Lambertten Cate, geb. te Borne [ov] circa 1620, koopman en leerlooier te Borne, ovl. te Borne [ov] na 1702.
Opmerkingen Lambertten Cate. Lambert Teunisz. ten Cate (ca. 1620 - ca. 1702). Het direkte bewijs, dat Lambert Teunisz. ten Cate en Anna Adamsdr, zijn vrouw, de ouders zijn van de hiervoor genoemde Teunis Lambertsz. ten Cate met zijn broers en zusters, wordt gegeven in de eerste in noot 38 geciteerde akte uit 1719- Dat zijn patronymicum Teunisz. is, blijkt uit een akte in het leenboek van Huis Almelo (40), de enige keer, waarbij hij met zijn vadersnaam wordt vermeld. Een aanvullend bewijs voor zijn vaderschap verschijnt nog in een akte uit de boeken van het landgericht van Oldenzaal, waarin een schuldbekentenis wordt geboekt per 4 Jun. 1687 van de baron Gerhard van Rheede, heer van Saasveld (een kasteel of havezathe ten NO van Borne) ten bedrage van 1.000 gld, "opgenomen van de Edele Lambert ten Caete", waarbij als kanttekening staat vermeld, dat op 7 Feb. 1714 dit bedrag werd terug ontvangen door Tonnis Lambers ten Cate als "gevolmachtigde van zijn vader". Wij vinden zijn naam, vaak samengaande met die van zijn vrouw Anna Adams (haar familienaam heb ik niet kunnen ontdekken) op 29 plaatsen in bewaard gebleven archiefstukken op het Rijksarchiefdepot voor Overijssel te Zwolle (51). Hoewel deze data niets vertellen over de aard van zijn handelsaktiviteiten, geven zij toch een duidelijk beeld van zijn financiële welstand (zie o.m. afb. nr. 23 ). Hieraan hebben wij het ook te danken dat de stamboom der Bornse familie bij hem niet doodgelopen is. De gegevens werden aangetroffen in de archieven van het landgericht van Oldenzaal, dat van Delden en van Enschede, de leenakten en volmachten van het Overijsselse Statenarchief, een enkel gegeven in het leenboek van Huis Weleveld en de taxatielijst voor de 1.000ste penning (zie afb. nr. 24). Deze gevonden data zijn evenwel niet van zodanige aard, dat zij aanwijzingen over familierelaties bevatten, zoals dat bij die van zijn zoon Teunis Lambertsz. het geval is: hij treedt, al dan niet met zijn echtgenote, volkomen individueel op. Slechts éénmaal verschijnt hij in een akte met vermelding van zijn vader's naam Teunis (z.) (52). In alle andere van hem gevonden stukken wordt hij slechts Lambert ten Cate, zonder patronymicum, genoemd. Zeer waarschijnlijk is de verklaring hiervoor, dat hij in zijn leven de enige Ten Cate in Borne en omgeving is, die de voornaam Lambert draagt, waardoor vermelding van zijn vader's naam niet noodzakelijk was om vergissingen uit te sluiten met anderen, die de zelfde voornaam droegen. In zijn tijd hebben er, - naar de bronnen openbaren slechts twee andere Lambert's ten Cate geleefd, beiden volle neven van hem : één in Deventer (zoon van een Hendrik ten Cate, van wie de gegevens te vinden zijn in het "Stamboek der Willinken" (zie noot 9), omdat deze met een dochter uit deze familie trouwde (waaruit de Amsterdamse Ten Kate's voorkomen). Deze noemt zich wél geregeld Lambert Hendriksz. ten Cate ("uit de Rijkmansstraat"). Hij ondertrouwde in Deventer in 1652 voor de tweede keer met een vrouw uit de bekende Doopsgezinde familie Kops uit Kampen. In 1663 moet hij reeds overleden zijn, want in de ondertrouwakte van zijn zoon Hendrik Lambertsz. ten Cate , die dan ook met een meisje Kops, maar nu afkomstig uit het Noordelijke Rijnland (uit Goch) gaat trouwen, staat vermeld dat deze zoon een kind is van "de zalige Lambert Hendriks ten Kate uit de Rykmanstraet". De derde Lambert ten Cate heeft in Zwolle gewoond als de zoon van de uit Borne afkomstige Anthony Hendriksz. ten Cate, de man, die reeds in 1647 "als mennist" het grootburgerschap van Zwolle verkreeg (53). Dat was voor die tijd uitermate bijzonder, maar mogelijk ligt hiervoor de verklaring in het voor die tijd enorm hoge bedrag, dat voor zo'n grootburgerschap betaald moest worden, een bedrag dat Anthony ten Cate blijkbaar gemakkelijk kon betalen en dat de vroedschap van Zwolle op dat moment, - vermoedelijk niet gestoord door het wakend oog der Hervormde predikanten -, best gebruiken kon?. Iets dergelijks zien we trouwens in de stad Deventer gebeuren, waar op 27 Mei 1661 "Henrick ten Cate, zyde-winckelier van Borne geboirtig, by Schepenen ende Raedt mitte volle borgerschap voir drie hondert goltguldens (wordt) voorsien, zoals het in het burgerboek van die stad te lezen staat. Voor zo ver zich uit de spaarzame Zwolse gegevens over de Ten Cate's in die stad laat afleiden, schijnt deze Zwolse Lambert ten Cate ongehuwd te zijn gebleven. Ondanks beide belemmeringen bleek het toch mogelijk bepaalde verwantschappen van Lambert ten Cate uit Borne op te sporen aan de hand van de al genoemde glas-in-lood-ruitjes en een aantal zegelafdrukken van Bornse Ten Cate's uit die tijd, waarop hun huis- of handelsmerk voorkwam (54). Op twee van de drie bewaard gebleven glasruiten komen deze huis- of handelsmerken voor, die "verwantschap" vertonen met het op een aantal lakzegel-afdrukken gevonden merk van Lambert ten Cate (zie afb.nr. 26). Homeyer en ook Cato Elderink (55) wijzen op naaste bloedverwantschap bij dergelijke overeenkomsten. Ds . Gerrit ten Cate (13) vermoedt reeds iets in die richting, zij het ook op andere gronden. In het voorbericht bij zijn publikatie schrijft hij, na de vermelding en tekstweergave van de drie glas-in-lood-ruitjes uit het "Oude Kipshoes" in Borne: "Nemen wij nu in aanmerking, dat het eertijds overal in Twente gebruikelijk was om dergelijke glazen bij het trouwen ten geschenke te geven, terwijl wij weten dat Teunis Lammerts (ten Cate) gehuwd is in het daarop genoemde jaar 1677, dan ligt het vermoeden voor de hand dat deze Gerridt, Geeske en. Jan zijn ooms en tante waren en dat dus zijn vader Lammert Tonnissen of Teunissen ten C h a t e heette .. Doch dit zijn gissingen ..". Ondanks het ontbreken van een volkomen bewijs neem ik op grond van de overeenkomsten van de huis- of handelsmerken en de namen op de drie glasruiten uit 1677 aan, - maar met iets meer overtuiging dan Ds. Gerrit ten Cate kon opbrengen -, dat de op de glasruiten genoemde echtparen inderdaad ooms en tante zijn van Teunis Lambertsz. ten Cate, waaruit mede de konklusie volgt, dat ook Lambert ten Cate hun broeder was. Lambert Teunisz. ten Cate heeft dus in elk geval de volgende broers en zuster: Gerrit Teunisz. ten Cate, volgens de glasruit gehuwd met Aaltje Gerritsdr. Ik vond van dit echtpaar 21 aktes, waaruit blijkt, dat hijzelf overleden moet zijn vóór 1681 en zijn vrouw vóór 1667 (56). Van zijn kleinzoon Gerrit Teunisz. ten Cate, die naar Deventer trok, vond ik een aardige akte uit 1699, waarin een lid van de bekende Doopsgezinde familie Paschen uit Enschede een schuld met hem regelt i.v.m. van hem gekocht garen, "dil-aerde" (een textieI-vulmiddel, vermoedelijk pijpaarde) en ontvangen winkelwaren (57)- Hieruit blijkt de oude band der familie met het aloude weversbedrijf ;. b. Uit de in noot 56 sub jj genoemde akte van 11 Hei 1650 blijkt, dat er ook een broer Steven Teunisz. ten Cate heeft bestaan (58). Volgens een hand-schrift-genealogie Van Delden zou zijn dochter Fenneken, welke op 9 Jan. 1676 met attestatie vanuit Deventer op Borne trouwt met een Jan Berendsz. van Delden, te Borne geboren zijn op 26 Sep. 1654 als de dochter van Steven Teunisz. ten Cate en Geertrui of Gerritje Arendsdr. ten Cate uit Goor als moeder. Kennelijk is deze Steven Teunisz. ten Cate (als winkelier ?) vanuit Borne later naar Deventer vertrokken, zoals uit de verder in noot 58 genoemde data blijkt. Van hem, tesamen met twee andere paren Ten Cate , hangen glas-in-lood-ruitjes in de z.g. "Blokzijlse kamer" van het Provinciaal Overijssels Museum in Zwolle uit het jaar 1643 (zie afb.nr.27). Als huis- of handelsmerk voert hij een monogram, bestaande uit de letters S.T.V.B, waaruit men zou opmaken, dat hij zich eigenlijk (of eerder) Steven Teunisz. van Borne noemde. De twee andere ruitjes zijn van een Hendrik Gerritsz. ten Cate uit Goor, die getrouwd is met een zekere Greetken Arentsen ten Cate, en van diens neef Lambert Hendriksz. ten Cate, die gehuwd was met Maria Willink. Dat hij tesamen met deze twee echtparen op deze ruitjes verschijnt, zou zijn oorzaak wel eens kunnen hebben in het feit, dat zijn vrouw Geertrui Arends ten Cate uit Goor was. Het is waarschijnlijk dan zó, dat de vrouw van Hendrik Gerritsz. ten Cate een zuster van haar is, dus voluit Greetken (of Grietjen) Arendsen ten Cate heet en eveneens uit Goor afkomstig is (zie afb . nr . 28);. c.Jan Teunisz. ten Cate, volgens "zijn glasruit" gehuwd met Maria Berendsen. Van hem werden, deels samen met zijn echtgenote, tussen 1633 en 1686 een groot aantal (32 stuks) aktes gevonden (zie hiernaast b.v. afb.nr. 29 en verder noot 59);. d. Een zuster Geesken Teunisdr. ten Cate, die in 1677 de weduwe is van een Hulshoff. Diens volledige naam blijkt uit een gevonden koopakte van 10 Apr. 1650 (60), waarin hij de tienden koopt uit het erve Egbertinck op Doringen. Dit erve is het eigendom van de Heren van Weleveld onder Zenderen en wanneer hij in 1676 overlijdt, komen deze tienden op naam van hun zoon Gerrit Teunisz. Hulshoff. Waarschijnlijk is hij ook degene, die als Tonnis Gerritsen in 1640 samen met (zoals dadelijk blijken zal) zijn schoonvader Tonnis ten Kaete borg staat voor een "uit Groningen verbannen Mennistenleraar" (van de "Groninger Oude Vlamingen"), die Riecke genoemd wordt (61);. e. Nóg een kind uit dit gezin is vermoedelijk een Hendrik Teunisz. ten Cate. In de losse processtukken van het stadsgericht van Delden bevindt zich namelijk een dossier "Henrick ten Cate van Borne versus Jan Ranninck van Delden" van 6 Jun. 1670. De vader van de laatstgenoemde had in 1648 bij deze Hendrik ten Cate in Borne kleding gekocht en hiervan 30 gld. en zes stuivers niet afbetaald. Via de advokaat Heisen uit Enschede probeert hij nu dit geld (m.i. rijkelijk laat) alsnog van de zoon Jan te innen, na de vader daartoe in 1664 te Delden al eens aangemaand te hebben (!). Deze Henrick ten Cate kan, gezien de in het dossier genoemde jaartallen 1648, 1665 en 1670 onmogelijk de zelfde zijn als één der beide Hendrikken Lambertsz. ten Cate uit Deventer of de Hendrik Hendriksz. ten Cate, die eertijds vanuit Borne naar Amsterdam ging. Hij zou te plaatsen zijn als een verder onbekende zoon van Teunis Gerritsz. ten Cate, die waarschijnlijk gelijk te stellen is met de Henrick ten Cate, de "zijde-wi nckelier van Borne geboirtig", die op 27 Hei 1661 tegen betaling van drie hondert goldguldens groot-burger der stad Deventer wordt, maar van wie verder in Deventer evenmin iets gevonden werd. Waarschijnlijk had deze een zoon Gerrit, van wie echter, - buiten zijn huwelijksakte in 1627 (62) evenmin sporen zijn teruggevonden. Leeftijden van deze generatie zijn alleen grof te schatten. Wanneer we de geboorte-data van twee kinderen, beiden in 1650 geboren, als richtsnoer nemen, kunnen we veronderstellen dat deze generatie geboren zal zijn tussen circa 1600 en 1620. Hun vader, die Teunis ten Cate moet hebben geheten, zal dan omstreeks 1575 geboren moeten zijn. Bronnen en aantekeningen:. 51-a. R.A. Zwolle: arch. landgericht v. Oldenzaal inv.nr. 9 (Volunt. zaken v. 1635-1651) per 19 Nov. 1636: Een aantal boeren en "goedheren" (landbezitters) der marke van Beuningen verschijnen voor de richter, waaronder Jan en Lambert ten Cate;. b. Idem inv.nr. 12 (Volunt. zaken v. 1708-1726) per 5 Feb. 1714: De hoofddrost van het stift Munster, Christoffel Heydenryck, heeft een schuld van 2.000 car.gld. aan Lambert ten Cate, "mennist tot Borne", welke op 24 Feb. 1642 door hem "met baren gelde" terugbetaald werd;. c. Idem inv.nr. 9 (Volunt. zaken v. 1635-1651) per 2 Dec. 1643: Lambert ten Cotte spreeckt aen, enz. ;. d. Idem per 23 Jan. 1647: Lambert ten Cotte tho Borne doet opbaedinge op Hermen Reymerinck voor 24 daler;. e. Idem per 6 Nov. 1647: Lambert ten Cotte tho Borne doet opbaedinge, enz.;. f. Idem: arch. landger. Enschede inv.nr. 38 (Contentieuze zaken v. 1648-1651) per 5 Mrt. 1649: Lambert ten Cate spreekt aen Herman ..(onleesbaar);. g. Idem per 19 Feb. 1650: Lambert ten Catte tot Borne doet opbaedinge aen Roon Herman sijn panden voor 4 gld.5 stv. voor geleent gelt;. h. Idem: arch. landger. Oldenzaal inv.nr. 18 (Volunt. zaken v. 1661-1687) per 5 Nov. 1664: Jan Joachim de Rheede, heer van Saasveld, leent 560 car.gld. van Lambert ten Cate en Anna, "eheluiden";. i. Idem per 22 Okt. 1666: De zelfde leent wederom 700 car.gld. van de "Edele Lambert ten Cate" en zijn echtgenote;. j. Idem: arch. landger. Delden inv.nr. 44 (Content.zaken v. 1665-1675) per 28 Nov. 1667: Lambert ten Cate bespreeckt Geert Nijhuijs voor 5 gld.17 stv. geleent gelt "cum expensis" (met onkosten);. k. Idem per 9 Jan. 1668: Lambert ten Caete verbint Geert Nijhuis in de Achterhaeve (?) luit voorgaende anspracke;. l. Idem: arch. landger. Oldenzaal inv.nr. 10 (Vol unt. zak. v. 1661-1687) per 31 Mrt. 1668 : Geertrui Dreierinck, Lubbert Dreierinck en Berent Dceierinck verklaren 100 ducatons verschuldigd te zijn aan Lambert ten Cate en Anna Adams, eheluiden, onder hypothecair verband;. m. Idem: Statenarchief, leenregister deel 3116, fol. 114-vo. per 4 Aug. 1670: Lambert ten Cate wordt beleend met "de thynden over het goet Engelbertinek in den gerichte van Oldensel";. n. Idem: arch. landger. Oldenzaal inv.nr. 10 (Volunt. zaken v.1661-1687) per 2 Sep. 1671: "Lambert ten Cate en Anna Adams, wonende tot Baerne", kopen een tiende van het erve Brinckhuis tot Deurningen (zie noot 39);. o. Idem: Statenarchief Volmachten en leenakten port. 5599 per 13 Jan. 1675: Lambert ten Cathe treedt samen met Johan Warners op als "mannen van leen", om een verklaring af te leggen. Hierop staat Lambert ten Cate's zegelafdruk met zijn huis- of handelsmerk, met er omheen zijn initialen L.T.C.;. p. Idem: arch . landger. v. Oldenzaal inv.nr. 10 (Volunt .zaken v. 1661-1687) per 4 Dec. 1675: Albert Spaniers en Fenne, eheluiden, verklaren 30 car.gld. schuldig te zijn aan Lambert ten Cate en Anna Adams, eheluiden, als koopsom van een paard en geven daarvoor een hypotheek op een "medeken" (weilandje), gelegen in de buurschap Lemselo;. q. Idem: arch. huis Weleveld te Zenderen, leenboek fol. 87 per 7 Okt. 1679: Lambert ten Cate treedt op als "leenman van Weleveld" om een getuigenis af te leggen;. r. Idem: arch. huis Almelo inv.nr. 212 (Leenboek van 1680-1730), fol. 19 per Jun. 1680: "Teunis Lamberts ten Caete wort beleent met de tienden (grof ende small) uit de goederen Wilminck, Averdinck en Nibbelinck in de buurschap van Aselo in't gericht van Delden .. Deszelfs vader Lambert ten Caete heeft daertoe als hulder nomine filii den eedt daertoe staende gedaen en in alles gepresteert hetgeen een getrouw vasal sijnen leenheer schuldigh was te doen ..";. s. Idem: arch. landger. v. Oldenzaal inv.nr. 10 (Volunt. zaken v. 1661-1687) per 5 Feb 1681: Afschrift van een op 12 Sep. 1680 te Borne verleden akte, waarbij de kinderen Dreierinck (zie deze noot sub 1) een hooimate in de Hasseler marke overdragen aan Lambert ten Cate en Anna Adams, eheluiden te Borne;. t. Idem: Statenarchief Volmachten en leenakten port. 5599 per 7 Jun. 1686: "Ick, Lambert ten Cathe en Jan ten Cathe, mannen van leen van dese provintie van Overyssel, betuygen en certificeeren voor die gerechte waerheydt, dat .. (betreft de Alvinghof te Zenderen). De verklaring wordt ondertekend en gezegeld door Lambert ten Cathe en Jan Gerritsen ten Cathe, de laatste met de toevoeging, dat hij "leenman van die Libertinenkercke tot Deventer" is. De zegels zijn beide voorzien van een huis- of handelsmerk met initialen;. u. Idem: arch. landger. v. Delden inv.nr. 46 (Content. zaken v. 1693-1687) per 2 Dec. 1686: Jan ten Catte op Het Have in Aselo bekent schuld aan Lambert ten Catte van Borne van 70 gld. geleend geld, met als onderpand een "wevetouw" met drie koeien (deze Jan ten Catte, ook wel Jan ten Haeve of Katten Jan geheten, behoort niét tot onze familie);. v. Idem per 5 Nov. 1687: Een verklaring van Lambert ten Caete als "leenman van Overijsel en Weleveld", met zijn lakzegelafdruk met huis- of handelsmerk en zijn initialen;. w. Idem: arch.landger. v. Oldenzaal inv.nr. 10 (Volunt. zaken v. 1661-1687) per 4 Jun. 1687: Het echtpaar Lambert ten Cate x Anna Adams leent opnieuw 1.000 car.gl. uit aan de Heer van Saasveld;. x. Uit Haga, A.: "Repertorium op de leenprothocollen van het huis Heeckeren bij Goor", Deventer (1948), pag. 4: Door bemiddeling van Tonnis Gerritsen (Hulshoff ?) en Lambert ten Cathe (waarvan akte in het leenarchief) verwerft de koopman Jan Costers uit Almelo op 26 Hei 1688 het erve Morskotte in Azelo onder Delden in leen;. y. Idem : Statenarchief Volmachten en leenakten port. 5599 per 28 Aug. 1690: Lambert ten Cathe te Borne legt weer een getuigenis af voor het Overijsselse leengericht, gezegeld met zijn huis- of handelsmerk;. z. Idem per 7 Sep. 1690: In een akte van het zelfde leengericht betreffende het erve en goed Het Holscher in de buurschap van Zenderen onder Borne, leenroerig aan het huis te Ruinen, is een getuigenverklaring toegevoegd: "Wy, Lambert ten Cathe en Gerrit Tonnissen Hulshof, leenmannen van de provincie van Overyssel en Welefelt, enz.", met zegels, waarop van beiden hun huis- of handelsmerk.
Vader: Teunisten Cate, zn. van Gerritten Cate (koopman; veehandelaar) en N.N., geb. te Borne [ov] circa 1570, koopman te Borne, ovl. te Borne [ov] circa 1642, tr. circa 1600.
Moeder: Mariavan Calcar (?), geb. te Vreden [Duitsland] circa 1580, ovl. te Borne [ov] circa 1650.
Mariavan Calcar (?), geb. te Vreden [Duitsland] circa 1580, ovl. te Borne [ov] circa 1650.
tr. circa 1600 met
Teunisten Cate, zn. van Gerritten Cate (koopman; veehandelaar) en N.N., geb. te Borne [ov] circa 1570, koopman te Borne, ovl. te Borne [ov] circa 1642.
Vader: TeunisHulshoff, zn. van GerritHulshoff en AaltjeN., geb. te Borne [ov] voor 1600, koopman; linnenreder te Borne, ovl. te Borne [ov] circa 1675, tr. te Borne [ov] circa 1635.
Vader: TeunisHulshoff, zn. van GerritHulshoff en AaltjeN., geb. te Borne [ov] voor 1600, koopman; linnenreder te Borne, ovl. te Borne [ov] circa 1675, tr. te Borne [ov] circa 1635.
Vader: TeunisHulshoff, zn. van GerritHulshoff en AaltjeN., geb. te Borne [ov] voor 1600, koopman; linnenreder te Borne, ovl. te Borne [ov] circa 1675, tr. te Borne [ov] circa 1635.
Vader: TeunisHulshoff, zn. van GerritHulshoff en AaltjeN., geb. te Borne [ov] voor 1600, koopman; linnenreder te Borne, ovl. te Borne [ov] circa 1675, tr. te Borne [ov] circa 1635.
Vader: TeunisHulshoff, zn. van GerritHulshoff en AaltjeN., geb. te Borne [ov] voor 1600, koopman; linnenreder te Borne, ovl. te Borne [ov] circa 1675, tr. te Borne [ov] circa 1635.
Geertjeten Cate, geb. te Borne [ov] circa 1625, ovl. te Zwolle [ov].
Vader: Berendten Cate, zn. van Hendrikten Cate (koopman te Borne; Oldenzaal) en Geertjenten Kocks, geb. te Borne [ov] circa 1600, koopman te Borne, ovl. te Borne [ov] circa 1675, tr. (huw. plaats en datum onbekend).
Moeder: Willempjevan Wely, geb. circa 1600, ovl. na 1675 (verder onbekend).
Barbaraten Cate, geb. te Borne [ov] circa 1630, ovl. te Doesburg [ge] circa 1715.
Opmerkingen Barbaraten Cate. RA Zwolle: Overstichtse en Overijsselse leenprotocollen: OF (1661-1687) Leenkamer nr. 28 fol. 135v, 1675 sep. 1: Barbra ten Cathe, weduwe Van Hoeven, na de dood van haar vader Berent Henrix ten Cate. Hulder Joan ten Cathe (hij kan niet haar broer zijn, deze is al in 1673 overleden). Zij wordt beleend met het erve en goed Maatman in het gericht Oldenzaal, boerschap Lemselo.
Vader: Berendten Cate, zn. van Hendrikten Cate (koopman te Borne; Oldenzaal) en Geertjenten Kocks, geb. te Borne [ov] circa 1600, koopman te Borne, ovl. te Borne [ov] circa 1675, tr. (huw. plaats en datum onbekend).
Moeder: Willempjevan Wely, geb. circa 1600, ovl. na 1675 (verder onbekend).
tr. te Borne [ov] met
Anthonyvan Hoeven, geb. (geb. plaats en datum onbekend), richter te Borne, ovl. te Borne [ov] voor 1 sep 1675.
Janten Cate, geb. te Borne [ov] in 1630, koopman; factoir te A'dam, begr. te Amsterdam [nh] St Anthonies kerkhof op 9 sep 1673.
Opmerkingen Janten Cate. Jan ten Cate had een textielwinkel in de Warmoesstraat te A'dam. Begr. "Jan Barentsz ten Cate op de Groenburgwal" (bron: GA A'dam B 1194/180). Stamvader van een snel uitgestorven tak. Zie: "de (van oorsprong doopsgezinde) familie ten C(K)ate uit Borne, van C.L. ten Cate, Utrecht 1986, blz 62 en noot 82.
Vader: Berendten Cate, zn. van Hendrikten Cate (koopman te Borne; Oldenzaal) en Geertjenten Kocks, geb. te Borne [ov] circa 1600, koopman te Borne, ovl. te Borne [ov] circa 1675, tr. (huw. plaats en datum onbekend).
Moeder: Willempjevan Wely, geb. circa 1600, ovl. na 1675 (verder onbekend).
otr. te Amsterdam [nh] op 7 jan 1656 (Bron:GA A'dam OTR 682/369) met
Josinade Vries, dr. van Abrahamde Vries en N.N., geb. te Haarlem [nh] in 1639, begr. te Amsterdam [nh] Noorderkerkhof op 21 jul 1671.
Opmerkingen Josinade Vries. Begr. "Josyna de Vries op de Fluweele Burgwal". (vlg. C.L. ten Cate, Bornse genealogie noot 82-b. blz. 243). Opmerkingen Jan ten Cate en Josina de Vries Ondertr. "Jan ten Cate, van Borne, out 26 jaar, de moeder aldaar, geadst met David Willink, woont in de Warmoesstraat en Josina de Vries van Haerlem, out 17 jaar, geadst met Abraham Woutersz". Vlg C.L. ten Cate (noot 82 a, Bornse genealogie) is de getuige David Willink de zn van Warner Willink Jansz en Judith Hendriksdr ten Cate. Hij staat echter niet in de genealogie (blz 150/151) bij de andere kinderen van dit echtpaar vermeld. Deze David Willink was lakenhandelaar op de Nieuwendijk. Een zuster van hem, Catharina (Trijntje) Willink trouwde met Herman Jansz ten Cate van de Almelose stam. Zie: "De Almelose tak van de (van oorsprong doopsgezinde) familie ten Cate uit Borne", van W.E.M. ten Cate, Maasland 1991, V-5, blz. 31. (STAM-ALM). Vlg. C.L. ten Cate (zie noot 82-b. blz. 243 van zijn Bornse genealogie) zouden zij slechts één zn. hebben gekregen, naar zijn grootvader van vader's zijde Barend ten Cate geheten. Hij baseert dit op het volgende gegeven uit het GA A'dam: Archief van de Weeskamer, voogdijboek E, fol. 246v per 15 nov. 1680: "De weesmeesteren stellen tot voogd over Barent, de nagelaten soon van Jan ten Cate in sijn leven koopman en factoir, verwekt bij Josina de Vries, Wouter de Vries schipper op Rotterdam, den oom van den jongeman". m.i.z. Kan er nog een tweede zn. Andries zijn geweest, welke bij de voogdijstelling reeds meerderjarig was en daardoor niet meer voorkomt in het voogdijboek. Verder valt op dat de voogdijstelling 7 jaar na het overl. van Jan ten Cate plaatsvindt en 9 jaar na het vermoedelijke overl. van Josina de Vries. Op 4 juni 1740 wordt op het St. Anthonieskerkhof (1201197v) begraven Hendrikje ten Kate, Groeneburgwal, prodeo. Mogelijk een nog onbekende dochter, idem reeds meerderjarig bij de voogdijstelling in 1680.
Aaltjeten Cate, geb. te Borne [ov] circa 1633, ovl. te Amsterdam [nh] in 1680, begr. te Amsterdam [nh] op 16 okt 1680.
Opmerkingen Aaltjeten Cate. Over de ouders van deze Aaltje wordt in haar ondertr. akte niets vermeld, maar op grond van het feit, dat zij evenals de hiervoor genoemde Jan ten Cate bij haar ondertr. geen vader meer heeft, terwijl de moeder tot Borne woont, neemt C.L. ten Cate, (noot 82-c. blz. 243 van zijn Bornse genealogie) aan, dat zij een jongere zuster van hem is. Daar zij volgens haar ondertr. inschrijving in Haarlem woont, neemt C.L. ten Cate aan, dat zij voordien haar intrek genomen had bij haar oom Hendrik Hendriksz ten Cate, die van 1656 tot 1660 in Haarlem woonde en daar, naast zijn linnenfaktorij, een bierbrouwerij exploiteerde. (Zie: "Hendrik Hendriksz ten Cate, een 'koopman-avonturier' uit Borne met zijn kinderen", C.L. ten Cate, Utrecht 1982).
Vader: Berendten Cate, zn. van Hendrikten Cate (koopman te Borne; Oldenzaal) en Geertjenten Kocks, geb. te Borne [ov] circa 1600, koopman te Borne, ovl. te Borne [ov] circa 1675, tr. (huw. plaats en datum onbekend).
Moeder: Willempjevan Wely, geb. circa 1600, ovl. na 1675 (verder onbekend).
otr. te Amsterdam [nh] op 18 jul 1659, tr. te Amsterdam [nh] op 4 aug 1659 met
Opmerkingen Johannesde Rosijn. De Rosijn's waren uit Frankrijk uitgeweken hugenoten, mogelijk ook doopsgezinden die zich aanvankelijk in de stad Utrecht hadden gevestigd. Opmerkingen Johannes de Rosijn en Aaltje ten Cate Ondertr. "Johannes Rozijn van A: zijde winkelier, out 23 jaar, geadst met Zacharias de Rosijn zijn vader in de Warmoesstraat en Aaltje ten Cate van Borne in twente, out 26 jaar, woont tot Haerlem, de moeder tot Borne".
>
Hermanten Cate, geb. te Borne [ov] circa 1635 (verder onbekend).
Vader: Berendten Cate, zn. van Hendrikten Cate (koopman te Borne; Oldenzaal) en Geertjenten Kocks, geb. te Borne [ov] circa 1600, koopman te Borne, ovl. te Borne [ov] circa 1675, tr. (huw. plaats en datum onbekend).
Moeder: Willempjevan Wely, geb. circa 1600, ovl. na 1675 (verder onbekend).
Grietjeten Cate, geb. te Borne [ov] circa 1637, ovl. (overl. plaats en datum onbekend).
Vader: Berendten Cate, zn. van Hendrikten Cate (koopman te Borne; Oldenzaal) en Geertjenten Kocks, geb. te Borne [ov] circa 1600, koopman te Borne, ovl. te Borne [ov] circa 1675, tr. (huw. plaats en datum onbekend).
Moeder: Willempjevan Wely, geb. circa 1600, ovl. na 1675 (verder onbekend).
tr. te Buiksloot [nh] op 2 dec 1674 met
HermanusCorte, geb. te Amsterdam [nh] (verder onbekend).
>
Opmerkingen Berendten Cate. RA Zwolle: Overstichtse en Overijsselse leenprotocollen: OE (1638-1660), leenkamer nr. 27 fol 169v, 1646 feb. 5: Berent Henrixen ten Cotte na opdracht door Gerhardt de Rhede tot Saesfelt, beleend met 'het erve ende goet Maetman, gelegen in den gerichte van Oldenzael, bourschap Lemselo.
Lambertten Cate, geb. te Borne [ov] circa 1620, koopman en leerlooier te Borne, ovl. te Borne [ov] na 1702.
Opmerkingen Lambertten Cate. Lambert Teunisz. ten Cate (ca. 1620 - ca. 1702). Het direkte bewijs, dat Lambert Teunisz. ten Cate en Anna Adamsdr, zijn vrouw, de ouders zijn van de hiervoor genoemde Teunis Lambertsz. ten Cate met zijn broers en zusters, wordt gegeven in de eerste in noot 38 geciteerde akte uit 1719- Dat zijn patronymicum Teunisz. is, blijkt uit een akte in het leenboek van Huis Almelo (40), de enige keer, waarbij hij met zijn vadersnaam wordt vermeld. Een aanvullend bewijs voor zijn vaderschap verschijnt nog in een akte uit de boeken van het landgericht van Oldenzaal, waarin een schuldbekentenis wordt geboekt per 4 Jun. 1687 van de baron Gerhard van Rheede, heer van Saasveld (een kasteel of havezathe ten NO van Borne) ten bedrage van 1.000 gld, "opgenomen van de Edele Lambert ten Caete", waarbij als kanttekening staat vermeld, dat op 7 Feb. 1714 dit bedrag werd terug ontvangen door Tonnis Lambers ten Cate als "gevolmachtigde van zijn vader". Wij vinden zijn naam, vaak samengaande met die van zijn vrouw Anna Adams (haar familienaam heb ik niet kunnen ontdekken) op 29 plaatsen in bewaard gebleven archiefstukken op het Rijksarchiefdepot voor Overijssel te Zwolle (51). Hoewel deze data niets vertellen over de aard van zijn handelsaktiviteiten, geven zij toch een duidelijk beeld van zijn financiële welstand (zie o.m. afb. nr. 23 ). Hieraan hebben wij het ook te danken dat de stamboom der Bornse familie bij hem niet doodgelopen is. De gegevens werden aangetroffen in de archieven van het landgericht van Oldenzaal, dat van Delden en van Enschede, de leenakten en volmachten van het Overijsselse Statenarchief, een enkel gegeven in het leenboek van Huis Weleveld en de taxatielijst voor de 1.000ste penning (zie afb. nr. 24). Deze gevonden data zijn evenwel niet van zodanige aard, dat zij aanwijzingen over familierelaties bevatten, zoals dat bij die van zijn zoon Teunis Lambertsz. het geval is: hij treedt, al dan niet met zijn echtgenote, volkomen individueel op. Slechts éénmaal verschijnt hij in een akte met vermelding van zijn vader's naam Teunis (z.) (52). In alle andere van hem gevonden stukken wordt hij slechts Lambert ten Cate, zonder patronymicum, genoemd. Zeer waarschijnlijk is de verklaring hiervoor, dat hij in zijn leven de enige Ten Cate in Borne en omgeving is, die de voornaam Lambert draagt, waardoor vermelding van zijn vader's naam niet noodzakelijk was om vergissingen uit te sluiten met anderen, die de zelfde voornaam droegen. In zijn tijd hebben er, - naar de bronnen openbaren slechts twee andere Lambert's ten Cate geleefd, beiden volle neven van hem : één in Deventer (zoon van een Hendrik ten Cate, van wie de gegevens te vinden zijn in het "Stamboek der Willinken" (zie noot 9), omdat deze met een dochter uit deze familie trouwde (waaruit de Amsterdamse Ten Kate's voorkomen). Deze noemt zich wél geregeld Lambert Hendriksz. ten Cate ("uit de Rijkmansstraat"). Hij ondertrouwde in Deventer in 1652 voor de tweede keer met een vrouw uit de bekende Doopsgezinde familie Kops uit Kampen. In 1663 moet hij reeds overleden zijn, want in de ondertrouwakte van zijn zoon Hendrik Lambertsz. ten Cate , die dan ook met een meisje Kops, maar nu afkomstig uit het Noordelijke Rijnland (uit Goch) gaat trouwen, staat vermeld dat deze zoon een kind is van "de zalige Lambert Hendriks ten Kate uit de Rykmanstraet". De derde Lambert ten Cate heeft in Zwolle gewoond als de zoon van de uit Borne afkomstige Anthony Hendriksz. ten Cate, de man, die reeds in 1647 "als mennist" het grootburgerschap van Zwolle verkreeg (53). Dat was voor die tijd uitermate bijzonder, maar mogelijk ligt hiervoor de verklaring in het voor die tijd enorm hoge bedrag, dat voor zo'n grootburgerschap betaald moest worden, een bedrag dat Anthony ten Cate blijkbaar gemakkelijk kon betalen en dat de vroedschap van Zwolle op dat moment, - vermoedelijk niet gestoord door het wakend oog der Hervormde predikanten -, best gebruiken kon?. Iets dergelijks zien we trouwens in de stad Deventer gebeuren, waar op 27 Mei 1661 "Henrick ten Cate, zyde-winckelier van Borne geboirtig, by Schepenen ende Raedt mitte volle borgerschap voir drie hondert goltguldens (wordt) voorsien, zoals het in het burgerboek van die stad te lezen staat. Voor zo ver zich uit de spaarzame Zwolse gegevens over de Ten Cate's in die stad laat afleiden, schijnt deze Zwolse Lambert ten Cate ongehuwd te zijn gebleven. Ondanks beide belemmeringen bleek het toch mogelijk bepaalde verwantschappen van Lambert ten Cate uit Borne op te sporen aan de hand van de al genoemde glas-in-lood-ruitjes en een aantal zegelafdrukken van Bornse Ten Cate's uit die tijd, waarop hun huis- of handelsmerk voorkwam (54). Op twee van de drie bewaard gebleven glasruiten komen deze huis- of handelsmerken voor, die "verwantschap" vertonen met het op een aantal lakzegel-afdrukken gevonden merk van Lambert ten Cate (zie afb.nr. 26). Homeyer en ook Cato Elderink (55) wijzen op naaste bloedverwantschap bij dergelijke overeenkomsten. Ds . Gerrit ten Cate (13) vermoedt reeds iets in die richting, zij het ook op andere gronden. In het voorbericht bij zijn publikatie schrijft hij, na de vermelding en tekstweergave van de drie glas-in-lood-ruitjes uit het "Oude Kipshoes" in Borne: "Nemen wij nu in aanmerking, dat het eertijds overal in Twente gebruikelijk was om dergelijke glazen bij het trouwen ten geschenke te geven, terwijl wij weten dat Teunis Lammerts (ten Cate) gehuwd is in het daarop genoemde jaar 1677, dan ligt het vermoeden voor de hand dat deze Gerridt, Geeske en. Jan zijn ooms en tante waren en dat dus zijn vader Lammert Tonnissen of Teunissen ten C h a t e heette .. Doch dit zijn gissingen ..". Ondanks het ontbreken van een volkomen bewijs neem ik op grond van de overeenkomsten van de huis- of handelsmerken en de namen op de drie glasruiten uit 1677 aan, - maar met iets meer overtuiging dan Ds. Gerrit ten Cate kon opbrengen -, dat de op de glasruiten genoemde echtparen inderdaad ooms en tante zijn van Teunis Lambertsz. ten Cate, waaruit mede de konklusie volgt, dat ook Lambert ten Cate hun broeder was. Lambert Teunisz. ten Cate heeft dus in elk geval de volgende broers en zuster: Gerrit Teunisz. ten Cate, volgens de glasruit gehuwd met Aaltje Gerritsdr. Ik vond van dit echtpaar 21 aktes, waaruit blijkt, dat hijzelf overleden moet zijn vóór 1681 en zijn vrouw vóór 1667 (56). Van zijn kleinzoon Gerrit Teunisz. ten Cate, die naar Deventer trok, vond ik een aardige akte uit 1699, waarin een lid van de bekende Doopsgezinde familie Paschen uit Enschede een schuld met hem regelt i.v.m. van hem gekocht garen, "dil-aerde" (een textieI-vulmiddel, vermoedelijk pijpaarde) en ontvangen winkelwaren (57)- Hieruit blijkt de oude band der familie met het aloude weversbedrijf ;. b. Uit de in noot 56 sub jj genoemde akte van 11 Hei 1650 blijkt, dat er ook een broer Steven Teunisz. ten Cate heeft bestaan (58). Volgens een hand-schrift-genealogie Van Delden zou zijn dochter Fenneken, welke op 9 Jan. 1676 met attestatie vanuit Deventer op Borne trouwt met een Jan Berendsz. van Delden, te Borne geboren zijn op 26 Sep. 1654 als de dochter van Steven Teunisz. ten Cate en Geertrui of Gerritje Arendsdr. ten Cate uit Goor als moeder. Kennelijk is deze Steven Teunisz. ten Cate (als winkelier ?) vanuit Borne later naar Deventer vertrokken, zoals uit de verder in noot 58 genoemde data blijkt. Van hem, tesamen met twee andere paren Ten Cate , hangen glas-in-lood-ruitjes in de z.g. "Blokzijlse kamer" van het Provinciaal Overijssels Museum in Zwolle uit het jaar 1643 (zie afb.nr.27). Als huis- of handelsmerk voert hij een monogram, bestaande uit de letters S.T.V.B, waaruit men zou opmaken, dat hij zich eigenlijk (of eerder) Steven Teunisz. van Borne noemde. De twee andere ruitjes zijn van een Hendrik Gerritsz. ten Cate uit Goor, die getrouwd is met een zekere Greetken Arentsen ten Cate, en van diens neef Lambert Hendriksz. ten Cate, die gehuwd was met Maria Willink. Dat hij tesamen met deze twee echtparen op deze ruitjes verschijnt, zou zijn oorzaak wel eens kunnen hebben in het feit, dat zijn vrouw Geertrui Arends ten Cate uit Goor was. Het is waarschijnlijk dan zó, dat de vrouw van Hendrik Gerritsz. ten Cate een zuster van haar is, dus voluit Greetken (of Grietjen) Arendsen ten Cate heet en eveneens uit Goor afkomstig is (zie afb . nr . 28);. c.Jan Teunisz. ten Cate, volgens "zijn glasruit" gehuwd met Maria Berendsen. Van hem werden, deels samen met zijn echtgenote, tussen 1633 en 1686 een groot aantal (32 stuks) aktes gevonden (zie hiernaast b.v. afb.nr. 29 en verder noot 59);. d. Een zuster Geesken Teunisdr. ten Cate, die in 1677 de weduwe is van een Hulshoff. Diens volledige naam blijkt uit een gevonden koopakte van 10 Apr. 1650 (60), waarin hij de tienden koopt uit het erve Egbertinck op Doringen. Dit erve is het eigendom van de Heren van Weleveld onder Zenderen en wanneer hij in 1676 overlijdt, komen deze tienden op naam van hun zoon Gerrit Teunisz. Hulshoff. Waarschijnlijk is hij ook degene, die als Tonnis Gerritsen in 1640 samen met (zoals dadelijk blijken zal) zijn schoonvader Tonnis ten Kaete borg staat voor een "uit Groningen verbannen Mennistenleraar" (van de "Groninger Oude Vlamingen"), die Riecke genoemd wordt (61);. e. Nóg een kind uit dit gezin is vermoedelijk een Hendrik Teunisz. ten Cate. In de losse processtukken van het stadsgericht van Delden bevindt zich namelijk een dossier "Henrick ten Cate van Borne versus Jan Ranninck van Delden" van 6 Jun. 1670. De vader van de laatstgenoemde had in 1648 bij deze Hendrik ten Cate in Borne kleding gekocht en hiervan 30 gld. en zes stuivers niet afbetaald. Via de advokaat Heisen uit Enschede probeert hij nu dit geld (m.i. rijkelijk laat) alsnog van de zoon Jan te innen, na de vader daartoe in 1664 te Delden al eens aangemaand te hebben (!). Deze Henrick ten Cate kan, gezien de in het dossier genoemde jaartallen 1648, 1665 en 1670 onmogelijk de zelfde zijn als één der beide Hendrikken Lambertsz. ten Cate uit Deventer of de Hendrik Hendriksz. ten Cate, die eertijds vanuit Borne naar Amsterdam ging. Hij zou te plaatsen zijn als een verder onbekende zoon van Teunis Gerritsz. ten Cate, die waarschijnlijk gelijk te stellen is met de Henrick ten Cate, de "zijde-wi nckelier van Borne geboirtig", die op 27 Hei 1661 tegen betaling van drie hondert goldguldens groot-burger der stad Deventer wordt, maar van wie verder in Deventer evenmin iets gevonden werd. Waarschijnlijk had deze een zoon Gerrit, van wie echter, - buiten zijn huwelijksakte in 1627 (62) evenmin sporen zijn teruggevonden. Leeftijden van deze generatie zijn alleen grof te schatten. Wanneer we de geboorte-data van twee kinderen, beiden in 1650 geboren, als richtsnoer nemen, kunnen we veronderstellen dat deze generatie geboren zal zijn tussen circa 1600 en 1620. Hun vader, die Teunis ten Cate moet hebben geheten, zal dan omstreeks 1575 geboren moeten zijn. Bronnen en aantekeningen:. 51-a. R.A. Zwolle: arch. landgericht v. Oldenzaal inv.nr. 9 (Volunt. zaken v. 1635-1651) per 19 Nov. 1636: Een aantal boeren en "goedheren" (landbezitters) der marke van Beuningen verschijnen voor de richter, waaronder Jan en Lambert ten Cate;. b. Idem inv.nr. 12 (Volunt. zaken v. 1708-1726) per 5 Feb. 1714: De hoofddrost van het stift Munster, Christoffel Heydenryck, heeft een schuld van 2.000 car.gld. aan Lambert ten Cate, "mennist tot Borne", welke op 24 Feb. 1642 door hem "met baren gelde" terugbetaald werd;. c. Idem inv.nr. 9 (Volunt. zaken v. 1635-1651) per 2 Dec. 1643: Lambert ten Cotte spreeckt aen, enz. ;. d. Idem per 23 Jan. 1647: Lambert ten Cotte tho Borne doet opbaedinge op Hermen Reymerinck voor 24 daler;. e. Idem per 6 Nov. 1647: Lambert ten Cotte tho Borne doet opbaedinge, enz.;. f. Idem: arch. landger. Enschede inv.nr. 38 (Contentieuze zaken v. 1648-1651) per 5 Mrt. 1649: Lambert ten Cate spreekt aen Herman ..(onleesbaar);. g. Idem per 19 Feb. 1650: Lambert ten Catte tot Borne doet opbaedinge aen Roon Herman sijn panden voor 4 gld.5 stv. voor geleent gelt;. h. Idem: arch. landger. Oldenzaal inv.nr. 18 (Volunt. zaken v. 1661-1687) per 5 Nov. 1664: Jan Joachim de Rheede, heer van Saasveld, leent 560 car.gld. van Lambert ten Cate en Anna, "eheluiden";. i. Idem per 22 Okt. 1666: De zelfde leent wederom 700 car.gld. van de "Edele Lambert ten Cate" en zijn echtgenote;. j. Idem: arch. landger. Delden inv.nr. 44 (Content.zaken v. 1665-1675) per 28 Nov. 1667: Lambert ten Cate bespreeckt Geert Nijhuijs voor 5 gld.17 stv. geleent gelt "cum expensis" (met onkosten);. k. Idem per 9 Jan. 1668: Lambert ten Caete verbint Geert Nijhuis in de Achterhaeve (?) luit voorgaende anspracke;. l. Idem: arch. landger. Oldenzaal inv.nr. 10 (Vol unt. zak. v. 1661-1687) per 31 Mrt. 1668 : Geertrui Dreierinck, Lubbert Dreierinck en Berent Dceierinck verklaren 100 ducatons verschuldigd te zijn aan Lambert ten Cate en Anna Adams, eheluiden, onder hypothecair verband;. m. Idem: Statenarchief, leenregister deel 3116, fol. 114-vo. per 4 Aug. 1670: Lambert ten Cate wordt beleend met "de thynden over het goet Engelbertinek in den gerichte van Oldensel";. n. Idem: arch. landger. Oldenzaal inv.nr. 10 (Volunt. zaken v.1661-1687) per 2 Sep. 1671: "Lambert ten Cate en Anna Adams, wonende tot Baerne", kopen een tiende van het erve Brinckhuis tot Deurningen (zie noot 39);. o. Idem: Statenarchief Volmachten en leenakten port. 5599 per 13 Jan. 1675: Lambert ten Cathe treedt samen met Johan Warners op als "mannen van leen", om een verklaring af te leggen. Hierop staat Lambert ten Cate's zegelafdruk met zijn huis- of handelsmerk, met er omheen zijn initialen L.T.C.;. p. Idem: arch . landger. v. Oldenzaal inv.nr. 10 (Volunt .zaken v. 1661-1687) per 4 Dec. 1675: Albert Spaniers en Fenne, eheluiden, verklaren 30 car.gld. schuldig te zijn aan Lambert ten Cate en Anna Adams, eheluiden, als koopsom van een paard en geven daarvoor een hypotheek op een "medeken" (weilandje), gelegen in de buurschap Lemselo;. q. Idem: arch. huis Weleveld te Zenderen, leenboek fol. 87 per 7 Okt. 1679: Lambert ten Cate treedt op als "leenman van Weleveld" om een getuigenis af te leggen;. r. Idem: arch. huis Almelo inv.nr. 212 (Leenboek van 1680-1730), fol. 19 per Jun. 1680: "Teunis Lamberts ten Caete wort beleent met de tienden (grof ende small) uit de goederen Wilminck, Averdinck en Nibbelinck in de buurschap van Aselo in't gericht van Delden .. Deszelfs vader Lambert ten Caete heeft daertoe als hulder nomine filii den eedt daertoe staende gedaen en in alles gepresteert hetgeen een getrouw vasal sijnen leenheer schuldigh was te doen ..";. s. Idem: arch. landger. v. Oldenzaal inv.nr. 10 (Volunt. zaken v. 1661-1687) per 5 Feb 1681: Afschrift van een op 12 Sep. 1680 te Borne verleden akte, waarbij de kinderen Dreierinck (zie deze noot sub 1) een hooimate in de Hasseler marke overdragen aan Lambert ten Cate en Anna Adams, eheluiden te Borne;. t. Idem: Statenarchief Volmachten en leenakten port. 5599 per 7 Jun. 1686: "Ick, Lambert ten Cathe en Jan ten Cathe, mannen van leen van dese provintie van Overyssel, betuygen en certificeeren voor die gerechte waerheydt, dat .. (betreft de Alvinghof te Zenderen). De verklaring wordt ondertekend en gezegeld door Lambert ten Cathe en Jan Gerritsen ten Cathe, de laatste met de toevoeging, dat hij "leenman van die Libertinenkercke tot Deventer" is. De zegels zijn beide voorzien van een huis- of handelsmerk met initialen;. u. Idem: arch. landger. v. Delden inv.nr. 46 (Content. zaken v. 1693-1687) per 2 Dec. 1686: Jan ten Catte op Het Have in Aselo bekent schuld aan Lambert ten Catte van Borne van 70 gld. geleend geld, met als onderpand een "wevetouw" met drie koeien (deze Jan ten Catte, ook wel Jan ten Haeve of Katten Jan geheten, behoort niét tot onze familie);. v. Idem per 5 Nov. 1687: Een verklaring van Lambert ten Caete als "leenman van Overijsel en Weleveld", met zijn lakzegelafdruk met huis- of handelsmerk en zijn initialen;. w. Idem: arch.landger. v. Oldenzaal inv.nr. 10 (Volunt. zaken v. 1661-1687) per 4 Jun. 1687: Het echtpaar Lambert ten Cate x Anna Adams leent opnieuw 1.000 car.gl. uit aan de Heer van Saasveld;. x. Uit Haga, A.: "Repertorium op de leenprothocollen van het huis Heeckeren bij Goor", Deventer (1948), pag. 4: Door bemiddeling van Tonnis Gerritsen (Hulshoff ?) en Lambert ten Cathe (waarvan akte in het leenarchief) verwerft de koopman Jan Costers uit Almelo op 26 Hei 1688 het erve Morskotte in Azelo onder Delden in leen;. y. Idem : Statenarchief Volmachten en leenakten port. 5599 per 28 Aug. 1690: Lambert ten Cathe te Borne legt weer een getuigenis af voor het Overijsselse leengericht, gezegeld met zijn huis- of handelsmerk;. z. Idem per 7 Sep. 1690: In een akte van het zelfde leengericht betreffende het erve en goed Het Holscher in de buurschap van Zenderen onder Borne, leenroerig aan het huis te Ruinen, is een getuigenverklaring toegevoegd: "Wy, Lambert ten Cathe en Gerrit Tonnissen Hulshof, leenmannen van de provincie van Overyssel en Welefelt, enz.", met zegels, waarop van beiden hun huis- of handelsmerk.
Vader: Teunisten Cate, zn. van Gerritten Cate (koopman; veehandelaar) en N.N., geb. te Borne [ov] circa 1570, koopman te Borne, ovl. te Borne [ov] circa 1642, tr. circa 1600.
Moeder: Mariavan Calcar (?), geb. te Vreden [Duitsland] circa 1580, ovl. te Borne [ov] circa 1650.
Mariavan Calcar (?), geb. te Vreden [Duitsland] circa 1580, ovl. te Borne [ov] circa 1650.
tr. circa 1600 met
Teunisten Cate, zn. van Gerritten Cate (koopman; veehandelaar) en N.N., geb. te Borne [ov] circa 1570, koopman te Borne, ovl. te Borne [ov] circa 1642.
Vader: TeunisHulshoff, zn. van GerritHulshoff en AaltjeN., geb. te Borne [ov] voor 1600, koopman; linnenreder te Borne, ovl. te Borne [ov] circa 1675, tr. te Borne [ov] circa 1635.
Vader: TeunisHulshoff, zn. van GerritHulshoff en AaltjeN., geb. te Borne [ov] voor 1600, koopman; linnenreder te Borne, ovl. te Borne [ov] circa 1675, tr. te Borne [ov] circa 1635.
Vader: TeunisHulshoff, zn. van GerritHulshoff en AaltjeN., geb. te Borne [ov] voor 1600, koopman; linnenreder te Borne, ovl. te Borne [ov] circa 1675, tr. te Borne [ov] circa 1635.
Vader: TeunisHulshoff, zn. van GerritHulshoff en AaltjeN., geb. te Borne [ov] voor 1600, koopman; linnenreder te Borne, ovl. te Borne [ov] circa 1675, tr. te Borne [ov] circa 1635.
Vader: TeunisHulshoff, zn. van GerritHulshoff en AaltjeN., geb. te Borne [ov] voor 1600, koopman; linnenreder te Borne, ovl. te Borne [ov] circa 1675, tr. te Borne [ov] circa 1635.
Geertjeten Cate, geb. te Borne [ov] circa 1625, ovl. te Zwolle [ov].
Vader: Berendten Cate, zn. van Hendrikten Cate (koopman te Borne; Oldenzaal) en Geertjenten Kocks, geb. te Borne [ov] circa 1600, koopman te Borne, ovl. te Borne [ov] circa 1675, tr. (huw. plaats en datum onbekend).
Moeder: Willempjevan Wely, geb. circa 1600, ovl. na 1675 (verder onbekend).
Barbaraten Cate, geb. te Borne [ov] circa 1630, ovl. te Doesburg [ge] circa 1715.
Opmerkingen Barbaraten Cate. RA Zwolle: Overstichtse en Overijsselse leenprotocollen: OF (1661-1687) Leenkamer nr. 28 fol. 135v, 1675 sep. 1: Barbra ten Cathe, weduwe Van Hoeven, na de dood van haar vader Berent Henrix ten Cate. Hulder Joan ten Cathe (hij kan niet haar broer zijn, deze is al in 1673 overleden). Zij wordt beleend met het erve en goed Maatman in het gericht Oldenzaal, boerschap Lemselo.
Vader: Berendten Cate, zn. van Hendrikten Cate (koopman te Borne; Oldenzaal) en Geertjenten Kocks, geb. te Borne [ov] circa 1600, koopman te Borne, ovl. te Borne [ov] circa 1675, tr. (huw. plaats en datum onbekend).
Moeder: Willempjevan Wely, geb. circa 1600, ovl. na 1675 (verder onbekend).
tr. te Borne [ov] met
Anthonyvan Hoeven, geb. (geb. plaats en datum onbekend), richter te Borne, ovl. te Borne [ov] voor 1 sep 1675.
Janten Cate, geb. te Borne [ov] in 1630, koopman; factoir te A'dam, begr. te Amsterdam [nh] St Anthonies kerkhof op 9 sep 1673.
Opmerkingen Janten Cate. Jan ten Cate had een textielwinkel in de Warmoesstraat te A'dam. Begr. "Jan Barentsz ten Cate op de Groenburgwal" (bron: GA A'dam B 1194/180). Stamvader van een snel uitgestorven tak. Zie: "de (van oorsprong doopsgezinde) familie ten C(K)ate uit Borne, van C.L. ten Cate, Utrecht 1986, blz 62 en noot 82.
Vader: Berendten Cate, zn. van Hendrikten Cate (koopman te Borne; Oldenzaal) en Geertjenten Kocks, geb. te Borne [ov] circa 1600, koopman te Borne, ovl. te Borne [ov] circa 1675, tr. (huw. plaats en datum onbekend).
Moeder: Willempjevan Wely, geb. circa 1600, ovl. na 1675 (verder onbekend).
otr. te Amsterdam [nh] op 7 jan 1656 (Bron:GA A'dam OTR 682/369) met
Josinade Vries, dr. van Abrahamde Vries en N.N., geb. te Haarlem [nh] in 1639, begr. te Amsterdam [nh] Noorderkerkhof op 21 jul 1671.
Opmerkingen Josinade Vries. Begr. "Josyna de Vries op de Fluweele Burgwal". (vlg. C.L. ten Cate, Bornse genealogie noot 82-b. blz. 243). Opmerkingen Jan ten Cate en Josina de Vries Ondertr. "Jan ten Cate, van Borne, out 26 jaar, de moeder aldaar, geadst met David Willink, woont in de Warmoesstraat en Josina de Vries van Haerlem, out 17 jaar, geadst met Abraham Woutersz". Vlg C.L. ten Cate (noot 82 a, Bornse genealogie) is de getuige David Willink de zn van Warner Willink Jansz en Judith Hendriksdr ten Cate. Hij staat echter niet in de genealogie (blz 150/151) bij de andere kinderen van dit echtpaar vermeld. Deze David Willink was lakenhandelaar op de Nieuwendijk. Een zuster van hem, Catharina (Trijntje) Willink trouwde met Herman Jansz ten Cate van de Almelose stam. Zie: "De Almelose tak van de (van oorsprong doopsgezinde) familie ten Cate uit Borne", van W.E.M. ten Cate, Maasland 1991, V-5, blz. 31. (STAM-ALM). Vlg. C.L. ten Cate (zie noot 82-b. blz. 243 van zijn Bornse genealogie) zouden zij slechts één zn. hebben gekregen, naar zijn grootvader van vader's zijde Barend ten Cate geheten. Hij baseert dit op het volgende gegeven uit het GA A'dam: Archief van de Weeskamer, voogdijboek E, fol. 246v per 15 nov. 1680: "De weesmeesteren stellen tot voogd over Barent, de nagelaten soon van Jan ten Cate in sijn leven koopman en factoir, verwekt bij Josina de Vries, Wouter de Vries schipper op Rotterdam, den oom van den jongeman". m.i.z. Kan er nog een tweede zn. Andries zijn geweest, welke bij de voogdijstelling reeds meerderjarig was en daardoor niet meer voorkomt in het voogdijboek. Verder valt op dat de voogdijstelling 7 jaar na het overl. van Jan ten Cate plaatsvindt en 9 jaar na het vermoedelijke overl. van Josina de Vries. Op 4 juni 1740 wordt op het St. Anthonieskerkhof (1201197v) begraven Hendrikje ten Kate, Groeneburgwal, prodeo. Mogelijk een nog onbekende dochter, idem reeds meerderjarig bij de voogdijstelling in 1680.
Aaltjeten Cate, geb. te Borne [ov] circa 1633, ovl. te Amsterdam [nh] in 1680, begr. te Amsterdam [nh] op 16 okt 1680.
Opmerkingen Aaltjeten Cate. Over de ouders van deze Aaltje wordt in haar ondertr. akte niets vermeld, maar op grond van het feit, dat zij evenals de hiervoor genoemde Jan ten Cate bij haar ondertr. geen vader meer heeft, terwijl de moeder tot Borne woont, neemt C.L. ten Cate, (noot 82-c. blz. 243 van zijn Bornse genealogie) aan, dat zij een jongere zuster van hem is. Daar zij volgens haar ondertr. inschrijving in Haarlem woont, neemt C.L. ten Cate aan, dat zij voordien haar intrek genomen had bij haar oom Hendrik Hendriksz ten Cate, die van 1656 tot 1660 in Haarlem woonde en daar, naast zijn linnenfaktorij, een bierbrouwerij exploiteerde. (Zie: "Hendrik Hendriksz ten Cate, een 'koopman-avonturier' uit Borne met zijn kinderen", C.L. ten Cate, Utrecht 1982).
Vader: Berendten Cate, zn. van Hendrikten Cate (koopman te Borne; Oldenzaal) en Geertjenten Kocks, geb. te Borne [ov] circa 1600, koopman te Borne, ovl. te Borne [ov] circa 1675, tr. (huw. plaats en datum onbekend).
Moeder: Willempjevan Wely, geb. circa 1600, ovl. na 1675 (verder onbekend).
otr. te Amsterdam [nh] op 18 jul 1659, tr. te Amsterdam [nh] op 4 aug 1659 met
Opmerkingen Johannesde Rosijn. De Rosijn's waren uit Frankrijk uitgeweken hugenoten, mogelijk ook doopsgezinden die zich aanvankelijk in de stad Utrecht hadden gevestigd. Opmerkingen Johannes de Rosijn en Aaltje ten Cate Ondertr. "Johannes Rozijn van A: zijde winkelier, out 23 jaar, geadst met Zacharias de Rosijn zijn vader in de Warmoesstraat en Aaltje ten Cate van Borne in twente, out 26 jaar, woont tot Haerlem, de moeder tot Borne".
>
Hermanten Cate, geb. te Borne [ov] circa 1635 (verder onbekend).
Vader: Berendten Cate, zn. van Hendrikten Cate (koopman te Borne; Oldenzaal) en Geertjenten Kocks, geb. te Borne [ov] circa 1600, koopman te Borne, ovl. te Borne [ov] circa 1675, tr. (huw. plaats en datum onbekend).
Moeder: Willempjevan Wely, geb. circa 1600, ovl. na 1675 (verder onbekend).
Grietjeten Cate, geb. te Borne [ov] circa 1637, ovl. (overl. plaats en datum onbekend).
Vader: Berendten Cate, zn. van Hendrikten Cate (koopman te Borne; Oldenzaal) en Geertjenten Kocks, geb. te Borne [ov] circa 1600, koopman te Borne, ovl. te Borne [ov] circa 1675, tr. (huw. plaats en datum onbekend).
Moeder: Willempjevan Wely, geb. circa 1600, ovl. na 1675 (verder onbekend).
tr. te Buiksloot [nh] op 2 dec 1674 met
HermanusCorte, geb. te Amsterdam [nh] (verder onbekend).
>
Opmerkingen Berendten Cate. RA Zwolle: Overstichtse en Overijsselse leenprotocollen: OE (1638-1660), leenkamer nr. 27 fol 169v, 1646 feb. 5: Berent Henrixen ten Cotte na opdracht door Gerhardt de Rhede tot Saesfelt, beleend met 'het erve ende goet Maetman, gelegen in den gerichte van Oldenzael, bourschap Lemselo.
Lambertten Cate, geb. te Borne [ov] circa 1620, koopman en leerlooier te Borne, ovl. te Borne [ov] na 1702.
Opmerkingen Lambertten Cate. Lambert Teunisz. ten Cate (ca. 1620 - ca. 1702). Het direkte bewijs, dat Lambert Teunisz. ten Cate en Anna Adamsdr, zijn vrouw, de ouders zijn van de hiervoor genoemde Teunis Lambertsz. ten Cate met zijn broers en zusters, wordt gegeven in de eerste in noot 38 geciteerde akte uit 1719- Dat zijn patronymicum Teunisz. is, blijkt uit een akte in het leenboek van Huis Almelo (40), de enige keer, waarbij hij met zijn vadersnaam wordt vermeld. Een aanvullend bewijs voor zijn vaderschap verschijnt nog in een akte uit de boeken van het landgericht van Oldenzaal, waarin een schuldbekentenis wordt geboekt per 4 Jun. 1687 van de baron Gerhard van Rheede, heer van Saasveld (een kasteel of havezathe ten NO van Borne) ten bedrage van 1.000 gld, "opgenomen van de Edele Lambert ten Caete", waarbij als kanttekening staat vermeld, dat op 7 Feb. 1714 dit bedrag werd terug ontvangen door Tonnis Lambers ten Cate als "gevolmachtigde van zijn vader". Wij vinden zijn naam, vaak samengaande met die van zijn vrouw Anna Adams (haar familienaam heb ik niet kunnen ontdekken) op 29 plaatsen in bewaard gebleven archiefstukken op het Rijksarchiefdepot voor Overijssel te Zwolle (51). Hoewel deze data niets vertellen over de aard van zijn handelsaktiviteiten, geven zij toch een duidelijk beeld van zijn financiële welstand (zie o.m. afb. nr. 23 ). Hieraan hebben wij het ook te danken dat de stamboom der Bornse familie bij hem niet doodgelopen is. De gegevens werden aangetroffen in de archieven van het landgericht van Oldenzaal, dat van Delden en van Enschede, de leenakten en volmachten van het Overijsselse Statenarchief, een enkel gegeven in het leenboek van Huis Weleveld en de taxatielijst voor de 1.000ste penning (zie afb. nr. 24). Deze gevonden data zijn evenwel niet van zodanige aard, dat zij aanwijzingen over familierelaties bevatten, zoals dat bij die van zijn zoon Teunis Lambertsz. het geval is: hij treedt, al dan niet met zijn echtgenote, volkomen individueel op. Slechts éénmaal verschijnt hij in een akte met vermelding van zijn vader's naam Teunis (z.) (52). In alle andere van hem gevonden stukken wordt hij slechts Lambert ten Cate, zonder patronymicum, genoemd. Zeer waarschijnlijk is de verklaring hiervoor, dat hij in zijn leven de enige Ten Cate in Borne en omgeving is, die de voornaam Lambert draagt, waardoor vermelding van zijn vader's naam niet noodzakelijk was om vergissingen uit te sluiten met anderen, die de zelfde voornaam droegen. In zijn tijd hebben er, - naar de bronnen openbaren slechts twee andere Lambert's ten Cate geleefd, beiden volle neven van hem : één in Deventer (zoon van een Hendrik ten Cate, van wie de gegevens te vinden zijn in het "Stamboek der Willinken" (zie noot 9), omdat deze met een dochter uit deze familie trouwde (waaruit de Amsterdamse Ten Kate's voorkomen). Deze noemt zich wél geregeld Lambert Hendriksz. ten Cate ("uit de Rijkmansstraat"). Hij ondertrouwde in Deventer in 1652 voor de tweede keer met een vrouw uit de bekende Doopsgezinde familie Kops uit Kampen. In 1663 moet hij reeds overleden zijn, want in de ondertrouwakte van zijn zoon Hendrik Lambertsz. ten Cate , die dan ook met een meisje Kops, maar nu afkomstig uit het Noordelijke Rijnland (uit Goch) gaat trouwen, staat vermeld dat deze zoon een kind is van "de zalige Lambert Hendriks ten Kate uit de Rykmanstraet". De derde Lambert ten Cate heeft in Zwolle gewoond als de zoon van de uit Borne afkomstige Anthony Hendriksz. ten Cate, de man, die reeds in 1647 "als mennist" het grootburgerschap van Zwolle verkreeg (53). Dat was voor die tijd uitermate bijzonder, maar mogelijk ligt hiervoor de verklaring in het voor die tijd enorm hoge bedrag, dat voor zo'n grootburgerschap betaald moest worden, een bedrag dat Anthony ten Cate blijkbaar gemakkelijk kon betalen en dat de vroedschap van Zwolle op dat moment, - vermoedelijk niet gestoord door het wakend oog der Hervormde predikanten -, best gebruiken kon?. Iets dergelijks zien we trouwens in de stad Deventer gebeuren, waar op 27 Mei 1661 "Henrick ten Cate, zyde-winckelier van Borne geboirtig, by Schepenen ende Raedt mitte volle borgerschap voir drie hondert goltguldens (wordt) voorsien, zoals het in het burgerboek van die stad te lezen staat. Voor zo ver zich uit de spaarzame Zwolse gegevens over de Ten Cate's in die stad laat afleiden, schijnt deze Zwolse Lambert ten Cate ongehuwd te zijn gebleven. Ondanks beide belemmeringen bleek het toch mogelijk bepaalde verwantschappen van Lambert ten Cate uit Borne op te sporen aan de hand van de al genoemde glas-in-lood-ruitjes en een aantal zegelafdrukken van Bornse Ten Cate's uit die tijd, waarop hun huis- of handelsmerk voorkwam (54). Op twee van de drie bewaard gebleven glasruiten komen deze huis- of handelsmerken voor, die "verwantschap" vertonen met het op een aantal lakzegel-afdrukken gevonden merk van Lambert ten Cate (zie afb.nr. 26). Homeyer en ook Cato Elderink (55) wijzen op naaste bloedverwantschap bij dergelijke overeenkomsten. Ds . Gerrit ten Cate (13) vermoedt reeds iets in die richting, zij het ook op andere gronden. In het voorbericht bij zijn publikatie schrijft hij, na de vermelding en tekstweergave van de drie glas-in-lood-ruitjes uit het "Oude Kipshoes" in Borne: "Nemen wij nu in aanmerking, dat het eertijds overal in Twente gebruikelijk was om dergelijke glazen bij het trouwen ten geschenke te geven, terwijl wij weten dat Teunis Lammerts (ten Cate) gehuwd is in het daarop genoemde jaar 1677, dan ligt het vermoeden voor de hand dat deze Gerridt, Geeske en. Jan zijn ooms en tante waren en dat dus zijn vader Lammert Tonnissen of Teunissen ten C h a t e heette .. Doch dit zijn gissingen ..". Ondanks het ontbreken van een volkomen bewijs neem ik op grond van de overeenkomsten van de huis- of handelsmerken en de namen op de drie glasruiten uit 1677 aan, - maar met iets meer overtuiging dan Ds. Gerrit ten Cate kon opbrengen -, dat de op de glasruiten genoemde echtparen inderdaad ooms en tante zijn van Teunis Lambertsz. ten Cate, waaruit mede de konklusie volgt, dat ook Lambert ten Cate hun broeder was. Lambert Teunisz. ten Cate heeft dus in elk geval de volgende broers en zuster: Gerrit Teunisz. ten Cate, volgens de glasruit gehuwd met Aaltje Gerritsdr. Ik vond van dit echtpaar 21 aktes, waaruit blijkt, dat hijzelf overleden moet zijn vóór 1681 en zijn vrouw vóór 1667 (56). Van zijn kleinzoon Gerrit Teunisz. ten Cate, die naar Deventer trok, vond ik een aardige akte uit 1699, waarin een lid van de bekende Doopsgezinde familie Paschen uit Enschede een schuld met hem regelt i.v.m. van hem gekocht garen, "dil-aerde" (een textieI-vulmiddel, vermoedelijk pijpaarde) en ontvangen winkelwaren (57)- Hieruit blijkt de oude band der familie met het aloude weversbedrijf ;. b. Uit de in noot 56 sub jj genoemde akte van 11 Hei 1650 blijkt, dat er ook een broer Steven Teunisz. ten Cate heeft bestaan (58). Volgens een hand-schrift-genealogie Van Delden zou zijn dochter Fenneken, welke op 9 Jan. 1676 met attestatie vanuit Deventer op Borne trouwt met een Jan Berendsz. van Delden, te Borne geboren zijn op 26 Sep. 1654 als de dochter van Steven Teunisz. ten Cate en Geertrui of Gerritje Arendsdr. ten Cate uit Goor als moeder. Kennelijk is deze Steven Teunisz. ten Cate (als winkelier ?) vanuit Borne later naar Deventer vertrokken, zoals uit de verder in noot 58 genoemde data blijkt. Van hem, tesamen met twee andere paren Ten Cate , hangen glas-in-lood-ruitjes in de z.g. "Blokzijlse kamer" van het Provinciaal Overijssels Museum in Zwolle uit het jaar 1643 (zie afb.nr.27). Als huis- of handelsmerk voert hij een monogram, bestaande uit de letters S.T.V.B, waaruit men zou opmaken, dat hij zich eigenlijk (of eerder) Steven Teunisz. van Borne noemde. De twee andere ruitjes zijn van een Hendrik Gerritsz. ten Cate uit Goor, die getrouwd is met een zekere Greetken Arentsen ten Cate, en van diens neef Lambert Hendriksz. ten Cate, die gehuwd was met Maria Willink. Dat hij tesamen met deze twee echtparen op deze ruitjes verschijnt, zou zijn oorzaak wel eens kunnen hebben in het feit, dat zijn vrouw Geertrui Arends ten Cate uit Goor was. Het is waarschijnlijk dan zó, dat de vrouw van Hendrik Gerritsz. ten Cate een zuster van haar is, dus voluit Greetken (of Grietjen) Arendsen ten Cate heet en eveneens uit Goor afkomstig is (zie afb . nr . 28);. c.Jan Teunisz. ten Cate, volgens "zijn glasruit" gehuwd met Maria Berendsen. Van hem werden, deels samen met zijn echtgenote, tussen 1633 en 1686 een groot aantal (32 stuks) aktes gevonden (zie hiernaast b.v. afb.nr. 29 en verder noot 59);. d. Een zuster Geesken Teunisdr. ten Cate, die in 1677 de weduwe is van een Hulshoff. Diens volledige naam blijkt uit een gevonden koopakte van 10 Apr. 1650 (60), waarin hij de tienden koopt uit het erve Egbertinck op Doringen. Dit erve is het eigendom van de Heren van Weleveld onder Zenderen en wanneer hij in 1676 overlijdt, komen deze tienden op naam van hun zoon Gerrit Teunisz. Hulshoff. Waarschijnlijk is hij ook degene, die als Tonnis Gerritsen in 1640 samen met (zoals dadelijk blijken zal) zijn schoonvader Tonnis ten Kaete borg staat voor een "uit Groningen verbannen Mennistenleraar" (van de "Groninger Oude Vlamingen"), die Riecke genoemd wordt (61);. e. Nóg een kind uit dit gezin is vermoedelijk een Hendrik Teunisz. ten Cate. In de losse processtukken van het stadsgericht van Delden bevindt zich namelijk een dossier "Henrick ten Cate van Borne versus Jan Ranninck van Delden" van 6 Jun. 1670. De vader van de laatstgenoemde had in 1648 bij deze Hendrik ten Cate in Borne kleding gekocht en hiervan 30 gld. en zes stuivers niet afbetaald. Via de advokaat Heisen uit Enschede probeert hij nu dit geld (m.i. rijkelijk laat) alsnog van de zoon Jan te innen, na de vader daartoe in 1664 te Delden al eens aangemaand te hebben (!). Deze Henrick ten Cate kan, gezien de in het dossier genoemde jaartallen 1648, 1665 en 1670 onmogelijk de zelfde zijn als één der beide Hendrikken Lambertsz. ten Cate uit Deventer of de Hendrik Hendriksz. ten Cate, die eertijds vanuit Borne naar Amsterdam ging. Hij zou te plaatsen zijn als een verder onbekende zoon van Teunis Gerritsz. ten Cate, die waarschijnlijk gelijk te stellen is met de Henrick ten Cate, de "zijde-wi nckelier van Borne geboirtig", die op 27 Hei 1661 tegen betaling van drie hondert goldguldens groot-burger der stad Deventer wordt, maar van wie verder in Deventer evenmin iets gevonden werd. Waarschijnlijk had deze een zoon Gerrit, van wie echter, - buiten zijn huwelijksakte in 1627 (62) evenmin sporen zijn teruggevonden. Leeftijden van deze generatie zijn alleen grof te schatten. Wanneer we de geboorte-data van twee kinderen, beiden in 1650 geboren, als richtsnoer nemen, kunnen we veronderstellen dat deze generatie geboren zal zijn tussen circa 1600 en 1620. Hun vader, die Teunis ten Cate moet hebben geheten, zal dan omstreeks 1575 geboren moeten zijn. Bronnen en aantekeningen:. 51-a. R.A. Zwolle: arch. landgericht v. Oldenzaal inv.nr. 9 (Volunt. zaken v. 1635-1651) per 19 Nov. 1636: Een aantal boeren en "goedheren" (landbezitters) der marke van Beuningen verschijnen voor de richter, waaronder Jan en Lambert ten Cate;. b. Idem inv.nr. 12 (Volunt. zaken v. 1708-1726) per 5 Feb. 1714: De hoofddrost van het stift Munster, Christoffel Heydenryck, heeft een schuld van 2.000 car.gld. aan Lambert ten Cate, "mennist tot Borne", welke op 24 Feb. 1642 door hem "met baren gelde" terugbetaald werd;. c. Idem inv.nr. 9 (Volunt. zaken v. 1635-1651) per 2 Dec. 1643: Lambert ten Cotte spreeckt aen, enz. ;. d. Idem per 23 Jan. 1647: Lambert ten Cotte tho Borne doet opbaedinge op Hermen Reymerinck voor 24 daler;. e. Idem per 6 Nov. 1647: Lambert ten Cotte tho Borne doet opbaedinge, enz.;. f. Idem: arch. landger. Enschede inv.nr. 38 (Contentieuze zaken v. 1648-1651) per 5 Mrt. 1649: Lambert ten Cate spreekt aen Herman ..(onleesbaar);. g. Idem per 19 Feb. 1650: Lambert ten Catte tot Borne doet opbaedinge aen Roon Herman sijn panden voor 4 gld.5 stv. voor geleent gelt;. h. Idem: arch. landger. Oldenzaal inv.nr. 18 (Volunt. zaken v. 1661-1687) per 5 Nov. 1664: Jan Joachim de Rheede, heer van Saasveld, leent 560 car.gld. van Lambert ten Cate en Anna, "eheluiden";. i. Idem per 22 Okt. 1666: De zelfde leent wederom 700 car.gld. van de "Edele Lambert ten Cate" en zijn echtgenote;. j. Idem: arch. landger. Delden inv.nr. 44 (Content.zaken v. 1665-1675) per 28 Nov. 1667: Lambert ten Cate bespreeckt Geert Nijhuijs voor 5 gld.17 stv. geleent gelt "cum expensis" (met onkosten);. k. Idem per 9 Jan. 1668: Lambert ten Caete verbint Geert Nijhuis in de Achterhaeve (?) luit voorgaende anspracke;. l. Idem: arch. landger. Oldenzaal inv.nr. 10 (Vol unt. zak. v. 1661-1687) per 31 Mrt. 1668 : Geertrui Dreierinck, Lubbert Dreierinck en Berent Dceierinck verklaren 100 ducatons verschuldigd te zijn aan Lambert ten Cate en Anna Adams, eheluiden, onder hypothecair verband;. m. Idem: Statenarchief, leenregister deel 3116, fol. 114-vo. per 4 Aug. 1670: Lambert ten Cate wordt beleend met "de thynden over het goet Engelbertinek in den gerichte van Oldensel";. n. Idem: arch. landger. Oldenzaal inv.nr. 10 (Volunt. zaken v.1661-1687) per 2 Sep. 1671: "Lambert ten Cate en Anna Adams, wonende tot Baerne", kopen een tiende van het erve Brinckhuis tot Deurningen (zie noot 39);. o. Idem: Statenarchief Volmachten en leenakten port. 5599 per 13 Jan. 1675: Lambert ten Cathe treedt samen met Johan Warners op als "mannen van leen", om een verklaring af te leggen. Hierop staat Lambert ten Cate's zegelafdruk met zijn huis- of handelsmerk, met er omheen zijn initialen L.T.C.;. p. Idem: arch . landger. v. Oldenzaal inv.nr. 10 (Volunt .zaken v. 1661-1687) per 4 Dec. 1675: Albert Spaniers en Fenne, eheluiden, verklaren 30 car.gld. schuldig te zijn aan Lambert ten Cate en Anna Adams, eheluiden, als koopsom van een paard en geven daarvoor een hypotheek op een "medeken" (weilandje), gelegen in de buurschap Lemselo;. q. Idem: arch. huis Weleveld te Zenderen, leenboek fol. 87 per 7 Okt. 1679: Lambert ten Cate treedt op als "leenman van Weleveld" om een getuigenis af te leggen;. r. Idem: arch. huis Almelo inv.nr. 212 (Leenboek van 1680-1730), fol. 19 per Jun. 1680: "Teunis Lamberts ten Caete wort beleent met de tienden (grof ende small) uit de goederen Wilminck, Averdinck en Nibbelinck in de buurschap van Aselo in't gericht van Delden .. Deszelfs vader Lambert ten Caete heeft daertoe als hulder nomine filii den eedt daertoe staende gedaen en in alles gepresteert hetgeen een getrouw vasal sijnen leenheer schuldigh was te doen ..";. s. Idem: arch. landger. v. Oldenzaal inv.nr. 10 (Volunt. zaken v. 1661-1687) per 5 Feb 1681: Afschrift van een op 12 Sep. 1680 te Borne verleden akte, waarbij de kinderen Dreierinck (zie deze noot sub 1) een hooimate in de Hasseler marke overdragen aan Lambert ten Cate en Anna Adams, eheluiden te Borne;. t. Idem: Statenarchief Volmachten en leenakten port. 5599 per 7 Jun. 1686: "Ick, Lambert ten Cathe en Jan ten Cathe, mannen van leen van dese provintie van Overyssel, betuygen en certificeeren voor die gerechte waerheydt, dat .. (betreft de Alvinghof te Zenderen). De verklaring wordt ondertekend en gezegeld door Lambert ten Cathe en Jan Gerritsen ten Cathe, de laatste met de toevoeging, dat hij "leenman van die Libertinenkercke tot Deventer" is. De zegels zijn beide voorzien van een huis- of handelsmerk met initialen;. u. Idem: arch. landger. v. Delden inv.nr. 46 (Content. zaken v. 1693-1687) per 2 Dec. 1686: Jan ten Catte op Het Have in Aselo bekent schuld aan Lambert ten Catte van Borne van 70 gld. geleend geld, met als onderpand een "wevetouw" met drie koeien (deze Jan ten Catte, ook wel Jan ten Haeve of Katten Jan geheten, behoort niét tot onze familie);. v. Idem per 5 Nov. 1687: Een verklaring van Lambert ten Caete als "leenman van Overijsel en Weleveld", met zijn lakzegelafdruk met huis- of handelsmerk en zijn initialen;. w. Idem: arch.landger. v. Oldenzaal inv.nr. 10 (Volunt. zaken v. 1661-1687) per 4 Jun. 1687: Het echtpaar Lambert ten Cate x Anna Adams leent opnieuw 1.000 car.gl. uit aan de Heer van Saasveld;. x. Uit Haga, A.: "Repertorium op de leenprothocollen van het huis Heeckeren bij Goor", Deventer (1948), pag. 4: Door bemiddeling van Tonnis Gerritsen (Hulshoff ?) en Lambert ten Cathe (waarvan akte in het leenarchief) verwerft de koopman Jan Costers uit Almelo op 26 Hei 1688 het erve Morskotte in Azelo onder Delden in leen;. y. Idem : Statenarchief Volmachten en leenakten port. 5599 per 28 Aug. 1690: Lambert ten Cathe te Borne legt weer een getuigenis af voor het Overijsselse leengericht, gezegeld met zijn huis- of handelsmerk;. z. Idem per 7 Sep. 1690: In een akte van het zelfde leengericht betreffende het erve en goed Het Holscher in de buurschap van Zenderen onder Borne, leenroerig aan het huis te Ruinen, is een getuigenverklaring toegevoegd: "Wy, Lambert ten Cathe en Gerrit Tonnissen Hulshof, leenmannen van de provincie van Overyssel en Welefelt, enz.", met zegels, waarop van beiden hun huis- of handelsmerk.
Vader: Teunisten Cate, zn. van Gerritten Cate (koopman; veehandelaar) en N.N., geb. te Borne [ov] circa 1570, koopman te Borne, ovl. te Borne [ov] circa 1642, tr. circa 1600.
Moeder: Mariavan Calcar (?), geb. te Vreden [Duitsland] circa 1580, ovl. te Borne [ov] circa 1650.
Mariavan Calcar (?), geb. te Vreden [Duitsland] circa 1580, ovl. te Borne [ov] circa 1650.
tr. circa 1600 met
Teunisten Cate, zn. van Gerritten Cate (koopman; veehandelaar) en N.N., geb. te Borne [ov] circa 1570, koopman te Borne, ovl. te Borne [ov] circa 1642.
Vader: TeunisHulshoff, zn. van GerritHulshoff en AaltjeN., geb. te Borne [ov] voor 1600, koopman; linnenreder te Borne, ovl. te Borne [ov] circa 1675, tr. te Borne [ov] circa 1635.
Vader: TeunisHulshoff, zn. van GerritHulshoff en AaltjeN., geb. te Borne [ov] voor 1600, koopman; linnenreder te Borne, ovl. te Borne [ov] circa 1675, tr. te Borne [ov] circa 1635.
Vader: TeunisHulshoff, zn. van GerritHulshoff en AaltjeN., geb. te Borne [ov] voor 1600, koopman; linnenreder te Borne, ovl. te Borne [ov] circa 1675, tr. te Borne [ov] circa 1635.
Vader: TeunisHulshoff, zn. van GerritHulshoff en AaltjeN., geb. te Borne [ov] voor 1600, koopman; linnenreder te Borne, ovl. te Borne [ov] circa 1675, tr. te Borne [ov] circa 1635.
Vader: TeunisHulshoff, zn. van GerritHulshoff en AaltjeN., geb. te Borne [ov] voor 1600, koopman; linnenreder te Borne, ovl. te Borne [ov] circa 1675, tr. te Borne [ov] circa 1635.
Geertjeten Cate, geb. te Borne [ov] circa 1625, ovl. te Zwolle [ov].
Vader: Berendten Cate, zn. van Hendrikten Cate (koopman te Borne; Oldenzaal) en Geertjenten Kocks, geb. te Borne [ov] circa 1600, koopman te Borne, ovl. te Borne [ov] circa 1675, tr. (huw. plaats en datum onbekend).
Moeder: Willempjevan Wely, geb. circa 1600, ovl. na 1675 (verder onbekend).
Barbaraten Cate, geb. te Borne [ov] circa 1630, ovl. te Doesburg [ge] circa 1715.
Opmerkingen Barbaraten Cate. RA Zwolle: Overstichtse en Overijsselse leenprotocollen: OF (1661-1687) Leenkamer nr. 28 fol. 135v, 1675 sep. 1: Barbra ten Cathe, weduwe Van Hoeven, na de dood van haar vader Berent Henrix ten Cate. Hulder Joan ten Cathe (hij kan niet haar broer zijn, deze is al in 1673 overleden). Zij wordt beleend met het erve en goed Maatman in het gericht Oldenzaal, boerschap Lemselo.
Vader: Berendten Cate, zn. van Hendrikten Cate (koopman te Borne; Oldenzaal) en Geertjenten Kocks, geb. te Borne [ov] circa 1600, koopman te Borne, ovl. te Borne [ov] circa 1675, tr. (huw. plaats en datum onbekend).
Moeder: Willempjevan Wely, geb. circa 1600, ovl. na 1675 (verder onbekend).
tr. te Borne [ov] met
Anthonyvan Hoeven, geb. (geb. plaats en datum onbekend), richter te Borne, ovl. te Borne [ov] voor 1 sep 1675.
Janten Cate, geb. te Borne [ov] in 1630, koopman; factoir te A'dam, begr. te Amsterdam [nh] St Anthonies kerkhof op 9 sep 1673.
Opmerkingen Janten Cate. Jan ten Cate had een textielwinkel in de Warmoesstraat te A'dam. Begr. "Jan Barentsz ten Cate op de Groenburgwal" (bron: GA A'dam B 1194/180). Stamvader van een snel uitgestorven tak. Zie: "de (van oorsprong doopsgezinde) familie ten C(K)ate uit Borne, van C.L. ten Cate, Utrecht 1986, blz 62 en noot 82.
Vader: Berendten Cate, zn. van Hendrikten Cate (koopman te Borne; Oldenzaal) en Geertjenten Kocks, geb. te Borne [ov] circa 1600, koopman te Borne, ovl. te Borne [ov] circa 1675, tr. (huw. plaats en datum onbekend).
Moeder: Willempjevan Wely, geb. circa 1600, ovl. na 1675 (verder onbekend).
otr. te Amsterdam [nh] op 7 jan 1656 (Bron:GA A'dam OTR 682/369) met
Josinade Vries, dr. van Abrahamde Vries en N.N., geb. te Haarlem [nh] in 1639, begr. te Amsterdam [nh] Noorderkerkhof op 21 jul 1671.
Opmerkingen Josinade Vries. Begr. "Josyna de Vries op de Fluweele Burgwal". (vlg. C.L. ten Cate, Bornse genealogie noot 82-b. blz. 243). Opmerkingen Jan ten Cate en Josina de Vries Ondertr. "Jan ten Cate, van Borne, out 26 jaar, de moeder aldaar, geadst met David Willink, woont in de Warmoesstraat en Josina de Vries van Haerlem, out 17 jaar, geadst met Abraham Woutersz". Vlg C.L. ten Cate (noot 82 a, Bornse genealogie) is de getuige David Willink de zn van Warner Willink Jansz en Judith Hendriksdr ten Cate. Hij staat echter niet in de genealogie (blz 150/151) bij de andere kinderen van dit echtpaar vermeld. Deze David Willink was lakenhandelaar op de Nieuwendijk. Een zuster van hem, Catharina (Trijntje) Willink trouwde met Herman Jansz ten Cate van de Almelose stam. Zie: "De Almelose tak van de (van oorsprong doopsgezinde) familie ten Cate uit Borne", van W.E.M. ten Cate, Maasland 1991, V-5, blz. 31. (STAM-ALM). Vlg. C.L. ten Cate (zie noot 82-b. blz. 243 van zijn Bornse genealogie) zouden zij slechts één zn. hebben gekregen, naar zijn grootvader van vader's zijde Barend ten Cate geheten. Hij baseert dit op het volgende gegeven uit het GA A'dam: Archief van de Weeskamer, voogdijboek E, fol. 246v per 15 nov. 1680: "De weesmeesteren stellen tot voogd over Barent, de nagelaten soon van Jan ten Cate in sijn leven koopman en factoir, verwekt bij Josina de Vries, Wouter de Vries schipper op Rotterdam, den oom van den jongeman". m.i.z. Kan er nog een tweede zn. Andries zijn geweest, welke bij de voogdijstelling reeds meerderjarig was en daardoor niet meer voorkomt in het voogdijboek. Verder valt op dat de voogdijstelling 7 jaar na het overl. van Jan ten Cate plaatsvindt en 9 jaar na het vermoedelijke overl. van Josina de Vries. Op 4 juni 1740 wordt op het St. Anthonieskerkhof (1201197v) begraven Hendrikje ten Kate, Groeneburgwal, prodeo. Mogelijk een nog onbekende dochter, idem reeds meerderjarig bij de voogdijstelling in 1680.
Aaltjeten Cate, geb. te Borne [ov] circa 1633, ovl. te Amsterdam [nh] in 1680, begr. te Amsterdam [nh] op 16 okt 1680.
Opmerkingen Aaltjeten Cate. Over de ouders van deze Aaltje wordt in haar ondertr. akte niets vermeld, maar op grond van het feit, dat zij evenals de hiervoor genoemde Jan ten Cate bij haar ondertr. geen vader meer heeft, terwijl de moeder tot Borne woont, neemt C.L. ten Cate, (noot 82-c. blz. 243 van zijn Bornse genealogie) aan, dat zij een jongere zuster van hem is. Daar zij volgens haar ondertr. inschrijving in Haarlem woont, neemt C.L. ten Cate aan, dat zij voordien haar intrek genomen had bij haar oom Hendrik Hendriksz ten Cate, die van 1656 tot 1660 in Haarlem woonde en daar, naast zijn linnenfaktorij, een bierbrouwerij exploiteerde. (Zie: "Hendrik Hendriksz ten Cate, een 'koopman-avonturier' uit Borne met zijn kinderen", C.L. ten Cate, Utrecht 1982).
Vader: Berendten Cate, zn. van Hendrikten Cate (koopman te Borne; Oldenzaal) en Geertjenten Kocks, geb. te Borne [ov] circa 1600, koopman te Borne, ovl. te Borne [ov] circa 1675, tr. (huw. plaats en datum onbekend).
Moeder: Willempjevan Wely, geb. circa 1600, ovl. na 1675 (verder onbekend).
otr. te Amsterdam [nh] op 18 jul 1659, tr. te Amsterdam [nh] op 4 aug 1659 met
Opmerkingen Johannesde Rosijn. De Rosijn's waren uit Frankrijk uitgeweken hugenoten, mogelijk ook doopsgezinden die zich aanvankelijk in de stad Utrecht hadden gevestigd. Opmerkingen Johannes de Rosijn en Aaltje ten Cate Ondertr. "Johannes Rozijn van A: zijde winkelier, out 23 jaar, geadst met Zacharias de Rosijn zijn vader in de Warmoesstraat en Aaltje ten Cate van Borne in twente, out 26 jaar, woont tot Haerlem, de moeder tot Borne".
>
Hermanten Cate, geb. te Borne [ov] circa 1635 (verder onbekend).
Vader: Berendten Cate, zn. van Hendrikten Cate (koopman te Borne; Oldenzaal) en Geertjenten Kocks, geb. te Borne [ov] circa 1600, koopman te Borne, ovl. te Borne [ov] circa 1675, tr. (huw. plaats en datum onbekend).
Moeder: Willempjevan Wely, geb. circa 1600, ovl. na 1675 (verder onbekend).
Grietjeten Cate, geb. te Borne [ov] circa 1637, ovl. (overl. plaats en datum onbekend).
Vader: Berendten Cate, zn. van Hendrikten Cate (koopman te Borne; Oldenzaal) en Geertjenten Kocks, geb. te Borne [ov] circa 1600, koopman te Borne, ovl. te Borne [ov] circa 1675, tr. (huw. plaats en datum onbekend).
Moeder: Willempjevan Wely, geb. circa 1600, ovl. na 1675 (verder onbekend).
tr. te Buiksloot [nh] op 2 dec 1674 met
HermanusCorte, geb. te Amsterdam [nh] (verder onbekend).
>
Opmerkingen Berendten Cate. RA Zwolle: Overstichtse en Overijsselse leenprotocollen: OE (1638-1660), leenkamer nr. 27 fol 169v, 1646 feb. 5: Berent Henrixen ten Cotte na opdracht door Gerhardt de Rhede tot Saesfelt, beleend met 'het erve ende goet Maetman, gelegen in den gerichte van Oldenzael, bourschap Lemselo.
Lambertten Cate, geb. te Borne [ov] circa 1620, koopman en leerlooier te Borne, ovl. te Borne [ov] na 1702.
Opmerkingen Lambertten Cate. Lambert Teunisz. ten Cate (ca. 1620 - ca. 1702). Het direkte bewijs, dat Lambert Teunisz. ten Cate en Anna Adamsdr, zijn vrouw, de ouders zijn van de hiervoor genoemde Teunis Lambertsz. ten Cate met zijn broers en zusters, wordt gegeven in de eerste in noot 38 geciteerde akte uit 1719- Dat zijn patronymicum Teunisz. is, blijkt uit een akte in het leenboek van Huis Almelo (40), de enige keer, waarbij hij met zijn vadersnaam wordt vermeld. Een aanvullend bewijs voor zijn vaderschap verschijnt nog in een akte uit de boeken van het landgericht van Oldenzaal, waarin een schuldbekentenis wordt geboekt per 4 Jun. 1687 van de baron Gerhard van Rheede, heer van Saasveld (een kasteel of havezathe ten NO van Borne) ten bedrage van 1.000 gld, "opgenomen van de Edele Lambert ten Caete", waarbij als kanttekening staat vermeld, dat op 7 Feb. 1714 dit bedrag werd terug ontvangen door Tonnis Lambers ten Cate als "gevolmachtigde van zijn vader". Wij vinden zijn naam, vaak samengaande met die van zijn vrouw Anna Adams (haar familienaam heb ik niet kunnen ontdekken) op 29 plaatsen in bewaard gebleven archiefstukken op het Rijksarchiefdepot voor Overijssel te Zwolle (51). Hoewel deze data niets vertellen over de aard van zijn handelsaktiviteiten, geven zij toch een duidelijk beeld van zijn financiële welstand (zie o.m. afb. nr. 23 ). Hieraan hebben wij het ook te danken dat de stamboom der Bornse familie bij hem niet doodgelopen is. De gegevens werden aangetroffen in de archieven van het landgericht van Oldenzaal, dat van Delden en van Enschede, de leenakten en volmachten van het Overijsselse Statenarchief, een enkel gegeven in het leenboek van Huis Weleveld en de taxatielijst voor de 1.000ste penning (zie afb. nr. 24). Deze gevonden data zijn evenwel niet van zodanige aard, dat zij aanwijzingen over familierelaties bevatten, zoals dat bij die van zijn zoon Teunis Lambertsz. het geval is: hij treedt, al dan niet met zijn echtgenote, volkomen individueel op. Slechts éénmaal verschijnt hij in een akte met vermelding van zijn vader's naam Teunis (z.) (52). In alle andere van hem gevonden stukken wordt hij slechts Lambert ten Cate, zonder patronymicum, genoemd. Zeer waarschijnlijk is de verklaring hiervoor, dat hij in zijn leven de enige Ten Cate in Borne en omgeving is, die de voornaam Lambert draagt, waardoor vermelding van zijn vader's naam niet noodzakelijk was om vergissingen uit te sluiten met anderen, die de zelfde voornaam droegen. In zijn tijd hebben er, - naar de bronnen openbaren slechts twee andere Lambert's ten Cate geleefd, beiden volle neven van hem : één in Deventer (zoon van een Hendrik ten Cate, van wie de gegevens te vinden zijn in het "Stamboek der Willinken" (zie noot 9), omdat deze met een dochter uit deze familie trouwde (waaruit de Amsterdamse Ten Kate's voorkomen). Deze noemt zich wél geregeld Lambert Hendriksz. ten Cate ("uit de Rijkmansstraat"). Hij ondertrouwde in Deventer in 1652 voor de tweede keer met een vrouw uit de bekende Doopsgezinde familie Kops uit Kampen. In 1663 moet hij reeds overleden zijn, want in de ondertrouwakte van zijn zoon Hendrik Lambertsz. ten Cate , die dan ook met een meisje Kops, maar nu afkomstig uit het Noordelijke Rijnland (uit Goch) gaat trouwen, staat vermeld dat deze zoon een kind is van "de zalige Lambert Hendriks ten Kate uit de Rykmanstraet". De derde Lambert ten Cate heeft in Zwolle gewoond als de zoon van de uit Borne afkomstige Anthony Hendriksz. ten Cate, de man, die reeds in 1647 "als mennist" het grootburgerschap van Zwolle verkreeg (53). Dat was voor die tijd uitermate bijzonder, maar mogelijk ligt hiervoor de verklaring in het voor die tijd enorm hoge bedrag, dat voor zo'n grootburgerschap betaald moest worden, een bedrag dat Anthony ten Cate blijkbaar gemakkelijk kon betalen en dat de vroedschap van Zwolle op dat moment, - vermoedelijk niet gestoord door het wakend oog der Hervormde predikanten -, best gebruiken kon?. Iets dergelijks zien we trouwens in de stad Deventer gebeuren, waar op 27 Mei 1661 "Henrick ten Cate, zyde-winckelier van Borne geboirtig, by Schepenen ende Raedt mitte volle borgerschap voir drie hondert goltguldens (wordt) voorsien, zoals het in het burgerboek van die stad te lezen staat. Voor zo ver zich uit de spaarzame Zwolse gegevens over de Ten Cate's in die stad laat afleiden, schijnt deze Zwolse Lambert ten Cate ongehuwd te zijn gebleven. Ondanks beide belemmeringen bleek het toch mogelijk bepaalde verwantschappen van Lambert ten Cate uit Borne op te sporen aan de hand van de al genoemde glas-in-lood-ruitjes en een aantal zegelafdrukken van Bornse Ten Cate's uit die tijd, waarop hun huis- of handelsmerk voorkwam (54). Op twee van de drie bewaard gebleven glasruiten komen deze huis- of handelsmerken voor, die "verwantschap" vertonen met het op een aantal lakzegel-afdrukken gevonden merk van Lambert ten Cate (zie afb.nr. 26). Homeyer en ook Cato Elderink (55) wijzen op naaste bloedverwantschap bij dergelijke overeenkomsten. Ds . Gerrit ten Cate (13) vermoedt reeds iets in die richting, zij het ook op andere gronden. In het voorbericht bij zijn publikatie schrijft hij, na de vermelding en tekstweergave van de drie glas-in-lood-ruitjes uit het "Oude Kipshoes" in Borne: "Nemen wij nu in aanmerking, dat het eertijds overal in Twente gebruikelijk was om dergelijke glazen bij het trouwen ten geschenke te geven, terwijl wij weten dat Teunis Lammerts (ten Cate) gehuwd is in het daarop genoemde jaar 1677, dan ligt het vermoeden voor de hand dat deze Gerridt, Geeske en. Jan zijn ooms en tante waren en dat dus zijn vader Lammert Tonnissen of Teunissen ten C h a t e heette .. Doch dit zijn gissingen ..". Ondanks het ontbreken van een volkomen bewijs neem ik op grond van de overeenkomsten van de huis- of handelsmerken en de namen op de drie glasruiten uit 1677 aan, - maar met iets meer overtuiging dan Ds. Gerrit ten Cate kon opbrengen -, dat de op de glasruiten genoemde echtparen inderdaad ooms en tante zijn van Teunis Lambertsz. ten Cate, waaruit mede de konklusie volgt, dat ook Lambert ten Cate hun broeder was. Lambert Teunisz. ten Cate heeft dus in elk geval de volgende broers en zuster: Gerrit Teunisz. ten Cate, volgens de glasruit gehuwd met Aaltje Gerritsdr. Ik vond van dit echtpaar 21 aktes, waaruit blijkt, dat hijzelf overleden moet zijn vóór 1681 en zijn vrouw vóór 1667 (56). Van zijn kleinzoon Gerrit Teunisz. ten Cate, die naar Deventer trok, vond ik een aardige akte uit 1699, waarin een lid van de bekende Doopsgezinde familie Paschen uit Enschede een schuld met hem regelt i.v.m. van hem gekocht garen, "dil-aerde" (een textieI-vulmiddel, vermoedelijk pijpaarde) en ontvangen winkelwaren (57)- Hieruit blijkt de oude band der familie met het aloude weversbedrijf ;. b. Uit de in noot 56 sub jj genoemde akte van 11 Hei 1650 blijkt, dat er ook een broer Steven Teunisz. ten Cate heeft bestaan (58). Volgens een hand-schrift-genealogie Van Delden zou zijn dochter Fenneken, welke op 9 Jan. 1676 met attestatie vanuit Deventer op Borne trouwt met een Jan Berendsz. van Delden, te Borne geboren zijn op 26 Sep. 1654 als de dochter van Steven Teunisz. ten Cate en Geertrui of Gerritje Arendsdr. ten Cate uit Goor als moeder. Kennelijk is deze Steven Teunisz. ten Cate (als winkelier ?) vanuit Borne later naar Deventer vertrokken, zoals uit de verder in noot 58 genoemde data blijkt. Van hem, tesamen met twee andere paren Ten Cate , hangen glas-in-lood-ruitjes in de z.g. "Blokzijlse kamer" van het Provinciaal Overijssels Museum in Zwolle uit het jaar 1643 (zie afb.nr.27). Als huis- of handelsmerk voert hij een monogram, bestaande uit de letters S.T.V.B, waaruit men zou opmaken, dat hij zich eigenlijk (of eerder) Steven Teunisz. van Borne noemde. De twee andere ruitjes zijn van een Hendrik Gerritsz. ten Cate uit Goor, die getrouwd is met een zekere Greetken Arentsen ten Cate, en van diens neef Lambert Hendriksz. ten Cate, die gehuwd was met Maria Willink. Dat hij tesamen met deze twee echtparen op deze ruitjes verschijnt, zou zijn oorzaak wel eens kunnen hebben in het feit, dat zijn vrouw Geertrui Arends ten Cate uit Goor was. Het is waarschijnlijk dan zó, dat de vrouw van Hendrik Gerritsz. ten Cate een zuster van haar is, dus voluit Greetken (of Grietjen) Arendsen ten Cate heet en eveneens uit Goor afkomstig is (zie afb . nr . 28);. c.Jan Teunisz. ten Cate, volgens "zijn glasruit" gehuwd met Maria Berendsen. Van hem werden, deels samen met zijn echtgenote, tussen 1633 en 1686 een groot aantal (32 stuks) aktes gevonden (zie hiernaast b.v. afb.nr. 29 en verder noot 59);. d. Een zuster Geesken Teunisdr. ten Cate, die in 1677 de weduwe is van een Hulshoff. Diens volledige naam blijkt uit een gevonden koopakte van 10 Apr. 1650 (60), waarin hij de tienden koopt uit het erve Egbertinck op Doringen. Dit erve is het eigendom van de Heren van Weleveld onder Zenderen en wanneer hij in 1676 overlijdt, komen deze tienden op naam van hun zoon Gerrit Teunisz. Hulshoff. Waarschijnlijk is hij ook degene, die als Tonnis Gerritsen in 1640 samen met (zoals dadelijk blijken zal) zijn schoonvader Tonnis ten Kaete borg staat voor een "uit Groningen verbannen Mennistenleraar" (van de "Groninger Oude Vlamingen"), die Riecke genoemd wordt (61);. e. Nóg een kind uit dit gezin is vermoedelijk een Hendrik Teunisz. ten Cate. In de losse processtukken van het stadsgericht van Delden bevindt zich namelijk een dossier "Henrick ten Cate van Borne versus Jan Ranninck van Delden" van 6 Jun. 1670. De vader van de laatstgenoemde had in 1648 bij deze Hendrik ten Cate in Borne kleding gekocht en hiervan 30 gld. en zes stuivers niet afbetaald. Via de advokaat Heisen uit Enschede probeert hij nu dit geld (m.i. rijkelijk laat) alsnog van de zoon Jan te innen, na de vader daartoe in 1664 te Delden al eens aangemaand te hebben (!). Deze Henrick ten Cate kan, gezien de in het dossier genoemde jaartallen 1648, 1665 en 1670 onmogelijk de zelfde zijn als één der beide Hendrikken Lambertsz. ten Cate uit Deventer of de Hendrik Hendriksz. ten Cate, die eertijds vanuit Borne naar Amsterdam ging. Hij zou te plaatsen zijn als een verder onbekende zoon van Teunis Gerritsz. ten Cate, die waarschijnlijk gelijk te stellen is met de Henrick ten Cate, de "zijde-wi nckelier van Borne geboirtig", die op 27 Hei 1661 tegen betaling van drie hondert goldguldens groot-burger der stad Deventer wordt, maar van wie verder in Deventer evenmin iets gevonden werd. Waarschijnlijk had deze een zoon Gerrit, van wie echter, - buiten zijn huwelijksakte in 1627 (62) evenmin sporen zijn teruggevonden. Leeftijden van deze generatie zijn alleen grof te schatten. Wanneer we de geboorte-data van twee kinderen, beiden in 1650 geboren, als richtsnoer nemen, kunnen we veronderstellen dat deze generatie geboren zal zijn tussen circa 1600 en 1620. Hun vader, die Teunis ten Cate moet hebben geheten, zal dan omstreeks 1575 geboren moeten zijn. Bronnen en aantekeningen:. 51-a. R.A. Zwolle: arch. landgericht v. Oldenzaal inv.nr. 9 (Volunt. zaken v. 1635-1651) per 19 Nov. 1636: Een aantal boeren en "goedheren" (landbezitters) der marke van Beuningen verschijnen voor de richter, waaronder Jan en Lambert ten Cate;. b. Idem inv.nr. 12 (Volunt. zaken v. 1708-1726) per 5 Feb. 1714: De hoofddrost van het stift Munster, Christoffel Heydenryck, heeft een schuld van 2.000 car.gld. aan Lambert ten Cate, "mennist tot Borne", welke op 24 Feb. 1642 door hem "met baren gelde" terugbetaald werd;. c. Idem inv.nr. 9 (Volunt. zaken v. 1635-1651) per 2 Dec. 1643: Lambert ten Cotte spreeckt aen, enz. ;. d. Idem per 23 Jan. 1647: Lambert ten Cotte tho Borne doet opbaedinge op Hermen Reymerinck voor 24 daler;. e. Idem per 6 Nov. 1647: Lambert ten Cotte tho Borne doet opbaedinge, enz.;. f. Idem: arch. landger. Enschede inv.nr. 38 (Contentieuze zaken v. 1648-1651) per 5 Mrt. 1649: Lambert ten Cate spreekt aen Herman ..(onleesbaar);. g. Idem per 19 Feb. 1650: Lambert ten Catte tot Borne doet opbaedinge aen Roon Herman sijn panden voor 4 gld.5 stv. voor geleent gelt;. h. Idem: arch. landger. Oldenzaal inv.nr. 18 (Volunt. zaken v. 1661-1687) per 5 Nov. 1664: Jan Joachim de Rheede, heer van Saasveld, leent 560 car.gld. van Lambert ten Cate en Anna, "eheluiden";. i. Idem per 22 Okt. 1666: De zelfde leent wederom 700 car.gld. van de "Edele Lambert ten Cate" en zijn echtgenote;. j. Idem: arch. landger. Delden inv.nr. 44 (Content.zaken v. 1665-1675) per 28 Nov. 1667: Lambert ten Cate bespreeckt Geert Nijhuijs voor 5 gld.17 stv. geleent gelt "cum expensis" (met onkosten);. k. Idem per 9 Jan. 1668: Lambert ten Caete verbint Geert Nijhuis in de Achterhaeve (?) luit voorgaende anspracke;. l. Idem: arch. landger. Oldenzaal inv.nr. 10 (Vol unt. zak. v. 1661-1687) per 31 Mrt. 1668 : Geertrui Dreierinck, Lubbert Dreierinck en Berent Dceierinck verklaren 100 ducatons verschuldigd te zijn aan Lambert ten Cate en Anna Adams, eheluiden, onder hypothecair verband;. m. Idem: Statenarchief, leenregister deel 3116, fol. 114-vo. per 4 Aug. 1670: Lambert ten Cate wordt beleend met "de thynden over het goet Engelbertinek in den gerichte van Oldensel";. n. Idem: arch. landger. Oldenzaal inv.nr. 10 (Volunt. zaken v.1661-1687) per 2 Sep. 1671: "Lambert ten Cate en Anna Adams, wonende tot Baerne", kopen een tiende van het erve Brinckhuis tot Deurningen (zie noot 39);. o. Idem: Statenarchief Volmachten en leenakten port. 5599 per 13 Jan. 1675: Lambert ten Cathe treedt samen met Johan Warners op als "mannen van leen", om een verklaring af te leggen. Hierop staat Lambert ten Cate's zegelafdruk met zijn huis- of handelsmerk, met er omheen zijn initialen L.T.C.;. p. Idem: arch . landger. v. Oldenzaal inv.nr. 10 (Volunt .zaken v. 1661-1687) per 4 Dec. 1675: Albert Spaniers en Fenne, eheluiden, verklaren 30 car.gld. schuldig te zijn aan Lambert ten Cate en Anna Adams, eheluiden, als koopsom van een paard en geven daarvoor een hypotheek op een "medeken" (weilandje), gelegen in de buurschap Lemselo;. q. Idem: arch. huis Weleveld te Zenderen, leenboek fol. 87 per 7 Okt. 1679: Lambert ten Cate treedt op als "leenman van Weleveld" om een getuigenis af te leggen;. r. Idem: arch. huis Almelo inv.nr. 212 (Leenboek van 1680-1730), fol. 19 per Jun. 1680: "Teunis Lamberts ten Caete wort beleent met de tienden (grof ende small) uit de goederen Wilminck, Averdinck en Nibbelinck in de buurschap van Aselo in't gericht van Delden .. Deszelfs vader Lambert ten Caete heeft daertoe als hulder nomine filii den eedt daertoe staende gedaen en in alles gepresteert hetgeen een getrouw vasal sijnen leenheer schuldigh was te doen ..";. s. Idem: arch. landger. v. Oldenzaal inv.nr. 10 (Volunt. zaken v. 1661-1687) per 5 Feb 1681: Afschrift van een op 12 Sep. 1680 te Borne verleden akte, waarbij de kinderen Dreierinck (zie deze noot sub 1) een hooimate in de Hasseler marke overdragen aan Lambert ten Cate en Anna Adams, eheluiden te Borne;. t. Idem: Statenarchief Volmachten en leenakten port. 5599 per 7 Jun. 1686: "Ick, Lambert ten Cathe en Jan ten Cathe, mannen van leen van dese provintie van Overyssel, betuygen en certificeeren voor die gerechte waerheydt, dat .. (betreft de Alvinghof te Zenderen). De verklaring wordt ondertekend en gezegeld door Lambert ten Cathe en Jan Gerritsen ten Cathe, de laatste met de toevoeging, dat hij "leenman van die Libertinenkercke tot Deventer" is. De zegels zijn beide voorzien van een huis- of handelsmerk met initialen;. u. Idem: arch. landger. v. Delden inv.nr. 46 (Content. zaken v. 1693-1687) per 2 Dec. 1686: Jan ten Catte op Het Have in Aselo bekent schuld aan Lambert ten Catte van Borne van 70 gld. geleend geld, met als onderpand een "wevetouw" met drie koeien (deze Jan ten Catte, ook wel Jan ten Haeve of Katten Jan geheten, behoort niét tot onze familie);. v. Idem per 5 Nov. 1687: Een verklaring van Lambert ten Caete als "leenman van Overijsel en Weleveld", met zijn lakzegelafdruk met huis- of handelsmerk en zijn initialen;. w. Idem: arch.landger. v. Oldenzaal inv.nr. 10 (Volunt. zaken v. 1661-1687) per 4 Jun. 1687: Het echtpaar Lambert ten Cate x Anna Adams leent opnieuw 1.000 car.gl. uit aan de Heer van Saasveld;. x. Uit Haga, A.: "Repertorium op de leenprothocollen van het huis Heeckeren bij Goor", Deventer (1948), pag. 4: Door bemiddeling van Tonnis Gerritsen (Hulshoff ?) en Lambert ten Cathe (waarvan akte in het leenarchief) verwerft de koopman Jan Costers uit Almelo op 26 Hei 1688 het erve Morskotte in Azelo onder Delden in leen;. y. Idem : Statenarchief Volmachten en leenakten port. 5599 per 28 Aug. 1690: Lambert ten Cathe te Borne legt weer een getuigenis af voor het Overijsselse leengericht, gezegeld met zijn huis- of handelsmerk;. z. Idem per 7 Sep. 1690: In een akte van het zelfde leengericht betreffende het erve en goed Het Holscher in de buurschap van Zenderen onder Borne, leenroerig aan het huis te Ruinen, is een getuigenverklaring toegevoegd: "Wy, Lambert ten Cathe en Gerrit Tonnissen Hulshof, leenmannen van de provincie van Overyssel en Welefelt, enz.", met zegels, waarop van beiden hun huis- of handelsmerk.
Vader: Teunisten Cate, zn. van Gerritten Cate (koopman; veehandelaar) en N.N., geb. te Borne [ov] circa 1570, koopman te Borne, ovl. te Borne [ov] circa 1642, tr. circa 1600.
Moeder: Mariavan Calcar (?), geb. te Vreden [Duitsland] circa 1580, ovl. te Borne [ov] circa 1650.
Mariavan Calcar (?), geb. te Vreden [Duitsland] circa 1580, ovl. te Borne [ov] circa 1650.
tr. circa 1600 met
Teunisten Cate, zn. van Gerritten Cate (koopman; veehandelaar) en N.N., geb. te Borne [ov] circa 1570, koopman te Borne, ovl. te Borne [ov] circa 1642.
Vader: TeunisHulshoff, zn. van GerritHulshoff en AaltjeN., geb. te Borne [ov] voor 1600, koopman; linnenreder te Borne, ovl. te Borne [ov] circa 1675, tr. te Borne [ov] circa 1635.
Vader: TeunisHulshoff, zn. van GerritHulshoff en AaltjeN., geb. te Borne [ov] voor 1600, koopman; linnenreder te Borne, ovl. te Borne [ov] circa 1675, tr. te Borne [ov] circa 1635.
Vader: TeunisHulshoff, zn. van GerritHulshoff en AaltjeN., geb. te Borne [ov] voor 1600, koopman; linnenreder te Borne, ovl. te Borne [ov] circa 1675, tr. te Borne [ov] circa 1635.
Vader: TeunisHulshoff, zn. van GerritHulshoff en AaltjeN., geb. te Borne [ov] voor 1600, koopman; linnenreder te Borne, ovl. te Borne [ov] circa 1675, tr. te Borne [ov] circa 1635.
Vader: TeunisHulshoff, zn. van GerritHulshoff en AaltjeN., geb. te Borne [ov] voor 1600, koopman; linnenreder te Borne, ovl. te Borne [ov] circa 1675, tr. te Borne [ov] circa 1635.
Geertjeten Cate, geb. te Borne [ov] circa 1625, ovl. te Zwolle [ov].
Vader: Berendten Cate, zn. van Hendrikten Cate (koopman te Borne; Oldenzaal) en Geertjenten Kocks, geb. te Borne [ov] circa 1600, koopman te Borne, ovl. te Borne [ov] circa 1675, tr. (huw. plaats en datum onbekend).
Moeder: Willempjevan Wely, geb. circa 1600, ovl. na 1675 (verder onbekend).
Barbaraten Cate, geb. te Borne [ov] circa 1630, ovl. te Doesburg [ge] circa 1715.
Opmerkingen Barbaraten Cate. RA Zwolle: Overstichtse en Overijsselse leenprotocollen: OF (1661-1687) Leenkamer nr. 28 fol. 135v, 1675 sep. 1: Barbra ten Cathe, weduwe Van Hoeven, na de dood van haar vader Berent Henrix ten Cate. Hulder Joan ten Cathe (hij kan niet haar broer zijn, deze is al in 1673 overleden). Zij wordt beleend met het erve en goed Maatman in het gericht Oldenzaal, boerschap Lemselo.
Vader: Berendten Cate, zn. van Hendrikten Cate (koopman te Borne; Oldenzaal) en Geertjenten Kocks, geb. te Borne [ov] circa 1600, koopman te Borne, ovl. te Borne [ov] circa 1675, tr. (huw. plaats en datum onbekend).
Moeder: Willempjevan Wely, geb. circa 1600, ovl. na 1675 (verder onbekend).
tr. te Borne [ov] met
Anthonyvan Hoeven, geb. (geb. plaats en datum onbekend), richter te Borne, ovl. te Borne [ov] voor 1 sep 1675.
Janten Cate, geb. te Borne [ov] in 1630, koopman; factoir te A'dam, begr. te Amsterdam [nh] St Anthonies kerkhof op 9 sep 1673.
Opmerkingen Janten Cate. Jan ten Cate had een textielwinkel in de Warmoesstraat te A'dam. Begr. "Jan Barentsz ten Cate op de Groenburgwal" (bron: GA A'dam B 1194/180). Stamvader van een snel uitgestorven tak. Zie: "de (van oorsprong doopsgezinde) familie ten C(K)ate uit Borne, van C.L. ten Cate, Utrecht 1986, blz 62 en noot 82.
Vader: Berendten Cate, zn. van Hendrikten Cate (koopman te Borne; Oldenzaal) en Geertjenten Kocks, geb. te Borne [ov] circa 1600, koopman te Borne, ovl. te Borne [ov] circa 1675, tr. (huw. plaats en datum onbekend).
Moeder: Willempjevan Wely, geb. circa 1600, ovl. na 1675 (verder onbekend).
otr. te Amsterdam [nh] op 7 jan 1656 (Bron:GA A'dam OTR 682/369) met
Josinade Vries, dr. van Abrahamde Vries en N.N., geb. te Haarlem [nh] in 1639, begr. te Amsterdam [nh] Noorderkerkhof op 21 jul 1671.
Opmerkingen Josinade Vries. Begr. "Josyna de Vries op de Fluweele Burgwal". (vlg. C.L. ten Cate, Bornse genealogie noot 82-b. blz. 243). Opmerkingen Jan ten Cate en Josina de Vries Ondertr. "Jan ten Cate, van Borne, out 26 jaar, de moeder aldaar, geadst met David Willink, woont in de Warmoesstraat en Josina de Vries van Haerlem, out 17 jaar, geadst met Abraham Woutersz". Vlg C.L. ten Cate (noot 82 a, Bornse genealogie) is de getuige David Willink de zn van Warner Willink Jansz en Judith Hendriksdr ten Cate. Hij staat echter niet in de genealogie (blz 150/151) bij de andere kinderen van dit echtpaar vermeld. Deze David Willink was lakenhandelaar op de Nieuwendijk. Een zuster van hem, Catharina (Trijntje) Willink trouwde met Herman Jansz ten Cate van de Almelose stam. Zie: "De Almelose tak van de (van oorsprong doopsgezinde) familie ten Cate uit Borne", van W.E.M. ten Cate, Maasland 1991, V-5, blz. 31. (STAM-ALM). Vlg. C.L. ten Cate (zie noot 82-b. blz. 243 van zijn Bornse genealogie) zouden zij slechts één zn. hebben gekregen, naar zijn grootvader van vader's zijde Barend ten Cate geheten. Hij baseert dit op het volgende gegeven uit het GA A'dam: Archief van de Weeskamer, voogdijboek E, fol. 246v per 15 nov. 1680: "De weesmeesteren stellen tot voogd over Barent, de nagelaten soon van Jan ten Cate in sijn leven koopman en factoir, verwekt bij Josina de Vries, Wouter de Vries schipper op Rotterdam, den oom van den jongeman". m.i.z. Kan er nog een tweede zn. Andries zijn geweest, welke bij de voogdijstelling reeds meerderjarig was en daardoor niet meer voorkomt in het voogdijboek. Verder valt op dat de voogdijstelling 7 jaar na het overl. van Jan ten Cate plaatsvindt en 9 jaar na het vermoedelijke overl. van Josina de Vries. Op 4 juni 1740 wordt op het St. Anthonieskerkhof (1201197v) begraven Hendrikje ten Kate, Groeneburgwal, prodeo. Mogelijk een nog onbekende dochter, idem reeds meerderjarig bij de voogdijstelling in 1680.
Aaltjeten Cate, geb. te Borne [ov] circa 1633, ovl. te Amsterdam [nh] in 1680, begr. te Amsterdam [nh] op 16 okt 1680.
Opmerkingen Aaltjeten Cate. Over de ouders van deze Aaltje wordt in haar ondertr. akte niets vermeld, maar op grond van het feit, dat zij evenals de hiervoor genoemde Jan ten Cate bij haar ondertr. geen vader meer heeft, terwijl de moeder tot Borne woont, neemt C.L. ten Cate, (noot 82-c. blz. 243 van zijn Bornse genealogie) aan, dat zij een jongere zuster van hem is. Daar zij volgens haar ondertr. inschrijving in Haarlem woont, neemt C.L. ten Cate aan, dat zij voordien haar intrek genomen had bij haar oom Hendrik Hendriksz ten Cate, die van 1656 tot 1660 in Haarlem woonde en daar, naast zijn linnenfaktorij, een bierbrouwerij exploiteerde. (Zie: "Hendrik Hendriksz ten Cate, een 'koopman-avonturier' uit Borne met zijn kinderen", C.L. ten Cate, Utrecht 1982).
Vader: Berendten Cate, zn. van Hendrikten Cate (koopman te Borne; Oldenzaal) en Geertjenten Kocks, geb. te Borne [ov] circa 1600, koopman te Borne, ovl. te Borne [ov] circa 1675, tr. (huw. plaats en datum onbekend).
Moeder: Willempjevan Wely, geb. circa 1600, ovl. na 1675 (verder onbekend).
otr. te Amsterdam [nh] op 18 jul 1659, tr. te Amsterdam [nh] op 4 aug 1659 met
Opmerkingen Johannesde Rosijn. De Rosijn's waren uit Frankrijk uitgeweken hugenoten, mogelijk ook doopsgezinden die zich aanvankelijk in de stad Utrecht hadden gevestigd. Opmerkingen Johannes de Rosijn en Aaltje ten Cate Ondertr. "Johannes Rozijn van A: zijde winkelier, out 23 jaar, geadst met Zacharias de Rosijn zijn vader in de Warmoesstraat en Aaltje ten Cate van Borne in twente, out 26 jaar, woont tot Haerlem, de moeder tot Borne".
>
Hermanten Cate, geb. te Borne [ov] circa 1635 (verder onbekend).
Vader: Berendten Cate, zn. van Hendrikten Cate (koopman te Borne; Oldenzaal) en Geertjenten Kocks, geb. te Borne [ov] circa 1600, koopman te Borne, ovl. te Borne [ov] circa 1675, tr. (huw. plaats en datum onbekend).
Moeder: Willempjevan Wely, geb. circa 1600, ovl. na 1675 (verder onbekend).
Grietjeten Cate, geb. te Borne [ov] circa 1637, ovl. (overl. plaats en datum onbekend).
Vader: Berendten Cate, zn. van Hendrikten Cate (koopman te Borne; Oldenzaal) en Geertjenten Kocks, geb. te Borne [ov] circa 1600, koopman te Borne, ovl. te Borne [ov] circa 1675, tr. (huw. plaats en datum onbekend).
Moeder: Willempjevan Wely, geb. circa 1600, ovl. na 1675 (verder onbekend).
tr. te Buiksloot [nh] op 2 dec 1674 met
HermanusCorte, geb. te Amsterdam [nh] (verder onbekend).
>
Opmerkingen Berendten Cate. RA Zwolle: Overstichtse en Overijsselse leenprotocollen: OE (1638-1660), leenkamer nr. 27 fol 169v, 1646 feb. 5: Berent Henrixen ten Cotte na opdracht door Gerhardt de Rhede tot Saesfelt, beleend met 'het erve ende goet Maetman, gelegen in den gerichte van Oldenzael, bourschap Lemselo.