relatie
met
Berendina Reijger,
geb. circa 1700.
Berendina Reijger is de dr. van Claas Reijger en Aelken Bussier.
Uit deze relatie 3 kinderen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Gerrit | *1734 | Enschede [ov] | 1814 | Enschede [ov] | 80 | 1 | 1 |
2 | Laurens | *1736 | 1802 | Enschede [ov] | 66 | 0 | 0 | |
3 | Berendina | ~1752 | Enschede [ov] | 1 | 1 |
relatie
met
Jan Lasonder, zn. van Laurens Lasonder en Judith Jansdr. Stroink,
geb. circa 1700,
in 1749 gemeensman te Enschede,
ovl. te Enschede [ov] voor 30 mei 1770.
Uit deze relatie 3 kinderen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Gerrit | *1734 | Enschede [ov] | 1814 | Enschede [ov] | 80 | 1 | 1 |
2 | Laurens | *1736 | 1802 | Enschede [ov] | 66 | 0 | 0 | |
3 | Berendina | ~1752 | Enschede [ov] | 1 | 1 |
tr. te Almelo [ov] op 3 dec 1682
met
Willem ten Cate, zn. van Abraham ten Cate (koopman winkelier te Enschede) en Trijntje van Bebber,
geb. te Almelo [ov] circa 1652,
koopman te Zwolle en Enschede,
ovl. te Almelo [ov] op 20 aug 1728.
Opmerkingen Willem ten Cate.
GA Enschede: ORA Richterambt Enschede, Stadgerecht invnr. 33, blz. 225, dd. 11 nov 1700: Doct. Wagelar naams Willem ten Cate doet omni meliori modo anpandinge an de Wed[uwe] Leverinck off mulders Aale beweegelijke panden om betalinge te moogen hebben van 10 gl. 3 st. 12 pen. procederende van gehaalde tot kleedinge bewijsselijck per extract Schuldboek si opus te confirmeeren als behoort mett versoeck van denunciatie en Eisch van costen;.
Idem: blz. 453, dd. 15 jan 1703: Anno 1703 den 15. jan[ua]rij, proc[ureu]r Gerverdinck bediende van Willem ten Cate, doedt omni meliori modo anpandinge van de panden van jan jansen Becker om daar van te eerlangen soodane penningen als bij anspraacke bianke [?] uijtgedruckt mett versoeck van denunciatie en Eisch van costen;.
Idem: blz. 526 dd. 28 jan 1704: Anno 1704 den 28 jan[uar]ij, den termijn van executie wordt op versoeck van den wed[uwe] van d.E. jan jansen Becker uijtgesteldt ad twee maant en s'n saacken van Willem ten Caate contra gemelte wed[uwe].
Uit: fam. blad Ten Cate/Ten Kate: "23 oct. 1716 Willem ten Cate, koopman te Enschede, koopt voor 1825 Car. gld. het erve Drijnerhorst" en verder: "20 nov. 1717 Christoffel Gewin, gevolmachtigde van Dani๋l Lemborg, richter tot Delden, draagt aan Willem ten Cate, koopman tot Enschede en erfgen. over de erven en goederen Amelink en Roolvink met al hare woners, waartoe heer verkooper beregtigt is".
Bron: C.L. ten Cate: De wede van Willem ten Cate tot Enschede treedt in 1732 op in het Landgericht van Oldenzaal.
Landgericht Delden per 16 juni 1720; idem per 8 dec. 1721 genoemd wordt de koopman Willem ten Cate van Enschede, schuldbekentenis. Volgens "van Benthem" huwden zijn 4 dochters en is Willem een zn. van Abraham ten Cate en Trijntje Bepper.
Uit: Twentse Laand Leu en Leven: "Dat de huze ko't op mekaar stunnen, k๔-j doar wal oet opmaken dat men et daglecht in ziene wonninge vrogger mangs mos koopen vuur 'nen pries, dee vuur dee tieden wel heel hoog was. Willem ten Cate en Judith, ziene vrouw verkoopt in 1687 'het licht aan de noortsijde van vier koockenglaesen aan de Wed. J. ten Oorthuises huis voor 140 Car. gld.'. Zij zullen dit licht niet mogen vertimmeren of vernadeelen". Zij verkopen dit licht niet in 1687, maar op 7 juli 1686, de akte van overdracht wordt gemaakt op 10 oktober 1687 . Zij verkopen dit licht aan Hendrick Helmink en Lucas Nijenhuis (zie: RA Zwolle: ORA Stadsgericht Enschede, inv. nr. 1 (Vrijwillige zaken 1645-1697), overdracht, per 10 oktober 1687).
Protocollen van het Landgericht Enschede: "18 dec. 1741 comp: de Heer en Mr. Balthasar Muntz, neffens Sr. Benjamin Blijdenstein met desselfs Eheliefste Juffr Trijntien ten Caate tutore marito en die eerste als volmachtiger van Gerrit ten Caate en Isaack Paaschen en desselfs Eheliefste Juffr Aleida Bavink ingesetene tot Zwolle, Gerrit Schimmelpennink en desselfs huijsvrouw Juffr Aeltien ten Caate tot Almelo, Hendrik Willink en desselfs huijsvrouw Juffr Stientien ten Caate tot Winterswick en van Willem Paaschen en desselfs huijsvrouw Juffr Judith Schimmelpennink ingesetene deser stede alle als erfgename van de nalatenschap van wijlen Willem ten Caate en Judith ten Caate in leven gewesene eheluijden" (Bron: N.L. 1913/14 blz. 21; Aantekeningen uit het archief van Enschede, medegedeeld door H. Wijnandts).
RA Zwolle: ORA Stadsgericht Enschede inv. nr. 74: per 10 juni 1741: Heeft Jan Wijfkers aangegeven gekogt te hebben uit den boedel van wijlen Willem ten Cate een losse gaarden binnen deese stads jurisdictie ter somma van 82 gulden volgens voorwaarde van den 3 maart.
Idem: 4 september 1741: Heeft Barent Blijdenstein junior aangegeven gekogt te hebben uijt den boedel van wijlen Willem ten Cate een halve gaarden binnen dese stads jurisdictie gelegen ter somma 115 gulden 15 stuivers de voorwaarde van den 3 maart aan mij vertoont. (ARCHIEF). Idem: 3 november 1741: Heeft burgem. Henric Pennink uyt name van Hermen Oorthuijs uyt het Munstersche Kerspel Alstede bekendgemaakt en aangegeven dat op den 6 maart deeses jaars 1741 van Hendrik Willink en huysvrouw (prs. nrs. 73-66, rel. nr. 21) als mede erfgenamen van de weduwe van wijlen Willem ten Cate hebben aangekogt eene mate de Meulenmate genaamt agter de stadsbleeke gelegen en waarvan een kleyn gedeelte onder het buyten gerigte zouw gelegen zijn, dog anders onder het stads jurisdictie, voor een somma van 1172 gulden door den aangever Hermen Oorthuijs van voorschr. Hendrik Willink en huysvrouwe in gerechtenen van Wenterswijk uyt het geldersche aangekogt, d'voorwaarde van den 6 maart vertoont.
Opmerkingen Willem ten Cate en Judith ten Cate
Een half jaar na hun huwelijk maken zij hun testament. RA Zwolle: ORA Stadsgericht Enschede, inv. nr. 1 (Vrijwillige zaken 1645-1697), testament per 21 juni 1683: "In eigenaer persoon erscheenen Willem ten Catte en Judith ten Catte eheluiden, zij met haeren gekooren mombaer die Edele Joan Lansinck". Zij maken een testament op de langstlevende en benoemen elkaar tot universeel erfgenaam. Zij moet eenmalig bij zijn overlijden aan zijn broeders of broeders kinderen uitkeren een bedrag van 600 Caroli guldens om onder hen in "stirpes toe verdeelen". Zij legateert aan haar zusters en broeders "jeder haest voor ses hondert Caroli guldens". Verder aan haar beide zusters Lijsbeth en Geesken al haar kleren tot haar lijf behorend, ieder een gelijk deel, maar het zilverwerk
gaat naar haar zuster Geesken alleen. Haar moeder krijgt de legitieme portie.
In voornoemde testament legateert Willem alleen aan zijn broers (niet met name genoemd), een zuster Stijntjen wordt echter niet genoemd, vermoedelijk dus overleden voor datum opmaken testament.
RA Zwolle: ORA Stadsgericht Enschede, inv. nr. 1 (Vrijwillige Zaken 1645-1697), overdracht, per 11 mei 1685): Op 11 mei 1685 kopen zij een huis en hof van Theodorus Grotenhoff en vrouw Elisabeth Haerlet, gelegen tussen de behuisinge van Mr. Joost Minckedales en gemelde Grotenhoffs. De hof mag niet betimmerd worden, daarin niet begrepen het stuk wat van de overleden Willem Fransen is aangekogt. De waskamer daarop mag net zo lang blijven staan als mr. Joost Minckedales en zijn nakomelingen beliefd. Op dezelfde dag verkopen zij het huis weer aan Everwijn Palthe, burgemeester en zijn vrouw Sandarina van Stralen. Van voornoemde Everwijn Palthe en Sandarina van Stalen kopen Willem en Judith ten Cate dan het huis, hof met daaraan staande kamer gelegen aan de eene zijde aan het huis en hof van Sibrant, Lambert en Hermen ten Cate (zijn broers) en met de andere zijde aan het huis van de weduwe Jan Oorthuis en Hendrik van Loghums hof en met het eene einde aan het huis en hofjes van Jan Jansen en Hermen Leeferink en de weduwe van Gerrit Segelinck en met het andere einde aan de stads straat, als mede de uitgang langs het huis van Hermen Leefertincks huis en 't Wagelaarshof.
RA Zwolle: ORA Stadsgericht Enschede, inv. nr. 2 (Vrijwillige Zaken 1697-1741), overdracht, per 7 juni 1717: Willem ten Cate en vrouw Judith ten Cate kopen van Hendrik Laersonder en Aeltien Cost een huis c.a. grond gelegen in de Langestraat tussen de huizen van burgemeester Gerrit Elshoff en dat van Hermanus Beckers. Het huis wordt bewoont door Jan Wenders. De aankopers nemen over een last van 79 Caroli guldens en 10 stuivers, die nog op het huis rust en waarvan de rente moet worden betaald aan de provisionaren der stad Enschede.
Volgens Dr. A. van Benthem, De geschiedenis van Esnchede en zijne naaste omgeving, 2e druk 1920, blz. 638, kregen Willem en Judith ten Cate totaal 12 kinderen, waarvan er de meeste jong en ongehuwd overleden, de overige waren 4 dochters en 1 zoon.
Uit dit huwelijk 5 kinderen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Aaltje | *1685 | Almelo [ov] | 1754 | Almelo [ov] | 68 | 1 | 1 |
2 | Geesje | *1689 | Almelo [ov] | 1722 | Almelo [ov] | 33 | 1 | 2 |
3 | Christina | *1693 | Enschede [ov] | 1752 | Winterswijk [ge] | 59 | 1 | 9 |
4 | Gerrit | *1697 | Almelo [ov] | 1775 | Zwolle [ov] | 77 | 1 | 9 |
5 | Catharina | *1701 | Almelo [ov] | 1748 | 47 | 1 | 0 |
tr. te Almelo [ov] in 1710
met
Abraham Paschen, zn. van Isaac Paschen en Trijntjen Pieters,
ovl. voor 1761.
Opmerkingen Abraham Paschen.
Hij hertr. met Aleida ten Cate Lambertsdr. van Almelo. Zie voor haar voorgeslacht: "De Almelose tak van de (van oorsprong doopsgezinde) familie ten Cate uit Borne", W.E.M. ten Cate, Maasland 1991. (STAM-ALM, prs. nrs. 99-109, rel. nr. 43).
Uit dit huwelijk 2 zonen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Isaac | *1710 | Enschede [ov] | 1748 | 38 | 0 | 0 | |
2 | Willem | *1714 | Enschede [ov] | 1797 | Enschede [ov] | 83 | 1 | 1 |
otr. te Winterswijk [ge] op 16 jul 1713 "Hendrik Willink jm sv Hendrik Willink - Wenterswijck, Stijntjen ten Kate jd v Willem ten Kate - Enschede",
tr. te Enschede [ov] op 6 aug 1713
met
Hendrik Willink, zn. van Hendrik Willink en Stijntje Eppenhoff,
geb. te Winterswijk [ge] in aug 1683,
ovl. te Winterswijk [ge] op 17 okt 1742.
Uit dit huwelijk 9 kinderen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Christina | *1714 | Winterswijk [ge] | 1714 | Winterswijk [ge] | 0 | 0 | 0 |
2 | Willem | *1715 | Winterswijk [ge] | 1794 | Winterswijk [ge] | 78 | 0 | 0 |
3 | Christina | *1717 | Winterswijk [ge] | 1792 | Winterswijk [ge] | 75 | 0 | 0 |
4 | Hendrik | *1718 | Winterswijk [ge] | 1718 | Winterswijk [ge] | 0 | 0 | 0 |
5 | Hendrik | *1720 | Winterswijk [ge] | 1720 | Winterswijk [ge] | 0 | 0 | 0 |
6 | Abraham | *1721 | Winterswijk [ge] | 1780 | Deventer [ov] | 58 | 1 | 2 |
7 | Judith | *1723 | Winterswijk [ge] | 1788 | Winterswijk [ge] | 65 | 0 | 0 |
8 | Hendrik | *1724 | Winterswijk [ge] | 1724 | Winterswijk [ge] | 0 | 0 | 0 |
9 | Hendrik | *1728 | Winterswijk [ge] | 0 | 0 |
otr. te Almelo [ov] op 9 mrt 1710,
tr. te Enschede [ov] op 2 apr 1710
met
Gerrit Schimmelpenninck, zn. van Johan Schimmelpenninck en Christina Coster,
geb. te Almelo [ov] op 23 jan 1678,
ovl. te Almelo [ov] op 26 mei 1752.
Opmerkingen Gerrit Schimmelpenninck.
Gegevens over de familie Schimmelpenninck zijn opgenomen in: Ned. Patriciaat (uitg. onder redactie van D.G. van Epen), genealogie Schimmelpenninck, 1e jrg (1910); 13e jrg. (1923).
Opmerkingen Gerrit Schimmelpenninck en Aaltje ten Cate
Zij zijn de grootouders van de Raadspensionaris Rutger Jan Schimmelpenninck. Van hem een kwartierstaat ingevoerd. (Bron: Gens Nostra 1963 blz. 103).
Uit dit huwelijk ้้n zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Gerrit | *1725 | Almelo [ov] | 1804 | Deventer [ov] | 78 | 1 | 3 |
tr. te Enschede [ov] in 1724
met
Benjamin Blijdenstein, zn. van Berend Blijdenstein (fabrikeur van bombazijnen) en Maria Paschen,
geb. te Enschede [ov] in 1701,
ged. DG te Enschede [ov] op 14 mrt 1717,
fabrikeur te Enschede mede oprichter fa. Blijdenstein & ten Cate handelsvenn. in lijnzaad, lakens enz,
ovl. te Enschede [ov] op 14 feb 1774,
otr. (2) (zijn 2e huw.),
tr. te Enschede [ov] in 1751
met Christina van Lochem, dr. van Jan van Lochem (fabrikeur te Enschede) en Catharina van Lochem,
geb. in 1730,
ovl. in 1756. Uit dit huwelijk ้้n zoon.
Opmerkingen Benjamin Blijdenstein.
RA Zwolle: ORA Stadsgericht Enschede inv. nr. 74 (Protocol 50ste Penning): per 29 juni 1748: Heeft Benjamin Blijdenstein bekent gemaakt dat hij met sijn overleden huijsvrouw Trijntje ten Cate in gemeenschap onder het lande en stadsgerigte alhier heeft gehad en beseten verscheiden goederen, breder bij angave op heden aan het landgerigte alhier gedaan te sien, dat die onder het stadsgerigt alhier bestaan in een huijs, gaarden, kookerije en hagengaarden nog ฝ hagengaarden, ฝ lossen gaarden en ผ in des Clanderije samen waardig twee duijsend en acht en dertig gulden, 2038.-.-. is alzoo voor des halfscheid 1019.-.-, dat zijn vrouwe vrienden en erfgenamen ab intestato met geld uitgegoedet hebbende, breder bij de angave aan het landgerigt voornoemd te.
sien; hier van en soo verre angave doen om te strekken ter naekominge van s'lands ordonnantie. (ARCHIEF). In 1736-1737 zijn gecommitteerden dier marke, Joan Cost, Rector D.J. Stroink, Benjamin Blijdenstein (wegens het Amelink, eigendom van zijn schoonmoeder weduwe ten Cate), Procurator Hendr. Pennink wegens Penninkskotten; Klaas Hoedemaker is dan eigenaar van Klaescotte in de Lonneker marke.
Opmerkingen Benjamin Blijdenstein en Catharina ten Cate
Uit dit huwelijk zijn geen kinderen voortgekomen.
>
tr. te Almelo [ov] in 1710
met
Geesje ten Cate, dr. van Willem ten Cate (koopman te Zwolle en Enschede) en Judith ten Cate,
geb. te Almelo [ov] op 6 apr 1689,
ovl. te Almelo [ov] op 8 okt 1722.
Uit dit huwelijk 2 zonen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Isaac | *1710 | Enschede [ov] | 1748 | 38 | 0 | 0 | |
2 | Willem | *1714 | Enschede [ov] | 1797 | Enschede [ov] | 83 | 1 | 1 |
otr. te Zwolle [ov] op 5 dec 1722 Gerrit Ten Cate tot Enschede met Susanna Bavinck, alhier De proclamatien moeten mede tot Enschede gaan. Attest. gegeven om op't raedhuis te trouwen den 21 Decemb. 1722,
tr. te Zwolle [ov] op 't raedhuis op 21 dec 1722
met
Susanna Bavink, dr. van Berend Bavink en Elisabeth (Liesebet) ten Cate,
geb. te Zwolle [ov] op 30 sep 1700,
begr. te Zwolle [ov] Michaeli kerk, graf No. 498 op 16 sep 1738 Garhard ten Cate op de Dijk, sijn vrouw Zusanna Bavinck. Een uur overluid. 11-4-.
Uit dit huwelijk 9 kinderen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Judith | *1723 | Almelo [ov] | 1796 | Zwolle [ov] | 73 | 0 | 0 |
2 | Kind | *1725 | Zwolle [ov] | 1725 | Zwolle [ov] | 0 | 0 | 0 |
3 | Berend | *1726 | Zwolle [ov] | 1801 | Zwolle [ov] | 74 | 2 | 10 |
4 | Kind | *1727 | Zwolle [ov] | 1727 | Zwolle [ov] | 0 | 0 | 0 |
5 | Elisabeth | *1728 | Zwolle [ov] | 1788 | Zwolle [ov] | 59 | 1 | 5 |
6 | Susanna | *1730 | Zwolle [ov] | 1730 | Zwolle [ov] | 0 | 0 | 0 |
7 | Susanna | *1731 | Zwolle [ov] | 1731 | Zwolle [ov] | 0 | 0 | 0 |
8 | Willem | *1732 | Zwolle [ov] | 1736 | Zwolle [ov] | 4 | 0 | 0 |
9 | Susanna | *1733 | Zwolle [ov] | 1743 | Zwolle [ov] | 9 | 0 | 0 |
relatie
met
Isaac Paschen,
geb. circa 1655.
Opmerkingen Isaac Paschen en Trijntjen Pieters
RA Zwolle: ORA Stadsgricht Enschede, inv. nr. 1 (Vrijwillige zaken 1645-1697), overdracht, per 6 november 1693: Meester Joost Minckendael en zijn vrouw Geertken Cost verkopen een huis aan Isaack Paschen en zijn vrouw Trijntjen Pieters. (ARCHIEF).
Uit deze relatie ้้n zoon:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Abraham | 1761 | 1 | 2 |
otr. te Winterswijk [ge] op 16 jul 1713 "Hendrik Willink jm sv Hendrik Willink - Wenterswijck, Stijntjen ten Kate jd v Willem ten Kate - Enschede",
tr. te Enschede [ov] op 6 aug 1713
met
Christina ten Cate, dr. van Willem ten Cate (koopman te Zwolle en Enschede) en Judith ten Cate,
geb. te Enschede [ov] circa 1693,
ovl. te Winterswijk [ge] op 21 nov 1752.
Opmerkingen Christina ten Cate.
Haar ouders zijn bepaald op grond van de namen van haar kinderen. (Bron: stamboek Willink).
Uit dit huwelijk 9 kinderen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Christina | *1714 | Winterswijk [ge] | 1714 | Winterswijk [ge] | 0 | 0 | 0 |
2 | Willem | *1715 | Winterswijk [ge] | 1794 | Winterswijk [ge] | 78 | 0 | 0 |
3 | Christina | *1717 | Winterswijk [ge] | 1792 | Winterswijk [ge] | 75 | 0 | 0 |
4 | Hendrik | *1718 | Winterswijk [ge] | 1718 | Winterswijk [ge] | 0 | 0 | 0 |
5 | Hendrik | *1720 | Winterswijk [ge] | 1720 | Winterswijk [ge] | 0 | 0 | 0 |
6 | Abraham | *1721 | Winterswijk [ge] | 1780 | Deventer [ov] | 58 | 1 | 2 |
7 | Judith | *1723 | Winterswijk [ge] | 1788 | Winterswijk [ge] | 65 | 0 | 0 |
8 | Hendrik | *1724 | Winterswijk [ge] | 1724 | Winterswijk [ge] | 0 | 0 | 0 |
9 | Hendrik | *1728 | Winterswijk [ge] | 0 | 0 |
relatie
met
Stijntje Eppenhoff, dr. van Herman Eppenhoff en Hendrica Willink,
geb. in 1647.
Volgens de geslachtslijst der Willinks zou zij in 1717 overleden zijn,
ovl. te Winterswijk [ge] op 28 jul 1728.
Uit deze relatie 2 kinderen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Hendrik | *1683 | Winterswijk [ge] | 1742 | Winterswijk [ge] | 59 | 1 | 9 |
2 | Margaretha | *1685 | 1718 | Deventer [ov] | 33 | 1 | 1 |
relatie
met
Hendrik Jurriaansz Willink,
geb. circa 1645.
Hendrik Jurriaansz. Willink is de stamvader van de Willinks te Winterswijk,
ovl. te Winterswijk [ge] op 17 jan 1715.
Uit deze relatie 2 kinderen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Hendrik | *1683 | Winterswijk [ge] | 1742 | Winterswijk [ge] | 59 | 1 | 9 |
2 | Margaretha | *1685 | 1718 | Deventer [ov] | 33 | 1 | 1 |
>