tr. (huw. plaats en datum onbekend)
met
Gerritje ten Cate, dr. van Arend ten Cate (koopman te Goor) en N.N.,
geb. te Goor [ov] circa 1610,
ovl. (overl. plaats en datum onbekend),
relatie (2)
met haar neef Steven ten Cate. Uit deze relatie 8 kinderen.
Uit deze relatie 2 zonen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Steven | *1630 | Goor [ov] | 0 | 0 | |||
2 | Hendrik | *1632 | Goor [ov] | 0 | 0 |
tr. te Borne [ov]
met
Judith Reimerink, dr. van Hendrik Reimerink en N.N.,
geb. te Borne [ov] circa 1665,
ovl. voor 1716,
otr. (1)
met Hendrik ten Cate. Uit deze relatie geen kinderen.
Uit dit huwelijk 8 kinderen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Geertruid | *1685 | Borne [ov] | †1733 | 48 | 1 | 1 | |
2 | Hendrik | *1686 | Borne [ov] | †1722 | 36 | 1 | 0 | |
3 | Gerrit | *1687 | Borne [ov] | †1737 | 50 | 1 | 0 | |
4 | Geesken | *1688 | Borne [ov] | †1745 | 57 | 0 | 0 | |
5 | Fenneken | *1689 | Borne [ov] | †1754 | 65 | 0 | 0 | |
6 | Stijntje | *1690 | Borne [ov] | 1 | 0 | |||
7 | Steven | *1692 | Borne [ov] | 0 | 0 | |||
8 | Jasper | *1695 | Borne [ov] | †1786 | 91 | 2 | 6 |
otr. te Deventer [ov] op 3 aug 1693 (bron: GA Deventer ondertr. gerecht invnr. 28) Ondertr. "Jakob Klaesz Nijhof j.m. te Enschede met Fijken Gerrits ten Kate j.d. van Borne in de Kleine Overstraat"
met
Jacob Klaasz. Nijhoff (van Enschede, verder onbekend),
geb. circa 1660.
Opmerkingen Jacob Klaasz. Nijhoff.
Jacob Klaasz. Nijhoff wordt te Enschede in 1716 aangeslagen voor een vermogen van 500 gld. in de taxatie van de 500ste Penning. In 1723 betaalt hij ook 'hoofdgeld' aldaar.
Opmerkingen Jacob Nijhoff en Fijken ten Cate
Hun kinderen worden genoemd in een testament van haar zuster Martjen Gerritsdr. Wollecammer-ten Cate te Borne op 18 Juli 1750 (RA Zwolle arch. richterambt Borne inv.nr. 6 (Testamenten 1733-1753).
Uit deze relatie 5 kinderen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Klaas | *1695 | 0 | 0 | ||||
2 | Jenneken | *1697 | 0 | 0 | ||||
3 | Harmen | *1700 | 0 | 0 | ||||
4 | Hendrik | *1702 | 1 | 1 | ||||
5 | Gerrit | *1705 | 0 | 0 |
otr. te Deventer [ov] op 22 aug 1722 (attest. van Groningen 24-9-1728),
tr. te Deventer [ov] op 27 sep 1722
met
Jacob Pietersz Wollecammer (van Groningen, verder onbekend),
ovl. voor mrt 1730.
Opmerkingen Jacob Wollecammer.
Hij was eerder gehuwd met Trijntje Jansdr. Waarvan 3 kinderen: Peter, Jan en Hester Jacobs Wollecammer. (Bron:GA Groningen recht. arch. III-x (verzegelingen dl. 8 fol. 36) per 25 mei 1730).
Opmerkingen Jacob Wollecammer en Martjen ten Cate
Ondertr. "Jacob Pietersz wedr tot Groningen met Martje ten Kate j.d. in de Korte Assenstraat". (Bron:GA Deventer ondertr. gerecht invnr. 33).
>
otr. te Deventer [ov] op 3 jul 1697 (attest. op Borne 18-7-1697),
tr. te Borne [ov]
met
Hendrik Hulshoff, zn. van Berend Hulshoff (koopman te Borne) en Geesken ten Cate,
geb. te Zenderen [ov] op 2 dec 1664,
DG,
koopman oudste en leraar der 'Oude Vlamingen' te Zenderen,
ovl. te Borne [ov] op 4 jan 1745.
Opmerkingen Hendrik Hulshoff.
Hendrik Berendsz. Hulshoff (1664-1745).
Te Zenderen (gericht Borne) werd 12 december 1664 Hendrik Berendsz. Hulshoff geboren, één van de tien kinderen van Berend Jansz. Hulshoff van Zenderen en Geesken Hendriks ten Cate van Goor. Hendrik Berendsz. trouwde op 18 juli 1697 te Borne met Jenneken Gerrits ten Cate (circa 1665-1743). Hij overleed op 4 januari 1745.
Van de voorouders van bovengenoemden mag men aannemen dat zij reeds in de zestiende eeuw tot de mennisten behoorden, getuige onder meer het rekest der doopsgezinden van Twente aan de magistraat van Deventer van 10 oktober 1612 dat mede-ondertekend is door hun overgrootvaders Gerrit Teunisz. (Hulshoff) en Teunis Gerritsz. (ten Cate).
Berend Jansz. was koopman in textiel en andere waren en leraar van de doopsgezinden van Zenderen, Borne en Goor. In het woonhuis de Paschen te Zenderen, bestaande uit twee aaneen gevoegde gebouwen, werden bovendien godsdienstige bijeenkomsten gehouden, die in het verborgene moesten plaatsvinden. Tijdens de oorlogen met Munster van 1664 tot 1665 en van 1672 tot 1674 had het gezin veel overlast van inkwartiering.
Doopsgezinden van elke signatuur, volgelingen van Menno Simons (1496-1561), streefden een bijbelse, christelijke ondogmatische levenshouding en levenswandel na. Deze kenmerkte zich door eenvoud, oprechtheid, naastenliefde, broederschap, wat tot uitdrukking kwam in een weloverwogen geloofsbelijdenis, de doop op volwassen leeftijd, de weigering van de eed en van het dragen van wapens. De wijdverbreide maar in ledenaantal niet grote sekte der Groninger Oude Vlamingen legde het zwaartepunt van het godsdienstige leven niet bij de gelovigen, maar veel meer bij de zuiverheid van de gemeente als Gods gemeente. Zij hielden zich stipt aan allerlei overgeleverde regels in woord en gebruik.
Hendrik Berendsz, evenals zijn vader koopman in de Paschen, werd in 1695 tot leraar gekozen als opvolger van zijn vader. In 1710 werd hij, waarschijnlijk te Groningen waar de sociëteit van de Groninger Oude Vlamingen meestal vergaderde, tot één van de vier of vijf oudsten van de doopsgezinden verkozen. Oudste (ook bisschop of opziener) was degene, die een groot ressort - in casu Twente, waartoe ook Deventer behoorde - moest verzorgen als inspecteur van leer en leven van leraren en gemeenteleden en als bedienaar van de voetwassing, de aanneming, de doop en het avondmaal ('enigheid'). De opleiding tot de ambten geschiedde, behalve door (zelf)studie, voornamelijk in de praktijk als leerling in het gezelschap van voorgangers. Zo was de bekende Wolter ten Cate (1701-1796) te Hengelo een leerling van Hendrik Berendsz, (zijn neef). Hij heeft hem op zijn inspectiereizen vergezeld.
Hendrik Berendsz. werd geroemd als welsprekend verkondiger van het Woord, als organisator van de broederschap en als vredestichter bij onderlinge religieuze controversen. In zijn functie van landelijke oudste maakte hij, in gezelschap van zijn broer Arend, in 1719 een dienstreis naar de zustergemeente in Pruisen en Polen, waar geloofsgenoten zich sedert de zestiende eeuw als kolonisten hadden gevestigd. De contacten met hen bleven tot het einde van de achttiende eeuw bestaan. Hendrik Berendsz. en zijn mede-oudsten - zoals Alle Derksz. Medendorp (1670-1733) die in 1723 eveneens een reis naar die gemeenten maakte - ontvingen van tijd tot tijd vertegenwoordigers van hun geloofsgenoten uit die gebieden. Door deze bezoeken trachtten zij het geestelijke samenleven te bewaren; bovendien verzochten de geloofsgenoten hen om financiële bijstand. Ook kwamen er jongeren over om door hem te worden aangenomen en gedoopt.
Op basis van een aantekening in het reisverslag van 1719, gedateerd 9 januari 1733, is door een aantal auteurs ten onrechte geconcludeerd dat Hendrik Berendsz. in 1733 nogmaals een dienstreis naar Polen en Pruisen heeft gemaakt. Deze aantekening is gemaakt door Hendrik Berendsz. na het.
bezoek van Teunis Voet en Jan Janzen, twee mannen uit Polen, die omstreeks deze datum in Nederland verbleven. Zij hebben de ledenlijst van de geloofsgenoten in Polen in het reisverslag van 1719 gecorrigeerd.
Hoewel hij behoorde tot een strenge sekte van de doopsgezinden, kan Hendrik Berendsz. een zekere tolerantie niet ontzegd worden. Uit zijn eigenhandig geschreven reisverslag van 1719 blijkt dat de verstandhouding en omgang met andersdenkenden, met inbegrip van doopsgezinden van een andere denominatie, hem gemakkelijk vielen. Ook blijkt dat uit het feit, dat zijn jongste zoon Jan in 1735 trouwde met een rooms-katholieke vrouw, die haar geloof trouw bleef, ondanks het verbod van 'buitcntrouw'.
Hendrik Berendsz. is als oudste en als leraar betrokken geweest bij de deling van de doopsgezinde gemeenten van Borne en Hengelo/Goor in 1727, die tot dan toe één gemeente vormden.
Behalve het reeds genoemde reisverslag uit 1719 is weinig van zijn hand bewaard gebleven. Zijn vermelding als auteur van de in 1710 opgestelde 'Den staat der Doopsgezinde gemeenten in Nederland en in Oost-Friesland, behoorende tot de sociëteit der Oude Vlamingen te Groningen' is te vinden bij S. Blaupot ten Cate. Van zijn preken, die hij terdege placht voor te bereiden, is geen letter bewaard gebleven.
Op achtenzeventigjarige leeftijd legde hij, één der oudste inwoners van het richterambt Borne, op 7 februari 1743 ten overstaan van de richter te Delden een uitvoerige getuigenis af terzake van het langdurig slepende grensconflict tussen de marke Zenderen en de heerlijkheid Almelo. Tevoren had hij reeds persoonlijk de gedeputeerden van de Staten van Overijssel ter plaatse voorgelicht. Van zijn andere activiteiten ten dienste van de marke Zenderen of als koopman zijn tot dusver geen bewijzen gevonden. Wel is bekend dat hij op 5 maart 1734 bij de taxatie van de duizendste penning (vermogensbelasting) en bij de hoofdgeldinning van 1723 (personele belasting) te Borne (Zenderen) is aangeslagen. Bij de laatste voor het equivalent van vijf personen.
Hij behoorde tot de kring van welvarende, veelal onderling verwante doopsgezinde handelaren, die Borne als textielcentrum enige tijd belangrijk maakten.
A.L. Hulshoff.
Uit: Overijsselse Biografieën.
Opmerkingen Hendrik Hulshoff en Jenneken ten Cate
Ondertr. "Hendrik Berents j.m. van Zenderen met jenneken Gerrits ten Kate j.d. van Borne op de Hofstraat". (Bron:GA Deventer ondertr. gerecht invnr. 29).
Uit dit huwelijk 8 kinderen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Geesken | *1698 | Zenderen [ov] | Borne [ov] | 1 | 0 | ||
2 | Hendertjen | *1699 | Zenderen [ov] | †1751 | Borne [ov] | 51 | 0 | 0 |
3 | Berend | *1701 | Zenderen [ov] | Borne [ov] | 0 | 0 | ||
4 | Fenneken | *1703 | Zenderen [ov] | Borne [ov] | 0 | 0 | ||
5 | Gerrit | *1703 | Zenderen [ov] | Borne [ov] | 0 | 0 | ||
6 | Jenneken | *1705 | Zenderen [ov] | Borne [ov] | 1 | 1 | ||
7 | Anneken | *1709 | Zenderen [ov] | Borne [ov] | 0 | 0 | ||
8 | Jan | *1712 | Zenderen [ov] | Borne [ov] | 0 | 0 |
tr. te Delden [ov] (Hengelo) op 11 nov 1697
met
Magdalena Leusveld, dr. van Hendrik Leusveld en N.N.,
geb. te Almelo [ov] circa 1675,
ovl. te Borne [ov] voor 1733.
Uit dit huwelijk 4 kinderen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Geertje | *1700 | Almelo [ov] | †1769 | Borne [ov] | 69 | 0 | 0 |
2 | Martje | *1702 | Almelo [ov] | †1750 | Borne [ov] | 48 | 1 | 1 |
3 | Jan | *1704 | Almelo [ov] | †1771 | Borne [ov] | 67 | 1 | 2 |
4 | Hendrik | Almelo [ov] | Borne [ov] | 0 | 0 |
otr. te Hengelo [ov] op 19 okt 1695,
tr. te Hengelo [ov] op 17 nov 1695 1695 Den 19 dito [Octob] en gecopuleert den 17 Novemb Berent Gerritsen ten Cathe i.m. met Aaltien Jansen ten Cathe bij 't Bornerbroek, beijde alhier wonende
met
Aaltje ten Cate, dr. van Jan ten Cate (koopman te Borne en Hengelo) en Trijntje ten Cate,
geb. te Hengelo [ov] circa 1668,
ovl. (overl. waar en wanneer onbekend).
>
tr. te Borne [ov]
met
Hester Abrahamsdr ten Stroo van Kampen (verder onbekend).
Uit dit huwelijk één dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Judith | *1700 | 1 | 0 |
relatie
met
Anneken Nijenhuis, dr. van Lambert Nijenhuis en N.N.,
geb. circa 1680,
ovl. te Borne [ov] in feb 1747.
Uit deze relatie 8 kinderen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Harmine | *1704 | †1772 | Borne [ov] | 68 | 1 | 2 | |
2 | Trijntje | *1712 | †1793 | Borne [ov] | 81 | 0 | 0 | |
3 | Jan | *1715 | †1765 | Borne [ov] | 50 | 1 | 0 | |
4 | Jenneken | *1717 | †1788 | Borne [ov] | 71 | 1 | 0 | |
5 | Jacob | *1722 | †1780 | Borne [ov] | 58 | 0 | 0 | |
6 | Hendrik | *1724 | †1813 | Borne [ov] | 88 | 1 | 0 | |
7 | Leentje | *1726 | †1749 | Borne [ov] | 23 | 0 | 0 | |
8 | Adam | *1730 | †1785 | Borne [ov] | 54 | 2 | 0 |
otr. te Kampen [ov] op 9 sep 1693
met
Femmigjen ten Stroo (van Kampen, verder onbekend),
geb. vermoedelijk te Kampen [ov] circa 1670.
Opmerkingen Femmigjen ten Stroo.
Mogelijk stamt Femmigjen en haar zuster Hester af van Stroetman of ook Strootman (naar Snuif vermoedt een z.g. "oudste" in Tweckelo): "van den anabaptisten geloeve", die op 8 okt. 1639 door het Drostengericht veroordeeld werd, omdat "hij sich had onderstaen openbaerlick tot sinen huise sonder kennisse offte proclamatie te copuleeren te weeten Herbers dochter met eenen knecht, Cort genaemt". (Zie: G. Heeringa: "Uit het verleden der Doopsgezinden in Twente", Borne z.j, blz. 48).
Opmerkingen Jan ten Cate en Femmigjen ten Stroo
Bron: J. Nanninga Uitterdijk in Algemeen Nederlandsch familieblad, IXe Jaargang (1892), pag. 6: 9 Septembris 1693. Jan Gerritsen ten Cate van Borne j. m. met Femmechien Abrahamsen Stroo
van Campen j. d. Coram: R. van Marle, G. W. van Santen.
***
Hij en zijn twee kinderen worden genoemd in het testament van zijn halfzuster Mertjen Wollecammer-ten Cate van 18 juli 1750. (Bron: RA Zwolle: arch. richterambt Borne inv. nr. 6 (testamenten v. 1733-1753)). (Zie hiervoor: "De (van oorsprong doopsgezinde) familie ten C(K)ate uit Borne", van C.L. ten Cate, Utrecht 1986, blz. 314 en 315, IV-3,3 sub e; IV-3,10 sub a). In zijn correcties en aanvullingen op "De (van oorsprong doopsgezinde) familie ten C(K)ate uit Borne", per 1 nov. 1992, blz. 6, geeft C.L. ten Cate echter zonder nadere verklaring op, dat zij geen nakomelingen kregen.
Uit deze relatie 2 zonen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Gerrit | *1695 | Kampen [ov] | 0 | 0 | |||
2 | Hendrik | *1697 | Kampen [ov] | 0 | 0 |
kerk.huw. (NG) te Zwolle [ov] op 22 okt 1659
met
Gerrit ten Cate, zn. van Jan ten Cate (koopman "op de Borgh" te Borne) en Marijke Berends,
geb. te Borne [ov] circa 1640,
koopman te Borne,
ovl. te Borne [ov] voor 1695,
tr. (2)
met Geesken Jans (van Goor, verder onbekend). Uit dit huwelijk één zoon,
otr. (3)
met Jenneken Nijhoff. Uit deze relatie geen kinderen.
Uit dit huwelijk 9 kinderen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Jan | *1660 | Borne [ov] | †1707 | Borne [ov] | 47 | 1 | 8 |
2 | Fijken | *1663 | Borne [ov] | Borne [ov] | 1 | 5 | ||
3 | Martjen | *1665 | Borne [ov] | †1750 | Borne [ov] | 85 | 1 | 0 |
4 | Jenneken | *1666 | Borne [ov] | †1741 | Borne [ov] | 75 | 1 | 8 |
5 | Gerrit | *1667 | Borne [ov] | †1744 | Borne [ov] | 77 | 1 | 4 |
6 | Berend | *1668 | Borne [ov] | †1753 | Borne [ov] | 85 | 1 | 0 |
7 | Geesken | *1670 | Borne [ov] | †1750 | Borne [ov] | 80 | 0 | 0 |
8 | Hendrik | *1673 | Borne [ov] | Borne [ov] | 1 | 1 | ||
9 | Teunis | *1675 | Borne [ov] | †1745 | Borne [ov] | 70 | 1 | 8 |
tr. (huw. plaats en datum onbekend)
met
Gerritje ten Cate, dr. van Arend ten Cate (koopman te Goor) en N.N.,
geb. te Goor [ov] circa 1610,
ovl. (overl. plaats en datum onbekend),
relatie (2)
met haar neef Steven ten Cate. Uit deze relatie 8 kinderen.
Uit deze relatie 2 zonen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Steven | *1630 | Goor [ov] | 0 | 0 | |||
2 | Hendrik | *1632 | Goor [ov] | 0 | 0 |
tr. te Borne [ov]
met
Judith Reimerink, dr. van Hendrik Reimerink en N.N.,
geb. te Borne [ov] circa 1665,
ovl. voor 1716,
otr. (1)
met Hendrik ten Cate. Uit deze relatie geen kinderen.
Uit dit huwelijk 8 kinderen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Geertruid | *1685 | Borne [ov] | †1733 | 48 | 1 | 1 | |
2 | Hendrik | *1686 | Borne [ov] | †1722 | 36 | 1 | 0 | |
3 | Gerrit | *1687 | Borne [ov] | †1737 | 50 | 1 | 0 | |
4 | Geesken | *1688 | Borne [ov] | †1745 | 57 | 0 | 0 | |
5 | Fenneken | *1689 | Borne [ov] | †1754 | 65 | 0 | 0 | |
6 | Stijntje | *1690 | Borne [ov] | 1 | 0 | |||
7 | Steven | *1692 | Borne [ov] | 0 | 0 | |||
8 | Jasper | *1695 | Borne [ov] | †1786 | 91 | 2 | 6 |
otr. te Deventer [ov] op 3 aug 1693 (bron: GA Deventer ondertr. gerecht invnr. 28) Ondertr. "Jakob Klaesz Nijhof j.m. te Enschede met Fijken Gerrits ten Kate j.d. van Borne in de Kleine Overstraat"
met
Jacob Klaasz. Nijhoff (van Enschede, verder onbekend),
geb. circa 1660.
Opmerkingen Jacob Klaasz. Nijhoff.
Jacob Klaasz. Nijhoff wordt te Enschede in 1716 aangeslagen voor een vermogen van 500 gld. in de taxatie van de 500ste Penning. In 1723 betaalt hij ook 'hoofdgeld' aldaar.
Opmerkingen Jacob Nijhoff en Fijken ten Cate
Hun kinderen worden genoemd in een testament van haar zuster Martjen Gerritsdr. Wollecammer-ten Cate te Borne op 18 Juli 1750 (RA Zwolle arch. richterambt Borne inv.nr. 6 (Testamenten 1733-1753).
Uit deze relatie 5 kinderen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Klaas | *1695 | 0 | 0 | ||||
2 | Jenneken | *1697 | 0 | 0 | ||||
3 | Harmen | *1700 | 0 | 0 | ||||
4 | Hendrik | *1702 | 1 | 1 | ||||
5 | Gerrit | *1705 | 0 | 0 |
otr. te Deventer [ov] op 22 aug 1722 (attest. van Groningen 24-9-1728),
tr. te Deventer [ov] op 27 sep 1722
met
Jacob Pietersz Wollecammer (van Groningen, verder onbekend),
ovl. voor mrt 1730.
Opmerkingen Jacob Wollecammer.
Hij was eerder gehuwd met Trijntje Jansdr. Waarvan 3 kinderen: Peter, Jan en Hester Jacobs Wollecammer. (Bron:GA Groningen recht. arch. III-x (verzegelingen dl. 8 fol. 36) per 25 mei 1730).
Opmerkingen Jacob Wollecammer en Martjen ten Cate
Ondertr. "Jacob Pietersz wedr tot Groningen met Martje ten Kate j.d. in de Korte Assenstraat". (Bron:GA Deventer ondertr. gerecht invnr. 33).
>
otr. te Deventer [ov] op 3 jul 1697 (attest. op Borne 18-7-1697),
tr. te Borne [ov]
met
Hendrik Hulshoff, zn. van Berend Hulshoff (koopman te Borne) en Geesken ten Cate,
geb. te Zenderen [ov] op 2 dec 1664,
DG,
koopman oudste en leraar der 'Oude Vlamingen' te Zenderen,
ovl. te Borne [ov] op 4 jan 1745.
Opmerkingen Hendrik Hulshoff.
Hendrik Berendsz. Hulshoff (1664-1745).
Te Zenderen (gericht Borne) werd 12 december 1664 Hendrik Berendsz. Hulshoff geboren, één van de tien kinderen van Berend Jansz. Hulshoff van Zenderen en Geesken Hendriks ten Cate van Goor. Hendrik Berendsz. trouwde op 18 juli 1697 te Borne met Jenneken Gerrits ten Cate (circa 1665-1743). Hij overleed op 4 januari 1745.
Van de voorouders van bovengenoemden mag men aannemen dat zij reeds in de zestiende eeuw tot de mennisten behoorden, getuige onder meer het rekest der doopsgezinden van Twente aan de magistraat van Deventer van 10 oktober 1612 dat mede-ondertekend is door hun overgrootvaders Gerrit Teunisz. (Hulshoff) en Teunis Gerritsz. (ten Cate).
Berend Jansz. was koopman in textiel en andere waren en leraar van de doopsgezinden van Zenderen, Borne en Goor. In het woonhuis de Paschen te Zenderen, bestaande uit twee aaneen gevoegde gebouwen, werden bovendien godsdienstige bijeenkomsten gehouden, die in het verborgene moesten plaatsvinden. Tijdens de oorlogen met Munster van 1664 tot 1665 en van 1672 tot 1674 had het gezin veel overlast van inkwartiering.
Doopsgezinden van elke signatuur, volgelingen van Menno Simons (1496-1561), streefden een bijbelse, christelijke ondogmatische levenshouding en levenswandel na. Deze kenmerkte zich door eenvoud, oprechtheid, naastenliefde, broederschap, wat tot uitdrukking kwam in een weloverwogen geloofsbelijdenis, de doop op volwassen leeftijd, de weigering van de eed en van het dragen van wapens. De wijdverbreide maar in ledenaantal niet grote sekte der Groninger Oude Vlamingen legde het zwaartepunt van het godsdienstige leven niet bij de gelovigen, maar veel meer bij de zuiverheid van de gemeente als Gods gemeente. Zij hielden zich stipt aan allerlei overgeleverde regels in woord en gebruik.
Hendrik Berendsz, evenals zijn vader koopman in de Paschen, werd in 1695 tot leraar gekozen als opvolger van zijn vader. In 1710 werd hij, waarschijnlijk te Groningen waar de sociëteit van de Groninger Oude Vlamingen meestal vergaderde, tot één van de vier of vijf oudsten van de doopsgezinden verkozen. Oudste (ook bisschop of opziener) was degene, die een groot ressort - in casu Twente, waartoe ook Deventer behoorde - moest verzorgen als inspecteur van leer en leven van leraren en gemeenteleden en als bedienaar van de voetwassing, de aanneming, de doop en het avondmaal ('enigheid'). De opleiding tot de ambten geschiedde, behalve door (zelf)studie, voornamelijk in de praktijk als leerling in het gezelschap van voorgangers. Zo was de bekende Wolter ten Cate (1701-1796) te Hengelo een leerling van Hendrik Berendsz, (zijn neef). Hij heeft hem op zijn inspectiereizen vergezeld.
Hendrik Berendsz. werd geroemd als welsprekend verkondiger van het Woord, als organisator van de broederschap en als vredestichter bij onderlinge religieuze controversen. In zijn functie van landelijke oudste maakte hij, in gezelschap van zijn broer Arend, in 1719 een dienstreis naar de zustergemeente in Pruisen en Polen, waar geloofsgenoten zich sedert de zestiende eeuw als kolonisten hadden gevestigd. De contacten met hen bleven tot het einde van de achttiende eeuw bestaan. Hendrik Berendsz. en zijn mede-oudsten - zoals Alle Derksz. Medendorp (1670-1733) die in 1723 eveneens een reis naar die gemeenten maakte - ontvingen van tijd tot tijd vertegenwoordigers van hun geloofsgenoten uit die gebieden. Door deze bezoeken trachtten zij het geestelijke samenleven te bewaren; bovendien verzochten de geloofsgenoten hen om financiële bijstand. Ook kwamen er jongeren over om door hem te worden aangenomen en gedoopt.
Op basis van een aantekening in het reisverslag van 1719, gedateerd 9 januari 1733, is door een aantal auteurs ten onrechte geconcludeerd dat Hendrik Berendsz. in 1733 nogmaals een dienstreis naar Polen en Pruisen heeft gemaakt. Deze aantekening is gemaakt door Hendrik Berendsz. na het.
bezoek van Teunis Voet en Jan Janzen, twee mannen uit Polen, die omstreeks deze datum in Nederland verbleven. Zij hebben de ledenlijst van de geloofsgenoten in Polen in het reisverslag van 1719 gecorrigeerd.
Hoewel hij behoorde tot een strenge sekte van de doopsgezinden, kan Hendrik Berendsz. een zekere tolerantie niet ontzegd worden. Uit zijn eigenhandig geschreven reisverslag van 1719 blijkt dat de verstandhouding en omgang met andersdenkenden, met inbegrip van doopsgezinden van een andere denominatie, hem gemakkelijk vielen. Ook blijkt dat uit het feit, dat zijn jongste zoon Jan in 1735 trouwde met een rooms-katholieke vrouw, die haar geloof trouw bleef, ondanks het verbod van 'buitcntrouw'.
Hendrik Berendsz. is als oudste en als leraar betrokken geweest bij de deling van de doopsgezinde gemeenten van Borne en Hengelo/Goor in 1727, die tot dan toe één gemeente vormden.
Behalve het reeds genoemde reisverslag uit 1719 is weinig van zijn hand bewaard gebleven. Zijn vermelding als auteur van de in 1710 opgestelde 'Den staat der Doopsgezinde gemeenten in Nederland en in Oost-Friesland, behoorende tot de sociëteit der Oude Vlamingen te Groningen' is te vinden bij S. Blaupot ten Cate. Van zijn preken, die hij terdege placht voor te bereiden, is geen letter bewaard gebleven.
Op achtenzeventigjarige leeftijd legde hij, één der oudste inwoners van het richterambt Borne, op 7 februari 1743 ten overstaan van de richter te Delden een uitvoerige getuigenis af terzake van het langdurig slepende grensconflict tussen de marke Zenderen en de heerlijkheid Almelo. Tevoren had hij reeds persoonlijk de gedeputeerden van de Staten van Overijssel ter plaatse voorgelicht. Van zijn andere activiteiten ten dienste van de marke Zenderen of als koopman zijn tot dusver geen bewijzen gevonden. Wel is bekend dat hij op 5 maart 1734 bij de taxatie van de duizendste penning (vermogensbelasting) en bij de hoofdgeldinning van 1723 (personele belasting) te Borne (Zenderen) is aangeslagen. Bij de laatste voor het equivalent van vijf personen.
Hij behoorde tot de kring van welvarende, veelal onderling verwante doopsgezinde handelaren, die Borne als textielcentrum enige tijd belangrijk maakten.
A.L. Hulshoff.
Uit: Overijsselse Biografieën.
Opmerkingen Hendrik Hulshoff en Jenneken ten Cate
Ondertr. "Hendrik Berents j.m. van Zenderen met jenneken Gerrits ten Kate j.d. van Borne op de Hofstraat". (Bron:GA Deventer ondertr. gerecht invnr. 29).
Uit dit huwelijk 8 kinderen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Geesken | *1698 | Zenderen [ov] | Borne [ov] | 1 | 0 | ||
2 | Hendertjen | *1699 | Zenderen [ov] | †1751 | Borne [ov] | 51 | 0 | 0 |
3 | Berend | *1701 | Zenderen [ov] | Borne [ov] | 0 | 0 | ||
4 | Fenneken | *1703 | Zenderen [ov] | Borne [ov] | 0 | 0 | ||
5 | Gerrit | *1703 | Zenderen [ov] | Borne [ov] | 0 | 0 | ||
6 | Jenneken | *1705 | Zenderen [ov] | Borne [ov] | 1 | 1 | ||
7 | Anneken | *1709 | Zenderen [ov] | Borne [ov] | 0 | 0 | ||
8 | Jan | *1712 | Zenderen [ov] | Borne [ov] | 0 | 0 |
tr. te Delden [ov] (Hengelo) op 11 nov 1697
met
Magdalena Leusveld, dr. van Hendrik Leusveld en N.N.,
geb. te Almelo [ov] circa 1675,
ovl. te Borne [ov] voor 1733.
Uit dit huwelijk 4 kinderen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Geertje | *1700 | Almelo [ov] | †1769 | Borne [ov] | 69 | 0 | 0 |
2 | Martje | *1702 | Almelo [ov] | †1750 | Borne [ov] | 48 | 1 | 1 |
3 | Jan | *1704 | Almelo [ov] | †1771 | Borne [ov] | 67 | 1 | 2 |
4 | Hendrik | Almelo [ov] | Borne [ov] | 0 | 0 |
otr. te Hengelo [ov] op 19 okt 1695,
tr. te Hengelo [ov] op 17 nov 1695 1695 Den 19 dito [Octob] en gecopuleert den 17 Novemb Berent Gerritsen ten Cathe i.m. met Aaltien Jansen ten Cathe bij 't Bornerbroek, beijde alhier wonende
met
Aaltje ten Cate, dr. van Jan ten Cate (koopman te Borne en Hengelo) en Trijntje ten Cate,
geb. te Hengelo [ov] circa 1668,
ovl. (overl. waar en wanneer onbekend).
>
tr. te Borne [ov]
met
Hester Abrahamsdr ten Stroo van Kampen (verder onbekend).
Uit dit huwelijk één dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Judith | *1700 | 1 | 0 |
relatie
met
Anneken Nijenhuis, dr. van Lambert Nijenhuis en N.N.,
geb. circa 1680,
ovl. te Borne [ov] in feb 1747.
Uit deze relatie 8 kinderen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Harmine | *1704 | †1772 | Borne [ov] | 68 | 1 | 2 | |
2 | Trijntje | *1712 | †1793 | Borne [ov] | 81 | 0 | 0 | |
3 | Jan | *1715 | †1765 | Borne [ov] | 50 | 1 | 0 | |
4 | Jenneken | *1717 | †1788 | Borne [ov] | 71 | 1 | 0 | |
5 | Jacob | *1722 | †1780 | Borne [ov] | 58 | 0 | 0 | |
6 | Hendrik | *1724 | †1813 | Borne [ov] | 88 | 1 | 0 | |
7 | Leentje | *1726 | †1749 | Borne [ov] | 23 | 0 | 0 | |
8 | Adam | *1730 | †1785 | Borne [ov] | 54 | 2 | 0 |
otr. te Kampen [ov] op 9 sep 1693
met
Femmigjen ten Stroo (van Kampen, verder onbekend),
geb. vermoedelijk te Kampen [ov] circa 1670.
Opmerkingen Femmigjen ten Stroo.
Mogelijk stamt Femmigjen en haar zuster Hester af van Stroetman of ook Strootman (naar Snuif vermoedt een z.g. "oudste" in Tweckelo): "van den anabaptisten geloeve", die op 8 okt. 1639 door het Drostengericht veroordeeld werd, omdat "hij sich had onderstaen openbaerlick tot sinen huise sonder kennisse offte proclamatie te copuleeren te weeten Herbers dochter met eenen knecht, Cort genaemt". (Zie: G. Heeringa: "Uit het verleden der Doopsgezinden in Twente", Borne z.j, blz. 48).
Opmerkingen Jan ten Cate en Femmigjen ten Stroo
Bron: J. Nanninga Uitterdijk in Algemeen Nederlandsch familieblad, IXe Jaargang (1892), pag. 6: 9 Septembris 1693. Jan Gerritsen ten Cate van Borne j. m. met Femmechien Abrahamsen Stroo
van Campen j. d. Coram: R. van Marle, G. W. van Santen.
***
Hij en zijn twee kinderen worden genoemd in het testament van zijn halfzuster Mertjen Wollecammer-ten Cate van 18 juli 1750. (Bron: RA Zwolle: arch. richterambt Borne inv. nr. 6 (testamenten v. 1733-1753)). (Zie hiervoor: "De (van oorsprong doopsgezinde) familie ten C(K)ate uit Borne", van C.L. ten Cate, Utrecht 1986, blz. 314 en 315, IV-3,3 sub e; IV-3,10 sub a). In zijn correcties en aanvullingen op "De (van oorsprong doopsgezinde) familie ten C(K)ate uit Borne", per 1 nov. 1992, blz. 6, geeft C.L. ten Cate echter zonder nadere verklaring op, dat zij geen nakomelingen kregen.
Uit deze relatie 2 zonen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Gerrit | *1695 | Kampen [ov] | 0 | 0 | |||
2 | Hendrik | *1697 | Kampen [ov] | 0 | 0 |
kerk.huw. (NG) te Zwolle [ov] op 22 okt 1659
met
Gerrit ten Cate, zn. van Jan ten Cate (koopman "op de Borgh" te Borne) en Marijke Berends,
geb. te Borne [ov] circa 1640,
koopman te Borne,
ovl. te Borne [ov] voor 1695,
tr. (2)
met Geesken Jans (van Goor, verder onbekend). Uit dit huwelijk één zoon,
otr. (3)
met Jenneken Nijhoff. Uit deze relatie geen kinderen.
Uit dit huwelijk 9 kinderen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Jan | *1660 | Borne [ov] | †1707 | Borne [ov] | 47 | 1 | 8 |
2 | Fijken | *1663 | Borne [ov] | Borne [ov] | 1 | 5 | ||
3 | Martjen | *1665 | Borne [ov] | †1750 | Borne [ov] | 85 | 1 | 0 |
4 | Jenneken | *1666 | Borne [ov] | †1741 | Borne [ov] | 75 | 1 | 8 |
5 | Gerrit | *1667 | Borne [ov] | †1744 | Borne [ov] | 77 | 1 | 4 |
6 | Berend | *1668 | Borne [ov] | †1753 | Borne [ov] | 85 | 1 | 0 |
7 | Geesken | *1670 | Borne [ov] | †1750 | Borne [ov] | 80 | 0 | 0 |
8 | Hendrik | *1673 | Borne [ov] | Borne [ov] | 1 | 1 | ||
9 | Teunis | *1675 | Borne [ov] | †1745 | Borne [ov] | 70 | 1 | 8 |
tr. (huw. plaats en datum onbekend)
met
Gerritje ten Cate, dr. van Arend ten Cate (koopman te Goor) en N.N.,
geb. te Goor [ov] circa 1610,
ovl. (overl. plaats en datum onbekend),
relatie (2)
met haar neef Steven ten Cate. Uit deze relatie 8 kinderen.
Uit deze relatie 2 zonen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Steven | *1630 | Goor [ov] | 0 | 0 | |||
2 | Hendrik | *1632 | Goor [ov] | 0 | 0 |
tr. te Borne [ov]
met
Judith Reimerink, dr. van Hendrik Reimerink en N.N.,
geb. te Borne [ov] circa 1665,
ovl. voor 1716,
otr. (1)
met Hendrik ten Cate. Uit deze relatie geen kinderen.
Uit dit huwelijk 8 kinderen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Geertruid | *1685 | Borne [ov] | †1733 | 48 | 1 | 1 | |
2 | Hendrik | *1686 | Borne [ov] | †1722 | 36 | 1 | 0 | |
3 | Gerrit | *1687 | Borne [ov] | †1737 | 50 | 1 | 0 | |
4 | Geesken | *1688 | Borne [ov] | †1745 | 57 | 0 | 0 | |
5 | Fenneken | *1689 | Borne [ov] | †1754 | 65 | 0 | 0 | |
6 | Stijntje | *1690 | Borne [ov] | 1 | 0 | |||
7 | Steven | *1692 | Borne [ov] | 0 | 0 | |||
8 | Jasper | *1695 | Borne [ov] | †1786 | 91 | 2 | 6 |
otr. te Deventer [ov] op 3 aug 1693 (bron: GA Deventer ondertr. gerecht invnr. 28) Ondertr. "Jakob Klaesz Nijhof j.m. te Enschede met Fijken Gerrits ten Kate j.d. van Borne in de Kleine Overstraat"
met
Jacob Klaasz. Nijhoff (van Enschede, verder onbekend),
geb. circa 1660.
Opmerkingen Jacob Klaasz. Nijhoff.
Jacob Klaasz. Nijhoff wordt te Enschede in 1716 aangeslagen voor een vermogen van 500 gld. in de taxatie van de 500ste Penning. In 1723 betaalt hij ook 'hoofdgeld' aldaar.
Opmerkingen Jacob Nijhoff en Fijken ten Cate
Hun kinderen worden genoemd in een testament van haar zuster Martjen Gerritsdr. Wollecammer-ten Cate te Borne op 18 Juli 1750 (RA Zwolle arch. richterambt Borne inv.nr. 6 (Testamenten 1733-1753).
Uit deze relatie 5 kinderen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Klaas | *1695 | 0 | 0 | ||||
2 | Jenneken | *1697 | 0 | 0 | ||||
3 | Harmen | *1700 | 0 | 0 | ||||
4 | Hendrik | *1702 | 1 | 1 | ||||
5 | Gerrit | *1705 | 0 | 0 |
otr. te Deventer [ov] op 22 aug 1722 (attest. van Groningen 24-9-1728),
tr. te Deventer [ov] op 27 sep 1722
met
Jacob Pietersz Wollecammer (van Groningen, verder onbekend),
ovl. voor mrt 1730.
Opmerkingen Jacob Wollecammer.
Hij was eerder gehuwd met Trijntje Jansdr. Waarvan 3 kinderen: Peter, Jan en Hester Jacobs Wollecammer. (Bron:GA Groningen recht. arch. III-x (verzegelingen dl. 8 fol. 36) per 25 mei 1730).
Opmerkingen Jacob Wollecammer en Martjen ten Cate
Ondertr. "Jacob Pietersz wedr tot Groningen met Martje ten Kate j.d. in de Korte Assenstraat". (Bron:GA Deventer ondertr. gerecht invnr. 33).
>
otr. te Deventer [ov] op 3 jul 1697 (attest. op Borne 18-7-1697),
tr. te Borne [ov]
met
Hendrik Hulshoff, zn. van Berend Hulshoff (koopman te Borne) en Geesken ten Cate,
geb. te Zenderen [ov] op 2 dec 1664,
DG,
koopman oudste en leraar der 'Oude Vlamingen' te Zenderen,
ovl. te Borne [ov] op 4 jan 1745.
Opmerkingen Hendrik Hulshoff.
Hendrik Berendsz. Hulshoff (1664-1745).
Te Zenderen (gericht Borne) werd 12 december 1664 Hendrik Berendsz. Hulshoff geboren, één van de tien kinderen van Berend Jansz. Hulshoff van Zenderen en Geesken Hendriks ten Cate van Goor. Hendrik Berendsz. trouwde op 18 juli 1697 te Borne met Jenneken Gerrits ten Cate (circa 1665-1743). Hij overleed op 4 januari 1745.
Van de voorouders van bovengenoemden mag men aannemen dat zij reeds in de zestiende eeuw tot de mennisten behoorden, getuige onder meer het rekest der doopsgezinden van Twente aan de magistraat van Deventer van 10 oktober 1612 dat mede-ondertekend is door hun overgrootvaders Gerrit Teunisz. (Hulshoff) en Teunis Gerritsz. (ten Cate).
Berend Jansz. was koopman in textiel en andere waren en leraar van de doopsgezinden van Zenderen, Borne en Goor. In het woonhuis de Paschen te Zenderen, bestaande uit twee aaneen gevoegde gebouwen, werden bovendien godsdienstige bijeenkomsten gehouden, die in het verborgene moesten plaatsvinden. Tijdens de oorlogen met Munster van 1664 tot 1665 en van 1672 tot 1674 had het gezin veel overlast van inkwartiering.
Doopsgezinden van elke signatuur, volgelingen van Menno Simons (1496-1561), streefden een bijbelse, christelijke ondogmatische levenshouding en levenswandel na. Deze kenmerkte zich door eenvoud, oprechtheid, naastenliefde, broederschap, wat tot uitdrukking kwam in een weloverwogen geloofsbelijdenis, de doop op volwassen leeftijd, de weigering van de eed en van het dragen van wapens. De wijdverbreide maar in ledenaantal niet grote sekte der Groninger Oude Vlamingen legde het zwaartepunt van het godsdienstige leven niet bij de gelovigen, maar veel meer bij de zuiverheid van de gemeente als Gods gemeente. Zij hielden zich stipt aan allerlei overgeleverde regels in woord en gebruik.
Hendrik Berendsz, evenals zijn vader koopman in de Paschen, werd in 1695 tot leraar gekozen als opvolger van zijn vader. In 1710 werd hij, waarschijnlijk te Groningen waar de sociëteit van de Groninger Oude Vlamingen meestal vergaderde, tot één van de vier of vijf oudsten van de doopsgezinden verkozen. Oudste (ook bisschop of opziener) was degene, die een groot ressort - in casu Twente, waartoe ook Deventer behoorde - moest verzorgen als inspecteur van leer en leven van leraren en gemeenteleden en als bedienaar van de voetwassing, de aanneming, de doop en het avondmaal ('enigheid'). De opleiding tot de ambten geschiedde, behalve door (zelf)studie, voornamelijk in de praktijk als leerling in het gezelschap van voorgangers. Zo was de bekende Wolter ten Cate (1701-1796) te Hengelo een leerling van Hendrik Berendsz, (zijn neef). Hij heeft hem op zijn inspectiereizen vergezeld.
Hendrik Berendsz. werd geroemd als welsprekend verkondiger van het Woord, als organisator van de broederschap en als vredestichter bij onderlinge religieuze controversen. In zijn functie van landelijke oudste maakte hij, in gezelschap van zijn broer Arend, in 1719 een dienstreis naar de zustergemeente in Pruisen en Polen, waar geloofsgenoten zich sedert de zestiende eeuw als kolonisten hadden gevestigd. De contacten met hen bleven tot het einde van de achttiende eeuw bestaan. Hendrik Berendsz. en zijn mede-oudsten - zoals Alle Derksz. Medendorp (1670-1733) die in 1723 eveneens een reis naar die gemeenten maakte - ontvingen van tijd tot tijd vertegenwoordigers van hun geloofsgenoten uit die gebieden. Door deze bezoeken trachtten zij het geestelijke samenleven te bewaren; bovendien verzochten de geloofsgenoten hen om financiële bijstand. Ook kwamen er jongeren over om door hem te worden aangenomen en gedoopt.
Op basis van een aantekening in het reisverslag van 1719, gedateerd 9 januari 1733, is door een aantal auteurs ten onrechte geconcludeerd dat Hendrik Berendsz. in 1733 nogmaals een dienstreis naar Polen en Pruisen heeft gemaakt. Deze aantekening is gemaakt door Hendrik Berendsz. na het.
bezoek van Teunis Voet en Jan Janzen, twee mannen uit Polen, die omstreeks deze datum in Nederland verbleven. Zij hebben de ledenlijst van de geloofsgenoten in Polen in het reisverslag van 1719 gecorrigeerd.
Hoewel hij behoorde tot een strenge sekte van de doopsgezinden, kan Hendrik Berendsz. een zekere tolerantie niet ontzegd worden. Uit zijn eigenhandig geschreven reisverslag van 1719 blijkt dat de verstandhouding en omgang met andersdenkenden, met inbegrip van doopsgezinden van een andere denominatie, hem gemakkelijk vielen. Ook blijkt dat uit het feit, dat zijn jongste zoon Jan in 1735 trouwde met een rooms-katholieke vrouw, die haar geloof trouw bleef, ondanks het verbod van 'buitcntrouw'.
Hendrik Berendsz. is als oudste en als leraar betrokken geweest bij de deling van de doopsgezinde gemeenten van Borne en Hengelo/Goor in 1727, die tot dan toe één gemeente vormden.
Behalve het reeds genoemde reisverslag uit 1719 is weinig van zijn hand bewaard gebleven. Zijn vermelding als auteur van de in 1710 opgestelde 'Den staat der Doopsgezinde gemeenten in Nederland en in Oost-Friesland, behoorende tot de sociëteit der Oude Vlamingen te Groningen' is te vinden bij S. Blaupot ten Cate. Van zijn preken, die hij terdege placht voor te bereiden, is geen letter bewaard gebleven.
Op achtenzeventigjarige leeftijd legde hij, één der oudste inwoners van het richterambt Borne, op 7 februari 1743 ten overstaan van de richter te Delden een uitvoerige getuigenis af terzake van het langdurig slepende grensconflict tussen de marke Zenderen en de heerlijkheid Almelo. Tevoren had hij reeds persoonlijk de gedeputeerden van de Staten van Overijssel ter plaatse voorgelicht. Van zijn andere activiteiten ten dienste van de marke Zenderen of als koopman zijn tot dusver geen bewijzen gevonden. Wel is bekend dat hij op 5 maart 1734 bij de taxatie van de duizendste penning (vermogensbelasting) en bij de hoofdgeldinning van 1723 (personele belasting) te Borne (Zenderen) is aangeslagen. Bij de laatste voor het equivalent van vijf personen.
Hij behoorde tot de kring van welvarende, veelal onderling verwante doopsgezinde handelaren, die Borne als textielcentrum enige tijd belangrijk maakten.
A.L. Hulshoff.
Uit: Overijsselse Biografieën.
Opmerkingen Hendrik Hulshoff en Jenneken ten Cate
Ondertr. "Hendrik Berents j.m. van Zenderen met jenneken Gerrits ten Kate j.d. van Borne op de Hofstraat". (Bron:GA Deventer ondertr. gerecht invnr. 29).
Uit dit huwelijk 8 kinderen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Geesken | *1698 | Zenderen [ov] | Borne [ov] | 1 | 0 | ||
2 | Hendertjen | *1699 | Zenderen [ov] | †1751 | Borne [ov] | 51 | 0 | 0 |
3 | Berend | *1701 | Zenderen [ov] | Borne [ov] | 0 | 0 | ||
4 | Fenneken | *1703 | Zenderen [ov] | Borne [ov] | 0 | 0 | ||
5 | Gerrit | *1703 | Zenderen [ov] | Borne [ov] | 0 | 0 | ||
6 | Jenneken | *1705 | Zenderen [ov] | Borne [ov] | 1 | 1 | ||
7 | Anneken | *1709 | Zenderen [ov] | Borne [ov] | 0 | 0 | ||
8 | Jan | *1712 | Zenderen [ov] | Borne [ov] | 0 | 0 |
tr. te Delden [ov] (Hengelo) op 11 nov 1697
met
Magdalena Leusveld, dr. van Hendrik Leusveld en N.N.,
geb. te Almelo [ov] circa 1675,
ovl. te Borne [ov] voor 1733.
Uit dit huwelijk 4 kinderen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Geertje | *1700 | Almelo [ov] | †1769 | Borne [ov] | 69 | 0 | 0 |
2 | Martje | *1702 | Almelo [ov] | †1750 | Borne [ov] | 48 | 1 | 1 |
3 | Jan | *1704 | Almelo [ov] | †1771 | Borne [ov] | 67 | 1 | 2 |
4 | Hendrik | Almelo [ov] | Borne [ov] | 0 | 0 |
otr. te Hengelo [ov] op 19 okt 1695,
tr. te Hengelo [ov] op 17 nov 1695 1695 Den 19 dito [Octob] en gecopuleert den 17 Novemb Berent Gerritsen ten Cathe i.m. met Aaltien Jansen ten Cathe bij 't Bornerbroek, beijde alhier wonende
met
Aaltje ten Cate, dr. van Jan ten Cate (koopman te Borne en Hengelo) en Trijntje ten Cate,
geb. te Hengelo [ov] circa 1668,
ovl. (overl. waar en wanneer onbekend).
>
tr. te Borne [ov]
met
Hester Abrahamsdr ten Stroo van Kampen (verder onbekend).
Uit dit huwelijk één dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Judith | *1700 | 1 | 0 |
relatie
met
Anneken Nijenhuis, dr. van Lambert Nijenhuis en N.N.,
geb. circa 1680,
ovl. te Borne [ov] in feb 1747.
Uit deze relatie 8 kinderen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Harmine | *1704 | †1772 | Borne [ov] | 68 | 1 | 2 | |
2 | Trijntje | *1712 | †1793 | Borne [ov] | 81 | 0 | 0 | |
3 | Jan | *1715 | †1765 | Borne [ov] | 50 | 1 | 0 | |
4 | Jenneken | *1717 | †1788 | Borne [ov] | 71 | 1 | 0 | |
5 | Jacob | *1722 | †1780 | Borne [ov] | 58 | 0 | 0 | |
6 | Hendrik | *1724 | †1813 | Borne [ov] | 88 | 1 | 0 | |
7 | Leentje | *1726 | †1749 | Borne [ov] | 23 | 0 | 0 | |
8 | Adam | *1730 | †1785 | Borne [ov] | 54 | 2 | 0 |
otr. te Kampen [ov] op 9 sep 1693
met
Femmigjen ten Stroo (van Kampen, verder onbekend),
geb. vermoedelijk te Kampen [ov] circa 1670.
Opmerkingen Femmigjen ten Stroo.
Mogelijk stamt Femmigjen en haar zuster Hester af van Stroetman of ook Strootman (naar Snuif vermoedt een z.g. "oudste" in Tweckelo): "van den anabaptisten geloeve", die op 8 okt. 1639 door het Drostengericht veroordeeld werd, omdat "hij sich had onderstaen openbaerlick tot sinen huise sonder kennisse offte proclamatie te copuleeren te weeten Herbers dochter met eenen knecht, Cort genaemt". (Zie: G. Heeringa: "Uit het verleden der Doopsgezinden in Twente", Borne z.j, blz. 48).
Opmerkingen Jan ten Cate en Femmigjen ten Stroo
Bron: J. Nanninga Uitterdijk in Algemeen Nederlandsch familieblad, IXe Jaargang (1892), pag. 6: 9 Septembris 1693. Jan Gerritsen ten Cate van Borne j. m. met Femmechien Abrahamsen Stroo
van Campen j. d. Coram: R. van Marle, G. W. van Santen.
***
Hij en zijn twee kinderen worden genoemd in het testament van zijn halfzuster Mertjen Wollecammer-ten Cate van 18 juli 1750. (Bron: RA Zwolle: arch. richterambt Borne inv. nr. 6 (testamenten v. 1733-1753)). (Zie hiervoor: "De (van oorsprong doopsgezinde) familie ten C(K)ate uit Borne", van C.L. ten Cate, Utrecht 1986, blz. 314 en 315, IV-3,3 sub e; IV-3,10 sub a). In zijn correcties en aanvullingen op "De (van oorsprong doopsgezinde) familie ten C(K)ate uit Borne", per 1 nov. 1992, blz. 6, geeft C.L. ten Cate echter zonder nadere verklaring op, dat zij geen nakomelingen kregen.
Uit deze relatie 2 zonen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Gerrit | *1695 | Kampen [ov] | 0 | 0 | |||
2 | Hendrik | *1697 | Kampen [ov] | 0 | 0 |
kerk.huw. (NG) te Zwolle [ov] op 22 okt 1659
met
Gerrit ten Cate, zn. van Jan ten Cate (koopman "op de Borgh" te Borne) en Marijke Berends,
geb. te Borne [ov] circa 1640,
koopman te Borne,
ovl. te Borne [ov] voor 1695,
tr. (2)
met Geesken Jans (van Goor, verder onbekend). Uit dit huwelijk één zoon,
otr. (3)
met Jenneken Nijhoff. Uit deze relatie geen kinderen.
Uit dit huwelijk 9 kinderen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Jan | *1660 | Borne [ov] | †1707 | Borne [ov] | 47 | 1 | 8 |
2 | Fijken | *1663 | Borne [ov] | Borne [ov] | 1 | 5 | ||
3 | Martjen | *1665 | Borne [ov] | †1750 | Borne [ov] | 85 | 1 | 0 |
4 | Jenneken | *1666 | Borne [ov] | †1741 | Borne [ov] | 75 | 1 | 8 |
5 | Gerrit | *1667 | Borne [ov] | †1744 | Borne [ov] | 77 | 1 | 4 |
6 | Berend | *1668 | Borne [ov] | †1753 | Borne [ov] | 85 | 1 | 0 |
7 | Geesken | *1670 | Borne [ov] | †1750 | Borne [ov] | 80 | 0 | 0 |
8 | Hendrik | *1673 | Borne [ov] | Borne [ov] | 1 | 1 | ||
9 | Teunis | *1675 | Borne [ov] | †1745 | Borne [ov] | 70 | 1 | 8 |
tr. (huw. plaats en datum onbekend)
met
Gerritje ten Cate, dr. van Arend ten Cate (koopman te Goor) en N.N.,
geb. te Goor [ov] circa 1610,
ovl. (overl. plaats en datum onbekend),
relatie (2)
met haar neef Steven ten Cate. Uit deze relatie 8 kinderen.
Uit deze relatie 2 zonen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Steven | *1630 | Goor [ov] | 0 | 0 | |||
2 | Hendrik | *1632 | Goor [ov] | 0 | 0 |
tr. te Borne [ov]
met
Judith Reimerink, dr. van Hendrik Reimerink en N.N.,
geb. te Borne [ov] circa 1665,
ovl. voor 1716,
otr. (1)
met Hendrik ten Cate. Uit deze relatie geen kinderen.
Uit dit huwelijk 8 kinderen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Geertruid | *1685 | Borne [ov] | †1733 | 48 | 1 | 1 | |
2 | Hendrik | *1686 | Borne [ov] | †1722 | 36 | 1 | 0 | |
3 | Gerrit | *1687 | Borne [ov] | †1737 | 50 | 1 | 0 | |
4 | Geesken | *1688 | Borne [ov] | †1745 | 57 | 0 | 0 | |
5 | Fenneken | *1689 | Borne [ov] | †1754 | 65 | 0 | 0 | |
6 | Stijntje | *1690 | Borne [ov] | 1 | 0 | |||
7 | Steven | *1692 | Borne [ov] | 0 | 0 | |||
8 | Jasper | *1695 | Borne [ov] | †1786 | 91 | 2 | 6 |
otr. te Deventer [ov] op 3 aug 1693 (bron: GA Deventer ondertr. gerecht invnr. 28) Ondertr. "Jakob Klaesz Nijhof j.m. te Enschede met Fijken Gerrits ten Kate j.d. van Borne in de Kleine Overstraat"
met
Jacob Klaasz. Nijhoff (van Enschede, verder onbekend),
geb. circa 1660.
Opmerkingen Jacob Klaasz. Nijhoff.
Jacob Klaasz. Nijhoff wordt te Enschede in 1716 aangeslagen voor een vermogen van 500 gld. in de taxatie van de 500ste Penning. In 1723 betaalt hij ook 'hoofdgeld' aldaar.
Opmerkingen Jacob Nijhoff en Fijken ten Cate
Hun kinderen worden genoemd in een testament van haar zuster Martjen Gerritsdr. Wollecammer-ten Cate te Borne op 18 Juli 1750 (RA Zwolle arch. richterambt Borne inv.nr. 6 (Testamenten 1733-1753).
Uit deze relatie 5 kinderen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Klaas | *1695 | 0 | 0 | ||||
2 | Jenneken | *1697 | 0 | 0 | ||||
3 | Harmen | *1700 | 0 | 0 | ||||
4 | Hendrik | *1702 | 1 | 1 | ||||
5 | Gerrit | *1705 | 0 | 0 |
otr. te Deventer [ov] op 22 aug 1722 (attest. van Groningen 24-9-1728),
tr. te Deventer [ov] op 27 sep 1722
met
Jacob Pietersz Wollecammer (van Groningen, verder onbekend),
ovl. voor mrt 1730.
Opmerkingen Jacob Wollecammer.
Hij was eerder gehuwd met Trijntje Jansdr. Waarvan 3 kinderen: Peter, Jan en Hester Jacobs Wollecammer. (Bron:GA Groningen recht. arch. III-x (verzegelingen dl. 8 fol. 36) per 25 mei 1730).
Opmerkingen Jacob Wollecammer en Martjen ten Cate
Ondertr. "Jacob Pietersz wedr tot Groningen met Martje ten Kate j.d. in de Korte Assenstraat". (Bron:GA Deventer ondertr. gerecht invnr. 33).
>
otr. te Deventer [ov] op 3 jul 1697 (attest. op Borne 18-7-1697),
tr. te Borne [ov]
met
Hendrik Hulshoff, zn. van Berend Hulshoff (koopman te Borne) en Geesken ten Cate,
geb. te Zenderen [ov] op 2 dec 1664,
DG,
koopman oudste en leraar der 'Oude Vlamingen' te Zenderen,
ovl. te Borne [ov] op 4 jan 1745.
Opmerkingen Hendrik Hulshoff.
Hendrik Berendsz. Hulshoff (1664-1745).
Te Zenderen (gericht Borne) werd 12 december 1664 Hendrik Berendsz. Hulshoff geboren, één van de tien kinderen van Berend Jansz. Hulshoff van Zenderen en Geesken Hendriks ten Cate van Goor. Hendrik Berendsz. trouwde op 18 juli 1697 te Borne met Jenneken Gerrits ten Cate (circa 1665-1743). Hij overleed op 4 januari 1745.
Van de voorouders van bovengenoemden mag men aannemen dat zij reeds in de zestiende eeuw tot de mennisten behoorden, getuige onder meer het rekest der doopsgezinden van Twente aan de magistraat van Deventer van 10 oktober 1612 dat mede-ondertekend is door hun overgrootvaders Gerrit Teunisz. (Hulshoff) en Teunis Gerritsz. (ten Cate).
Berend Jansz. was koopman in textiel en andere waren en leraar van de doopsgezinden van Zenderen, Borne en Goor. In het woonhuis de Paschen te Zenderen, bestaande uit twee aaneen gevoegde gebouwen, werden bovendien godsdienstige bijeenkomsten gehouden, die in het verborgene moesten plaatsvinden. Tijdens de oorlogen met Munster van 1664 tot 1665 en van 1672 tot 1674 had het gezin veel overlast van inkwartiering.
Doopsgezinden van elke signatuur, volgelingen van Menno Simons (1496-1561), streefden een bijbelse, christelijke ondogmatische levenshouding en levenswandel na. Deze kenmerkte zich door eenvoud, oprechtheid, naastenliefde, broederschap, wat tot uitdrukking kwam in een weloverwogen geloofsbelijdenis, de doop op volwassen leeftijd, de weigering van de eed en van het dragen van wapens. De wijdverbreide maar in ledenaantal niet grote sekte der Groninger Oude Vlamingen legde het zwaartepunt van het godsdienstige leven niet bij de gelovigen, maar veel meer bij de zuiverheid van de gemeente als Gods gemeente. Zij hielden zich stipt aan allerlei overgeleverde regels in woord en gebruik.
Hendrik Berendsz, evenals zijn vader koopman in de Paschen, werd in 1695 tot leraar gekozen als opvolger van zijn vader. In 1710 werd hij, waarschijnlijk te Groningen waar de sociëteit van de Groninger Oude Vlamingen meestal vergaderde, tot één van de vier of vijf oudsten van de doopsgezinden verkozen. Oudste (ook bisschop of opziener) was degene, die een groot ressort - in casu Twente, waartoe ook Deventer behoorde - moest verzorgen als inspecteur van leer en leven van leraren en gemeenteleden en als bedienaar van de voetwassing, de aanneming, de doop en het avondmaal ('enigheid'). De opleiding tot de ambten geschiedde, behalve door (zelf)studie, voornamelijk in de praktijk als leerling in het gezelschap van voorgangers. Zo was de bekende Wolter ten Cate (1701-1796) te Hengelo een leerling van Hendrik Berendsz, (zijn neef). Hij heeft hem op zijn inspectiereizen vergezeld.
Hendrik Berendsz. werd geroemd als welsprekend verkondiger van het Woord, als organisator van de broederschap en als vredestichter bij onderlinge religieuze controversen. In zijn functie van landelijke oudste maakte hij, in gezelschap van zijn broer Arend, in 1719 een dienstreis naar de zustergemeente in Pruisen en Polen, waar geloofsgenoten zich sedert de zestiende eeuw als kolonisten hadden gevestigd. De contacten met hen bleven tot het einde van de achttiende eeuw bestaan. Hendrik Berendsz. en zijn mede-oudsten - zoals Alle Derksz. Medendorp (1670-1733) die in 1723 eveneens een reis naar die gemeenten maakte - ontvingen van tijd tot tijd vertegenwoordigers van hun geloofsgenoten uit die gebieden. Door deze bezoeken trachtten zij het geestelijke samenleven te bewaren; bovendien verzochten de geloofsgenoten hen om financiële bijstand. Ook kwamen er jongeren over om door hem te worden aangenomen en gedoopt.
Op basis van een aantekening in het reisverslag van 1719, gedateerd 9 januari 1733, is door een aantal auteurs ten onrechte geconcludeerd dat Hendrik Berendsz. in 1733 nogmaals een dienstreis naar Polen en Pruisen heeft gemaakt. Deze aantekening is gemaakt door Hendrik Berendsz. na het.
bezoek van Teunis Voet en Jan Janzen, twee mannen uit Polen, die omstreeks deze datum in Nederland verbleven. Zij hebben de ledenlijst van de geloofsgenoten in Polen in het reisverslag van 1719 gecorrigeerd.
Hoewel hij behoorde tot een strenge sekte van de doopsgezinden, kan Hendrik Berendsz. een zekere tolerantie niet ontzegd worden. Uit zijn eigenhandig geschreven reisverslag van 1719 blijkt dat de verstandhouding en omgang met andersdenkenden, met inbegrip van doopsgezinden van een andere denominatie, hem gemakkelijk vielen. Ook blijkt dat uit het feit, dat zijn jongste zoon Jan in 1735 trouwde met een rooms-katholieke vrouw, die haar geloof trouw bleef, ondanks het verbod van 'buitcntrouw'.
Hendrik Berendsz. is als oudste en als leraar betrokken geweest bij de deling van de doopsgezinde gemeenten van Borne en Hengelo/Goor in 1727, die tot dan toe één gemeente vormden.
Behalve het reeds genoemde reisverslag uit 1719 is weinig van zijn hand bewaard gebleven. Zijn vermelding als auteur van de in 1710 opgestelde 'Den staat der Doopsgezinde gemeenten in Nederland en in Oost-Friesland, behoorende tot de sociëteit der Oude Vlamingen te Groningen' is te vinden bij S. Blaupot ten Cate. Van zijn preken, die hij terdege placht voor te bereiden, is geen letter bewaard gebleven.
Op achtenzeventigjarige leeftijd legde hij, één der oudste inwoners van het richterambt Borne, op 7 februari 1743 ten overstaan van de richter te Delden een uitvoerige getuigenis af terzake van het langdurig slepende grensconflict tussen de marke Zenderen en de heerlijkheid Almelo. Tevoren had hij reeds persoonlijk de gedeputeerden van de Staten van Overijssel ter plaatse voorgelicht. Van zijn andere activiteiten ten dienste van de marke Zenderen of als koopman zijn tot dusver geen bewijzen gevonden. Wel is bekend dat hij op 5 maart 1734 bij de taxatie van de duizendste penning (vermogensbelasting) en bij de hoofdgeldinning van 1723 (personele belasting) te Borne (Zenderen) is aangeslagen. Bij de laatste voor het equivalent van vijf personen.
Hij behoorde tot de kring van welvarende, veelal onderling verwante doopsgezinde handelaren, die Borne als textielcentrum enige tijd belangrijk maakten.
A.L. Hulshoff.
Uit: Overijsselse Biografieën.
Opmerkingen Hendrik Hulshoff en Jenneken ten Cate
Ondertr. "Hendrik Berents j.m. van Zenderen met jenneken Gerrits ten Kate j.d. van Borne op de Hofstraat". (Bron:GA Deventer ondertr. gerecht invnr. 29).
Uit dit huwelijk 8 kinderen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Geesken | *1698 | Zenderen [ov] | Borne [ov] | 1 | 0 | ||
2 | Hendertjen | *1699 | Zenderen [ov] | †1751 | Borne [ov] | 51 | 0 | 0 |
3 | Berend | *1701 | Zenderen [ov] | Borne [ov] | 0 | 0 | ||
4 | Fenneken | *1703 | Zenderen [ov] | Borne [ov] | 0 | 0 | ||
5 | Gerrit | *1703 | Zenderen [ov] | Borne [ov] | 0 | 0 | ||
6 | Jenneken | *1705 | Zenderen [ov] | Borne [ov] | 1 | 1 | ||
7 | Anneken | *1709 | Zenderen [ov] | Borne [ov] | 0 | 0 | ||
8 | Jan | *1712 | Zenderen [ov] | Borne [ov] | 0 | 0 |
tr. te Delden [ov] (Hengelo) op 11 nov 1697
met
Magdalena Leusveld, dr. van Hendrik Leusveld en N.N.,
geb. te Almelo [ov] circa 1675,
ovl. te Borne [ov] voor 1733.
Uit dit huwelijk 4 kinderen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Geertje | *1700 | Almelo [ov] | †1769 | Borne [ov] | 69 | 0 | 0 |
2 | Martje | *1702 | Almelo [ov] | †1750 | Borne [ov] | 48 | 1 | 1 |
3 | Jan | *1704 | Almelo [ov] | †1771 | Borne [ov] | 67 | 1 | 2 |
4 | Hendrik | Almelo [ov] | Borne [ov] | 0 | 0 |
otr. te Hengelo [ov] op 19 okt 1695,
tr. te Hengelo [ov] op 17 nov 1695 1695 Den 19 dito [Octob] en gecopuleert den 17 Novemb Berent Gerritsen ten Cathe i.m. met Aaltien Jansen ten Cathe bij 't Bornerbroek, beijde alhier wonende
met
Aaltje ten Cate, dr. van Jan ten Cate (koopman te Borne en Hengelo) en Trijntje ten Cate,
geb. te Hengelo [ov] circa 1668,
ovl. (overl. waar en wanneer onbekend).
>
tr. te Borne [ov]
met
Hester Abrahamsdr ten Stroo van Kampen (verder onbekend).
Uit dit huwelijk één dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Judith | *1700 | 1 | 0 |
relatie
met
Anneken Nijenhuis, dr. van Lambert Nijenhuis en N.N.,
geb. circa 1680,
ovl. te Borne [ov] in feb 1747.
Uit deze relatie 8 kinderen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Harmine | *1704 | †1772 | Borne [ov] | 68 | 1 | 2 | |
2 | Trijntje | *1712 | †1793 | Borne [ov] | 81 | 0 | 0 | |
3 | Jan | *1715 | †1765 | Borne [ov] | 50 | 1 | 0 | |
4 | Jenneken | *1717 | †1788 | Borne [ov] | 71 | 1 | 0 | |
5 | Jacob | *1722 | †1780 | Borne [ov] | 58 | 0 | 0 | |
6 | Hendrik | *1724 | †1813 | Borne [ov] | 88 | 1 | 0 | |
7 | Leentje | *1726 | †1749 | Borne [ov] | 23 | 0 | 0 | |
8 | Adam | *1730 | †1785 | Borne [ov] | 54 | 2 | 0 |
otr. te Kampen [ov] op 9 sep 1693
met
Femmigjen ten Stroo (van Kampen, verder onbekend),
geb. vermoedelijk te Kampen [ov] circa 1670.
Opmerkingen Femmigjen ten Stroo.
Mogelijk stamt Femmigjen en haar zuster Hester af van Stroetman of ook Strootman (naar Snuif vermoedt een z.g. "oudste" in Tweckelo): "van den anabaptisten geloeve", die op 8 okt. 1639 door het Drostengericht veroordeeld werd, omdat "hij sich had onderstaen openbaerlick tot sinen huise sonder kennisse offte proclamatie te copuleeren te weeten Herbers dochter met eenen knecht, Cort genaemt". (Zie: G. Heeringa: "Uit het verleden der Doopsgezinden in Twente", Borne z.j, blz. 48).
Opmerkingen Jan ten Cate en Femmigjen ten Stroo
Bron: J. Nanninga Uitterdijk in Algemeen Nederlandsch familieblad, IXe Jaargang (1892), pag. 6: 9 Septembris 1693. Jan Gerritsen ten Cate van Borne j. m. met Femmechien Abrahamsen Stroo
van Campen j. d. Coram: R. van Marle, G. W. van Santen.
***
Hij en zijn twee kinderen worden genoemd in het testament van zijn halfzuster Mertjen Wollecammer-ten Cate van 18 juli 1750. (Bron: RA Zwolle: arch. richterambt Borne inv. nr. 6 (testamenten v. 1733-1753)). (Zie hiervoor: "De (van oorsprong doopsgezinde) familie ten C(K)ate uit Borne", van C.L. ten Cate, Utrecht 1986, blz. 314 en 315, IV-3,3 sub e; IV-3,10 sub a). In zijn correcties en aanvullingen op "De (van oorsprong doopsgezinde) familie ten C(K)ate uit Borne", per 1 nov. 1992, blz. 6, geeft C.L. ten Cate echter zonder nadere verklaring op, dat zij geen nakomelingen kregen.
Uit deze relatie 2 zonen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Gerrit | *1695 | Kampen [ov] | 0 | 0 | |||
2 | Hendrik | *1697 | Kampen [ov] | 0 | 0 |
kerk.huw. (NG) te Zwolle [ov] op 22 okt 1659
met
Gerrit ten Cate, zn. van Jan ten Cate (koopman "op de Borgh" te Borne) en Marijke Berends,
geb. te Borne [ov] circa 1640,
koopman te Borne,
ovl. te Borne [ov] voor 1695,
tr. (2)
met Geesken Jans (van Goor, verder onbekend). Uit dit huwelijk één zoon,
otr. (3)
met Jenneken Nijhoff. Uit deze relatie geen kinderen.
Uit dit huwelijk 9 kinderen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Jan | *1660 | Borne [ov] | †1707 | Borne [ov] | 47 | 1 | 8 |
2 | Fijken | *1663 | Borne [ov] | Borne [ov] | 1 | 5 | ||
3 | Martjen | *1665 | Borne [ov] | †1750 | Borne [ov] | 85 | 1 | 0 |
4 | Jenneken | *1666 | Borne [ov] | †1741 | Borne [ov] | 75 | 1 | 8 |
5 | Gerrit | *1667 | Borne [ov] | †1744 | Borne [ov] | 77 | 1 | 4 |
6 | Berend | *1668 | Borne [ov] | †1753 | Borne [ov] | 85 | 1 | 0 |
7 | Geesken | *1670 | Borne [ov] | †1750 | Borne [ov] | 80 | 0 | 0 |
8 | Hendrik | *1673 | Borne [ov] | Borne [ov] | 1 | 1 | ||
9 | Teunis | *1675 | Borne [ov] | †1745 | Borne [ov] | 70 | 1 | 8 |