hem ten onrechte onverschillig heette en besloot met openlijk vergiffenis te vragen voor het, door hem, door een noodlottig toeval, aan de familie v. d. H. berokkend leed.
Acht dagen later sprak de raad van justitie te Batavia het vonnis uit, waarbij beklaagde conform de eisch van het openbaar ministerie tot 10 jaar gevangenisstraf werd veroordeeld. Volgens het 'N. v. d. D. v. N.-I.' was de raad evenwel van oordeel, dat er wél voorbedachte rade in het spel was geweest, dus moord had plaats gehad, en geen doodslag zooals het O .M. aanvoerde. Immers: beklaagde zelf wenschte drift, mata glap zijn, niet te zien aangemerkt als verzachtende omstandigheid, de Raad willigde dit verlangen in, hetgeen ten gevolge had dat van geen enkele verzachtende omstandigheid meer sprake kon zijn en voorbedachte rade moest worden aangenomen.
Voorsts was een verzwarende omstandigheid dat beklaagde was uitgegaan met een geweer, hoewel er geen tijgergevaar bestond, en dat hij geen gevolg had gegeven aan het oorspronkelijk plan om zelfmoord te plegen, howel de reden om dit te doen dringender was geworden na den dood van den heer Van der Hilst
.

otr. te Warffum op 7 mei 1918,
tr. te Warffum op 22 mei 1918 (akter nr. 8)
met

Gerdina (Gerardina) Kok, dr. van Adrianus Dirk Cornelis Kok (predikant te Warffum (1918)) en Margaretha Wilhelmina Frederika van Herwerden,
geb. te Nieuw-Helvoet [zh] op 18 mrt 1894.

Dossier:


Gerdina Kok
in
Parenteel van Gerrit in de Hilst.

Gerdina (Gerardina) Kok,
geb. te Nieuw-Helvoet [zh] op 18 mrt 1894.

otr. te Warffum op 7 mei 1918,
tr. te Warffum op 22 mei 1918 (akter nr. 8)
met

Hendrik van der Hilst, zn. van Hendrik van der Hilst (letterzetter, meesterknecht, beambte bij de Stadsdrukkerij) en Antje Hermina Poesiat,
geb. te Amsterdam [nh] op 5 sep 1891,
officier-machinist Kon. Marine op 16 augustus 1911 adjunct-machinist; op 16 augustus 1917 officier machinist 3e klasse bij de Koninklijke Marine; 1920 Dienende a/b van Hr.Ms. onderzeeboot K III te Soerabaja,
ovl. te Cheribon [ja, Indonesië] op 31 dec 1920 doodgeschoten tijdens verlof in het huis van zijn broer Martinus te Ligardjati (Cheribon) [Linggarjati, Cirebon].

Opmerkingen Hendrik van der Hilst.
Bron: Delpher.
Krant: Nieuwe Tilburgse Courant.
Datum: 22-02-1921.
Kop: Nederlandsch Indië.
Artikel: Het drama te Cheribon.
Het drama te Cheribon.
Over den op Oudejaarsavond te Cheribon gepleegden moord worden de volgende bijzonderheden gemeld.
Omtrent het tragisch ongeval kunnen nog de volgende bijzonderheden worden gemeld:.
Vaak hadden scènes plaats tusschen Razoux Kühr en zijn echtgenoote, en op Oudejaarsavond hadden trieste voorvallen plaats. Mevrouw Razoux Kühr vluchtte daarom naar het huis der familie Van der Hilst, alwaar de officier-machinist van de K III, een broeder van van den heer des huizes, was gelogeerd. Razoux Kühr belde den heer Van der Hilst op en vroeg hem om zijn vrouw niet te ontvangen, waarop de heer Van der Hilst antwoordde, dat hij niemand een onderdak weigerde. Kühr dreigde toen dat de vriendschap uit zou zijn. Intusschen was mevrouw Razoux Kühr ten huize van de familie Van der Hilst gearriveerd. Even later zag de familie, die in een hoog gelegen huis woont, waartoe een tien meter hooge trap toegang verleent Razoux Kühr naar boven stormen, waarop het huis werd beschoten. Kühr bleef om het huis heen loopen. Na eenigen tijd opperde officier-machinist Van her Hilst het vermoeden dat Razoux Kühr weg weg zou zijn; hij zou in elk geval gaan kijken en trachten, indien Kühr nog niet was verdwenen, hem met een zoet lijntje weg te krijgen. Nauwelijks had de officier-machinist de achterdeur geopend of werd hij door Razoux Kühr met een Beaumontgeweer neergeschoten.
De familie sloot de deur, waarna de heer Van der Hilst den assistent-resident opbelde, die met de noodige manschappen spoedig ter plaatse arriveerde. De familie had Razoux Kühr inmiddels zijn geweer opnieuw horen laden, doch toen de assistent-resident arriveerde, was Kühr verdwenen. De politie begaf zich toen naar het huis van den moordenaar, alwaar Kühr in bed werd gearresteerd. Bij zijn arrestatie verzette Kühr zich aanvankelijk, waarom hij zwaar geboeid naar de gevangenis werd overgebracht.
In tegenstelling met de eerdte berichten werd geconstateerd, dat Kühr geenszins dronken was geweest. Hij was integendeel volkomen nuchter.
Het slachtoffer dat met de geheele affaire totaal niets had uit te staan, werd op Nieuwjaarsdag met militaire honneurs begraven. Dertig man gewapende politie schreed mede in de stoet.
Het ongeval had plaats tusschen zeven en acht uur 's avonds.
Het N.v. d. D. v. N.-I. teekent hierbij aan:.
Razoux Kühr, die zoijn loopbaan begon als B.B. ambtenaar, fungeerde - na tal van wederwaardigheden te hebben beleefd - geruimen tijd als hoofdredacteur van de "Sin Po" te Batavia. Den laatsten tijd was hij adminstrateur in dienst van een Chineeschen suikerfabrikant en landeigenaar en woonde te Linga Djatti, even boven Cheribon. Hij maakte te voren reeds kennis met justitie. Hij is gevankelijk naasr Batavia overgebracht.
***.
Bron: Delpher.
Krant: Bataviaasch nieuwsblad.
Datum: 04-01-1921.
Akrtikel: Het drama te Cheribon (gedeeltelijk overgenomen).
....De overledene, Hendrik van de Hilst, was 29 jaar oud en gehuwd. Zijn vrouw is nog in Holland, doch zou in Februari a.s. naar Indië komen. Hij was, zooals reeds boven vermeld, officier-machinist van de K. III.
Eenige dagen voor zijn steven had hij een zeer mooie aanbieding ontvangen van het Werf De Schelde te Vlissingen om daar als deskundige bij den bouw van onderzeeërs op te treden.
Zaterdag 1 dezer om 6 uur n. m. werd hij met militaire eer te Cheribon begraven.
Aan het graf herdacht de assistent-resident hem als één der leden van de moedige bemanning van de K. III.
Namens de vlootvoogd, die telefonisch met het gebeuren in kennis was gesteld, schetste hem als een flinken kundig officier, die steeds tot volle tevredenheid van zijn superieuren had gediend en een sieraad der Koninklijke Marine was geweest. Stellig had hij en zeer mooie carrière kunnen maken. Namens de bemanning der K. III. werd hem een bloemhulde gebracht.
Na afloop der plechtigheid dankte de broer van den overledene dier geroerd de aanwezigen namens de weduwe en de familie voor de bewezen eer, terwijl hij den assistent-resident verzocht den vlootvoogd hunnen dank te willen overbrengen.
***.
Hieronder volgt het krantenverslag van het proces n.a.v. de moord op Hendrik van der Hilst, op 31 december 1920 te Cheribon in voormalig Ned. Indië.
Bron: Delpher.
Krant: Algemeen Handelsblad.
Datum: 05-05-1921.
Kop: Onze Oost.
....Als dader stond voor den raad van justitie te Batavia terecht de gewzen controleur van het binnenlandsch bestuur, J. R. Razoux Kuhr, een man, die na op verzoek - na een perkara - eercol uit 's lands dienst te zijn ontslagen, gedurende eenigen tijd als journalist werkzaam was, inzonderheid in de Chineesch-Maleische pers, welke werkzaamheid hem verschillende malen in aanraking deed komen met justitie wegens delicten, gepleegs uit haat tegen het Nederlandsch gezag.
De omstandigheden, waaronder de moord, (door den officier van justitie, wijl de voorbedachte rade z. i. niet kon worden aangenoemen, is doodslag aangemerkt) plaats had, werden indertijd reeds telegrafisch medegedeeld.
Wij zullen die nog even in het kort memoreeren.
Op oudejaarsavond bevond de officier-machinist Van der Hilst zich ten huize van zijn gehuwden broeder te Cheribon. Bij dezen had de vrouw van de beklaagde, gelijk wel eens meer na een echtelijken twist geschiedde, een toevlucht gezocht en gevonden, nadat Razoux Kuhr den heer v. d. H. had verzocht zijn vrouw niet te ontvangen op welk telefonisch verzoek een weigerend antwoord was gevolgd. Kort daarop hoorde de familie Van der Hilst leven buiten het huis en zag men de beklaagde de trap, die naar het erf voert, opsluipen. Mevrouw R. K. gaf de vrees te kennen, dat haar echtgenoot het op haar leven had gemunt. De deuren en vensters van het huis werden onmiddelijk gesloten. De officier-machinist v. d. H. ging evenwel door de achterdeur den beklaagde tegemoet, om dezen te vragen wat hij wilde. Nauwelijks was hij evenwel buiten de deur gekomen, toen een schot viel, waardoor hij doodelijk werd getroffen.
Bij de behandeling der rechtzaak deed beklaagde het voorkomen alsof hij, toen zijn vrouw op Oudejaarsavond de echtelijke woning had verlaten, een geweer had gegrepen, deels met het oog op de panters, die daar in die streek wel eens zouden worden aangetroffen, wat door verschillende getuigen werd ontkend, deels wijl hij voornemens was zichzelven van kant te maken, doch eerst nog zij vrouw had willen spreken. Hij was daartoe naar de woning van den heer v. d. H. gegaan, waar het geweer toen, daar hij struikelde, vanzelf zou zijn afgegaan, met het bekende ongelukkige gevolg. Uit het verslag van een medewerker van het "Soer. Hbl." over het verloop van den eersten zittingsdag stippen wij het volgende aan:.
Dew beklaagde ontkent de feiten! Hij is alleen 'gestruikeld' en 'toen is het noodlottige schot daardoor gevallen'.
En, daar gaat het toch maar om! Opzet - en dus: misdaad! Of wel: ongeluk - en dus noodlot!....
Even wacht mr. Plate met de verdere vragen. Even een doordringende blik van den officier mr. Wormser. Men voelt als het ware: Dit is het kardinale punt! Opzet of noodlot? Vijf, tien, vijftien jaar en langer... óf vrij.....
Vraag en antwoord volgen dan uren achtereen elkaar op. Totdat de president dit vraag en antwoordspel overgeeft aan mr. Wormser, die veel en veel scherper de questie formuleert. Hij stelt den beklaagde vragen, waarvan ik en velen met mij, verwonderd zijn die niet te hebben gehoord uit den mond van den president. Onmisbare vragen, met even onmisbare antwoorden....
Maar, mr. Wormser is ook officier van justitie! En straks zal uit zijn mond gehoord worden het: j'accuse!.....
Gemakkelijk is de taak van het Bataviaasche gerecht allerminst, schreef de medewerker. Toch werd ook deze zaak tot klaarheid gebracht, waarvan de eer voor een groot deel aan één ambtenaar van het penbaar ministerie toekomt, aan wien daarbij zelfs de verdediger van beklaagde, mr. Wijthoff, in zijn pleidooi, gaarne hulde bracht voor de "groote onpartijdigheid, waarmede hij het onderzoek heeft gevoerd, zijn voortvarendheid en vooral zijn menschelijkheid.".
"Hij heeft in den beklaagde niet louter een voorwerp van onderzoek gezien, niet alleen gelet op verzwarende omstandigheden, doch ook zooveel mogelijk de verlichtende naar voren gebracht. Het zegt heel veel, wanneer een beklaagde van zijn aanklager, in wien hij instinctmatig zijn vijand ziet, beweert, dat hij hem in alle opzichten als mensch heeft behandeld. Mijn persoon betreurt het ten zeerste, dat deze ambtenaar voor wien nog heel veel zou zijn weggelegd bij de rechterlijke macht den dienst eerstdaags gaat verlaten en deze zaak wel de laatste zal zijn welke hij mede helpt berechten.
In den laatsten tijd komt het in Indische rechtzaken, naar ons voorkomt, meer dan vroeger voor, dat tegen meineed, van de zijde der Inlandsche getuigen wordt gewaakt. De berechting der afdeeling-B-zaak o.a. had tal van meineedzaken in haar gevolg. Zoo'n zaakje scheen zich ook in deze questie te zullen voordoen.
Een Inlandsch geneesheer had in zijne verklaring als deskundige onder eede eene voorstelling van den loop van den kogel in het lijk van den verslagene gegeven, welke de voorstelling van beklaagde, dat het schot bij toeval was afgegaan, aannemelijk kon maken. Deze voorstelling week geheel af van die van den Europeeschen deskundige.
Eene bedreiging van den officier van justitie met vervolging wegens meineed, bleek voldoende voor den eerstbedoelden getuige om zich bij de voorstelling van den Europeeschen deskundige aan te sluiten. Op de vraag van mer. Wormser of de raad zich bij deze oplossing van het meeningsverschil tusschen de deskundigen kon neerleggen, antwoordde de president bevestigend. Het gold hier blijkbaar slechts een vergissing, meende hij, en de tuige stond op het punt om naar Mekka te vertrekken.
Nadat de officier van justitie zijn requisitoir had gehouden, waarbij als verzachtende omstandigheid o.a. werd gewzen op het berouw van beklaagde over deze zaak - al  bleek, gelijk mr. W. opmerkte, zulks op de zitting niet altijd, - de verdediger zijn pleidooi had gehouden, concludeerende tot vrijsprraak, c.q. het in ruime mate in aanmerking nemen van verzachtende omstandigheden, na repliek en dupliek van aanklager en verdediger, vroeg en verkreeg beklaagde nog het woord. Deze betuigde nogmaals zijn onschuld aan de hem ten laste gelegden doodslag, verklaarde dat men hem ten onrechte onverschillig heette en besloot met openlijk vergiffenis te vragen voor het, door hem, door een noodlottig toeval, aan de familie v. d. H. berokkend leed.
Acht dagen later sprak de raad van justitie te Batavia het vonnis uit, waarbij beklaagde conform de eisch van het openbaar ministerie tot 10 jaar gevangenisstraf werd veroordeeld. Volgens het 'N. v. d. D. v. N.-I.' was de raad evenwel van oordeel, dat er wél voorbedachte rade in het spel was geweest, dus moord had plaats gehad, en geen doodslag zooals het O .M. aanvoerde. Immers: beklaagde zelf wenschte drift, mata glap zijn, niet te zien aangemerkt als verzachtende omstandigheid, de Raad willigde dit verlangen in, hetgeen ten gevolge had dat van geen enkele verzachtende omstandigheid meer sprake kon zijn en voorbedachte rade moest worden aangenomen.
Voorsts was een verzwarende omstandigheid dat beklaagde was uitgegaan met een geweer, hoewel er geen tijgergevaar bestond, en dat hij geen gevolg had gegeven aan het oorspronkelijk plan om zelfmoord te plegen, howel de reden om dit te doen dringender was geworden na den dood van den heer Van der Hilst
.


Adrianus Dirk Cornelis Kok
in
Parenteel van Gerrit in de Hilst.

Adrianus Dirk Cornelis Kok,
geb. te Schiedam [zh] op 6 jul 1870,
predikant te Warffum (1918),
ovl. te Voorburg [zh] op 16 apr 1958.

tr. te Barderadeel [fr] op 8 jun 1893
met

Margaretha Wilhelmina Frederika van Herwerden,
geb. te Nunspeet [ge] op 22 jul 1869,
ovl. te Voorburg [zh] op 11 okt 1960.

Uit dit huwelijk één dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Gerdina*1894 Nieuw-Helvoet [zh]    


Margaretha Wilhelmina Frederika van Herwerden
in
Parenteel van Gerrit in de Hilst.

Margaretha Wilhelmina Frederika van Herwerden,
geb. te Nunspeet [ge] op 22 jul 1869,
ovl. te Voorburg [zh] op 11 okt 1960.

tr. te Barderadeel [fr] op 8 jun 1893
met

Adrianus Dirk Cornelis Kok,
geb. te Schiedam [zh] op 6 jul 1870,
predikant te Warffum (1918),
ovl. te Voorburg [zh] op 16 apr 1958.

Uit dit huwelijk één dochter:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Gerdina*1894 Nieuw-Helvoet [zh]    


Johanna Barbara van der Hilst
in
Parenteel van Gerrit in de Hilst.

Johanna Barbara (Barbara) van der Hilst,
geb. te Amsterdam [nh] op 11 aug 1897,
ovl. te Amsterdam [nh] op 22 okt 1897.


August Reinoud van der Hilst
in
Parenteel van Gerrit in de Hilst.

August Reinoud van der Hilst,
geb. te Amsterdam [nh] op 25 mrt 1924,
ovl. te Amsterdam [nh] op 23 mrt 1926.


Janna Nikamp
in
Parenteel van Gerrit in de Hilst.

Janna Jansen Nikamp,
geb. circa 1740.

tr,
kerk.huw. te Wijhe [ov] op 4 nov 1765
met

Arend Jansen, zn. van Jan Gerrits in de Hilst en Janna Megtelt,
geb. circa 1730,
tr. (1) (ned.ger.),
kerk.huw. te Wijhe [ov] op 23 sep 1759
met Marrigje Jansen. Uit dit huwelijk geen kinderen.


Manuel Schut
in
Parenteel van Gerrit in de Hilst.

Manuel Schut,
ged. NG te Amsterdam [nh] Noorderkerk op 13 sep 1778.


Hendrik van der Hilst
in
Parenteel van Gerrit in de Hilst.

Hendrik van der Hilst,
geb. te Rotterdam [zh] op 25 sep 1863.


Clara Angenesia Geertruida van der Hilst
in
Parenteel van Gerrit in de Hilst.

Clara Angenesia Geertruida van der Hilst,
geb. te Amsterdam [nh] op 29 dec 1861,
ovl. te Rotterdam [zh] op 16 jun 1866.


Jansje Hendrikje Schooneveldt Büchner
in
Parenteel van Gerrit in de Hilst.

Jansje Hendrikje Schooneveldt Büchner,
geb. te Amsterdam [nh] op 8 aug 1909,
ovl. te Baarn [ut] op 15 nov 1988.

tr. te Amsterdam [nh] op 29 jun 1933,
wonen Oud Diemerlaan 47a Diemen [nh] op 16 mrt 1940
met

Martinus van der Hilst, zn. van Hendrik van der Hilst (letterzetter, meesterknecht, beambte bij de Stadsdrukkerij) en Antje Hermina Poesiat,
geb. te Amsterdam [nh] op 9 jan 1888,
boekhouder, gem. secretaris te Cheribon (1917-1929), journalist, schrijver,
ovl. te Amsterdam [nh] (Diemen) op 16 mrt 1940,
tr. (1)
met Wilhelmina Boes, dr. van Hendrik Boes en Jansje Hollenberg. Uit dit huwelijk geen kinderen.

Uit dit huwelijk 2 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Afgeschermd     
Afgeschermd     


Dossier:

Bart van der Hilst
in
Parenteel van Gerrit in de Hilst.

Bart van der Hilst,
geb. te Amsterdam [nh] op 6 apr 1896,
onderwijzer, procuratiehouder stadsreiniging A'dam,
ovl. te Ermelo [ge] op 25 dec 1974,
begr. te Ermelo [ge] op 30 dec 1974.

tr. te Amsterdam [nh] op 12 okt 1921,
wonen Tolstraat 114 Amsterdam [nh] in 1924,
wonen Nieuwe Amstellaan 181 Amsterdam [nh] in 1936,
wonen Churchilllaan 177 Amsterdam [nh] op 1 okt 1958,
wonen Vereniging Serviceflat "Croonenburgh", Koningin Emmalaan 29-flat 81, 3851 XE Ermelo [ge] op 29 jul 1971
met

Petronella Hendrika Dolman, dr. van Johannes Henricus Dolman (diamantbewerker) en Johanna Maria Trumper,
geb. te Amsterdam [nh] op 13 aug 1896,
ovl. te Nijkerk [ge] op 19 jun 1989,
begr. te Ermelo [ge] Algemene Begraafplaats op 23 jun 1989.

Uit dit huwelijk 5 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Joop*1922 Amsterdam [nh] †2015 Pesse [dr] 92
Henk*1923 Amsterdam [nh] †1998 Ermelo [ge] 74
Bart*1924 Amsterdam [nh] †2000 Heerhugowaard [nh] 75
Nellie*1928 Amsterdam [nh] †1995 Ermelo [ge] 66
Afgeschermd     


Dossier:

Petronella Hendrika Dolman
in
Parenteel van Gerrit in de Hilst.

Petronella Hendrika Dolman,
geb. te Amsterdam [nh] op 13 aug 1896,
ovl. te Nijkerk [ge] op 19 jun 1989,
begr. te Ermelo [ge] Algemene Begraafplaats op 23 jun 1989.

tr. te Amsterdam [nh] op 12 okt 1921,
wonen Tolstraat 114 Amsterdam [nh] in 1924,
wonen Nieuwe Amstellaan 181 Amsterdam [nh] in 1936,
wonen Churchilllaan 177 Amsterdam [nh] op 1 okt 1958,
wonen Vereniging Serviceflat "Croonenburgh", Koningin Emmalaan 29-flat 81, 3851 XE Ermelo [ge] op 29 jul 1971
met

Bart van der Hilst, zn. van Hendrik van der Hilst (letterzetter, meesterknecht, beambte bij de Stadsdrukkerij) en Antje Hermina Poesiat,
geb. te Amsterdam [nh] op 6 apr 1896,
onderwijzer, procuratiehouder stadsreiniging A'dam,
ovl. te Ermelo [ge] op 25 dec 1974,
begr. te Ermelo [ge] op 30 dec 1974.

Uit dit huwelijk 5 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Joop*1922 Amsterdam [nh] †2015 Pesse [dr] 92
Henk*1923 Amsterdam [nh] †1998 Ermelo [ge] 74
Bart*1924 Amsterdam [nh] †2000 Heerhugowaard [nh] 75
Nellie*1928 Amsterdam [nh] †1995 Ermelo [ge] 66
Afgeschermd     


Dossier:

Johannes Henricus Dolman
in
Parenteel van Gerrit in de Hilst.

Johannes Henricus Dolman,
geb. te Amsterdam [nh] op 20 okt 1858,
diamantbewerker,
ovl. te Amsterdam [nh] op 3 okt 1936,
begr. te Amsterdam [nh] De Nieuwe Ooster, graf 24-3-0087 op 7 okt 1936.

tr. te Amsterdam [nh] op 7 sep 1887
met

Johanna Maria Trumper,
geb. te Amsterdam [nh] op 11 dec 1858,
ovl. te Amsterdam [nh] op 18 aug 1919,
begr. te Amsterdam [nh] De Nieuwe Ooster, graf 24-3-0087 op 22 aug 1919.

Uit dit huwelijk 4 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Johannes*1888 Amsterdam [nh] †1959 Rijswijk [zh] 70
Johanna*1890 Amsterdam [nh] †1963 Bussum [nh] 72
Henricus*1894 Amsterdam [nh] †1973 Bussum [nh] 78
Petronella*1896 Amsterdam [nh] †1989 Nijkerk [ge] 92


Dossier:

Johanna Maria Trumper
in
Parenteel van Gerrit in de Hilst.

Johanna Maria Trumper,
geb. te Amsterdam [nh] op 11 dec 1858,
ovl. te Amsterdam [nh] op 18 aug 1919,
begr. te Amsterdam [nh] De Nieuwe Ooster, graf 24-3-0087 op 22 aug 1919.

tr. te Amsterdam [nh] op 7 sep 1887
met

Johannes Henricus Dolman,
geb. te Amsterdam [nh] op 20 okt 1858,
diamantbewerker,
ovl. te Amsterdam [nh] op 3 okt 1936,
begr. te Amsterdam [nh] De Nieuwe Ooster, graf 24-3-0087 op 7 okt 1936.

Uit dit huwelijk 4 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Johannes*1888 Amsterdam [nh] †1959 Rijswijk [zh] 70
Johanna*1890 Amsterdam [nh] †1963 Bussum [nh] 72
Henricus*1894 Amsterdam [nh] †1973 Bussum [nh] 78
Petronella*1896 Amsterdam [nh] †1989 Nijkerk [ge] 92


Bart van der Hilst
in
Parenteel van Gerrit in de Hilst.

Bart van der Hilst,
geb. te Amsterdam [nh] op 15 nov 1924,
ovl. te Heerhugowaard [nh] op 24 apr 2000,
begr. te Heerhugowaard [nh] op 28 apr 2000.

tr. (1) te Amsterdam [nh] op 30 jun 1954 vlg. fam.adv,
kerk.huw. te Amsterdam [nh] Rehobothkerk op 30 jun 1954,
wonen van Ostadestraat 389-1 Amsterdam [nh] op 30 jun 1954 vlg. huw.adv.
met

Pieternella Zwart,
geb. te Amsterdam [nh] op 25 aug 1925.
Zij had later een relatie met C.F. van NISPEN,
ovl. te Lelystad [fl] op 23 okt 2001.

tr. (2) op 5 jun 1974
met

Afgeschermd .

Dossier:


Afgeschermd
Afgeschermd .


Afgeschermd
Afgeschermd .


Pieternella Zwart
in
Parenteel van Gerrit in de Hilst.

Pieternella Zwart,
geb. te Amsterdam [nh] op 25 aug 1925.
Zij had later een relatie met C.F. van NISPEN,
ovl. te Lelystad [fl] op 23 okt 2001.

tr. te Amsterdam [nh] op 30 jun 1954 vlg. fam.adv,
kerk.huw. te Amsterdam [nh] Rehobothkerk op 30 jun 1954,
wonen van Ostadestraat 389-1 Amsterdam [nh] op 30 jun 1954 vlg. huw.adv.
met

Bart van der Hilst, zn. van Bart van der Hilst (onderwijzer, procuratiehouder stadsreiniging A'dam) en Petronella Hendrika Dolman,
geb. te Amsterdam [nh] op 15 nov 1924,
ovl. te Heerhugowaard [nh] op 24 apr 2000,
begr. te Heerhugowaard [nh] op 28 apr 2000,
tr. (2)
met Afgeschermd . Uit dit huwelijk geen kinderen.


Hendrik van der Hilst
in
Parenteel van Gerrit in de Hilst.

Hendrik (Henk) van der Hilst,
geb. te Amsterdam [nh] op 11 sep 1923,
kantoorbediende, gemeenteambtenaar, klerk, hoofdklerk,
ovl. te Ermelo [ge] op 13 mrt 1998,
begr. te Ermelo [ge] Algemene Begraafplaats, Varenlaan op 18 mrt 1998.

tr. te Amsterdam [nh] op 2 dec 1948,
(gesch. te Amsterdam [nh] op jun 1976)
met

Rensina (Renny) Schut, dr. van Jan Schut en Johanna Andriessen,
geb. te Haarlemmermeer [nh] op 23 jun 1924,
bontwerkster,
ovl. te Amsterdam [nh] op 2 dec 2002,
gecr. te Amsterdam [nh] begraafplaats "De Nieuwe Ooster" op 7 dec 2002.

Uit dit huwelijk 3 kinderen:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Johanna*1952 Amsterdam [nh] †2022  70
Afgeschermd     
Afgeschermd     


Dossier: