Anna Maria MargarethaSpringer, geb. te Amsterdam [nh] op 1 feb 1892, DG.
Vader: HendrikSpringer, zn. van Jan CornelisSpringer (timmerman, hoofdopzichter Staats Spoorweg, architect) en Mariaten Cate, geb. te Vuren [ge] op 21 mei 1856, DG, boekverkoper, otr. te Hilversum [nh] op 21 mei 1886, tr. te Hilversum [nh] op 5 jun 1886 (akte nr. 23).
Willem SpringerWillemSpringer, geb. te Amsterdam [nh] op 8 mei 1815, EL, opzichter waterstaat; Gem. Adviseur in Bouwzaken Oud-Asst. Gemeente-Architect, ovl. te Amsterdam [nh] op 7 mrt 1907, begr. te Amsterdam [nh] op begraafplaats 'Huis te Vraag', grafnr. 2-G-36 op 9 mrt 1907.
Opmerkingen WillemSpringer. afb1.jpg/GDPim$]afb2.jpg/GDPim$]. Bron: Kamper Almanak 1968. De familie Springer en haar relatie tot Kampen. Dr. J.H. A. Ringeling. Par. 2. (vervolg). Willem Springer (1815-1907), architect. 20). Het lijdt geen twijfel, of ook Willem Springer heeft van thuis een gedegen timmermansopleiding meegekregen. In deze hoedanigheid vermeldt het Algemeen Adresboek 1845-1846 hem dan ook op pagina 244 in het ouderlijk huis op de Leidsegracht. Hij is dan reeds als opzichter werkzaam geweest bij de bouw der pakhuizen voor de Rijnvaart (1838) en bij de bouw van de Beurs van Zocher (1841). Nadien keert hij zijn geboortestad de rug toe en dient de Waterstaat gedurende een reeks van jaren. op verschillende plaatsen in den lande. Toch is het uiteindelijk Amsterdam, waar Willem Springer wezenlijk carriere maakt. Op 1 april 1858 vindt namelijk aldaar zijn benoeming plaats tot assistent-architect bij de Gemeentewerken en wordt hij uit dien hoofde. de rechterhand van de Stadsarchitect Bastiaan de Greef 21). De cooperatie de Greef-Springer, die in de periode 1822-1826 zo'n belangrijke rol speelde bij de herbouw van de Ronde Lutherse Kerk, herhaalt zich thans in de volgende generatie over een tijdvak van liefst ruim 32 jaar. Dat zich overigens in hun beider samenwerking de nodige spanningen hebben voorgedaan, leert ons het artikel "Herinneringen van A. W. Weissman", opgenomen in het 42ste Jaarboek van bet Genootschap Amstelodamum (1948), pagina's 87 tot 146. Het feit, dat Bastiaan de Greef in leeftijd enkele jaren jonger was, heeft tot gevolg gehad, dat Willem Springer de rang van Stadsarchitect zelf nimmer heeft kunnen bereiken. Hoezeer echter zijn verdiensten algemeen erkend werden moge blijken uit de voetnoot, welke wij aantreffen op pagina 28 van de Naamwijzer en Adresboek der Leden van het Stedelijk Bestuur 1890-1891: "Op verzoek door B. en W. op de meest eervolle wijze ontslagen met ingang van den dag, waarop de nieuwe te benoemen Stadsarchitect zijn werkzaamheden zal aanvaarden, met welken datum de Heer W. Springer door den Gemeenteraad is benoemd tot Gemeente-adviseur in Bouwzaken". Een eervoller testimonium voor de inmiddels 75-jarige Springer is bezwaarlijk denkbaar! Van Willem Springer's werkstukken bestaat een uitgebreide documentatie. Zo verwierf het Amsterdamse Gemeente-Archief voor enkele jaren vier gebonden delen bouwtekeningen 22), terwijl onder de aanwinsten van het Rijksprentenkabinet in 1966 sub 63, 64 en 65 eveneens tekeningen van Willem Springer vermeld worden. Uiteraard bestaat Springer's werk voor een groot deel uit scholen, bruggen en andere gemeentewerken, waaronder ik met name de Kweekschool voor de Zeevaart (1878) zou willen noemen. Hoe eervol zijn loopbaan ook overigens geweest moge zijn, zou Springer's creativiteit wellicht nog tot vollere ontplooiing zijn gekomen, indien het ambtelijk keurslijf hem in zijn bewegingsvrijheid minder had beperkt. Op publicistisch gebied zijn van zijn hand artikelen verschenen in de jaargangen 1862, 1872 en 1876 van de Bouwkundige bijdragen van de Maatschappij tot bevordering der bouwkunst. Op 4 januari 1849 trad Willem Springer te Amsterdam in het huwelijk met een Rooms-Katholiek meisje Maria Anna Bijlager (1824-1913), dochter van Joannes Ludovicus, schuitenvoerder en van Hermina van der Heide. Ook in deze tak vervaagt dus de Lutheraanse traditie. Ambtshalve woonde het gezin na de terugkeer in Amsterdam in de Stadstimmertuin 23). Van hun acht kinderen heeft vooral de oudste zoon Johannes Ludovicus (Jan) Springer (1850-1915) als architect grote bekendheid verworven 24). Hij was onder meer de bouwmeester van de Amsterdamse Stadsschouwburg 1892-1894 en bekleedde van 1906 tot aan zijn dood het directoraat van de Haagse Academie. Bronnen en aantekeningen:. 20) Zie voor hem: Nieuw Nederlandsch BiografischWoordenboek deel 7, pagina 1169 en Thieme-Beeker,deel 31 (1937), pagina 411. 21) Bastiaan de Greef (1818-1899),architect. Zoon van Jan de Greef. Stadsarchitect van Amsterdam van 28 maart 1856 tot 19 juni 1890. 22) Zie jaarverslag 1966 van de Gemeentelijke Archiefdienst pagina 27 sub B 2. ***. fadv1.jpg/GDPim$]fadv2.jpg%50/GDPim$]. Huis te Vraag is een "gesloten" begraafplaats, aan de Rijnsburgstraat 51 (voorheen Sloterweg), te Amsterdam. ***. begrplts_huistevraag.JPG/GDPim$].
Vader: WillemSpringer, zn. van JanSpringer (mr. timmerman) en EngeltjePieters, ged. EL te Amsterdam [nh] op 31 mei 1778 door Ds. Jan Hendrik Vorstius (GA A'dam: 261 p. 168 (folio 110v) nr. 8) (getuigen: Willem Springer en Jannetje Bierdrager), timmerman, houtkoper (1817), aannemer van publieke bouwkundige werken, ovl. te Amsterdam [nh] 2e Weteringdwarsstraat K 2 Brt RB Nr. 294 op 21 okt 1857, otr. te Amsterdam [nh] op 6 mei 1803.
Moeder: Maria ElisabethDoetzen, dr. van Hendrik Doetzen en Beertje Matthijsen, ged. EL te Amsterdam [nh] op 30 mrt 1777 (getuigen: Hendrik Steur en Metje Matthijsen), ovl. te Amsterdam [nh] op 16 jan 1848.
tr. te Amsterdam [nh] op 4 jan 1849 (Reg.1 fol. 8v) met
Maria AnnaBijlager, dr. van Joannes Ludovicus Bijlager (schuitenvoerder) en Hermina van der Heide, geb. te Amsterdam [nh] op 23 feb 1824, RK, ovl. te Amsterdam [nh] in het Maria Paviljoen op 17 feb 1913, begr. te Amsterdam [nh] op begraafplaats 'Huis te Vraag' grafnr. 2-G-36 op 19 feb 1913.
Opmerkingen Maria AnnaBijlager. fadv1.jpg/GDPim$].
Uit dit huwelijk 7 kinderen:
naam
geb.
plaats
ovl.
plaats
oud
relatie
kinderen
1
Jan
*1850
Amsterdam [nh]
†1915
Amsterdam [nh]
65
1
0
2
Maria
*1852
Amsterdam [nh]
†1888
Amsterdam [nh]
36
0
0
3
Jacobus
*1854
Amsterdam [nh]
†1922
Amsterdam [nh]
67
0
0
4
Wilhelmina
*1855
Amsterdam [nh]
†1873
Amsterdam [nh]
17
0
0
5
Geertruida
*1857
Amsterdam [nh]
†1916
Amsterdam [nh]
58
0
0
6
Suze
*1858
Amsterdam [nh]
1937
Amsterdam [nh]
79
1
0
7
Piet
*1863
Amsterdam [nh]
†1902
Amsterdam [nh]
39
1
0
Dossier:
Maria Anna BijlagerMaria AnnaBijlager, geb. te Amsterdam [nh] op 23 feb 1824, RK, ovl. te Amsterdam [nh] in het Maria Paviljoen op 17 feb 1913, begr. te Amsterdam [nh] op begraafplaats 'Huis te Vraag' grafnr. 2-G-36 op 19 feb 1913.
Opmerkingen Maria AnnaBijlager. fadv1.jpg/GDPim$].
Vader: Joannes LudovicusBijlager, geb. circa 1790, schuitenvoerder, tr.
Moeder: Herminavan der Heide, geb. circa 1795.
tr. te Amsterdam [nh] op 4 jan 1849 (Reg.1 fol. 8v) met
WillemSpringer, zn. van WillemSpringer (timmerman, houtkoper (1817), aannemer van publieke bouwkundige werken) en Maria ElisabethDoetzen, geb. te Amsterdam [nh] op 8 mei 1815, EL, opzichter waterstaat; Gem. Adviseur in Bouwzaken Oud-Asst. Gemeente-Architect, ovl. te Amsterdam [nh] op 7 mrt 1907, begr. te Amsterdam [nh] op begraafplaats 'Huis te Vraag', grafnr. 2-G-36 op 9 mrt 1907.
Opmerkingen WillemSpringer. afb1.jpg/GDPim$]afb2.jpg/GDPim$]. Bron: Kamper Almanak 1968. De familie Springer en haar relatie tot Kampen. Dr. J.H. A. Ringeling. Par. 2. (vervolg). Willem Springer (1815-1907), architect. 20). Het lijdt geen twijfel, of ook Willem Springer heeft van thuis een gedegen timmermansopleiding meegekregen. In deze hoedanigheid vermeldt het Algemeen Adresboek 1845-1846 hem dan ook op pagina 244 in het ouderlijk huis op de Leidsegracht. Hij is dan reeds als opzichter werkzaam geweest bij de bouw der pakhuizen voor de Rijnvaart (1838) en bij de bouw van de Beurs van Zocher (1841). Nadien keert hij zijn geboortestad de rug toe en dient de Waterstaat gedurende een reeks van jaren. op verschillende plaatsen in den lande. Toch is het uiteindelijk Amsterdam, waar Willem Springer wezenlijk carriere maakt. Op 1 april 1858 vindt namelijk aldaar zijn benoeming plaats tot assistent-architect bij de Gemeentewerken en wordt hij uit dien hoofde. de rechterhand van de Stadsarchitect Bastiaan de Greef 21). De cooperatie de Greef-Springer, die in de periode 1822-1826 zo'n belangrijke rol speelde bij de herbouw van de Ronde Lutherse Kerk, herhaalt zich thans in de volgende generatie over een tijdvak van liefst ruim 32 jaar. Dat zich overigens in hun beider samenwerking de nodige spanningen hebben voorgedaan, leert ons het artikel "Herinneringen van A. W. Weissman", opgenomen in het 42ste Jaarboek van bet Genootschap Amstelodamum (1948), pagina's 87 tot 146. Het feit, dat Bastiaan de Greef in leeftijd enkele jaren jonger was, heeft tot gevolg gehad, dat Willem Springer de rang van Stadsarchitect zelf nimmer heeft kunnen bereiken. Hoezeer echter zijn verdiensten algemeen erkend werden moge blijken uit de voetnoot, welke wij aantreffen op pagina 28 van de Naamwijzer en Adresboek der Leden van het Stedelijk Bestuur 1890-1891: "Op verzoek door B. en W. op de meest eervolle wijze ontslagen met ingang van den dag, waarop de nieuwe te benoemen Stadsarchitect zijn werkzaamheden zal aanvaarden, met welken datum de Heer W. Springer door den Gemeenteraad is benoemd tot Gemeente-adviseur in Bouwzaken". Een eervoller testimonium voor de inmiddels 75-jarige Springer is bezwaarlijk denkbaar! Van Willem Springer's werkstukken bestaat een uitgebreide documentatie. Zo verwierf het Amsterdamse Gemeente-Archief voor enkele jaren vier gebonden delen bouwtekeningen 22), terwijl onder de aanwinsten van het Rijksprentenkabinet in 1966 sub 63, 64 en 65 eveneens tekeningen van Willem Springer vermeld worden. Uiteraard bestaat Springer's werk voor een groot deel uit scholen, bruggen en andere gemeentewerken, waaronder ik met name de Kweekschool voor de Zeevaart (1878) zou willen noemen. Hoe eervol zijn loopbaan ook overigens geweest moge zijn, zou Springer's creativiteit wellicht nog tot vollere ontplooiing zijn gekomen, indien het ambtelijk keurslijf hem in zijn bewegingsvrijheid minder had beperkt. Op publicistisch gebied zijn van zijn hand artikelen verschenen in de jaargangen 1862, 1872 en 1876 van de Bouwkundige bijdragen van de Maatschappij tot bevordering der bouwkunst. Op 4 januari 1849 trad Willem Springer te Amsterdam in het huwelijk met een Rooms-Katholiek meisje Maria Anna Bijlager (1824-1913), dochter van Joannes Ludovicus, schuitenvoerder en van Hermina van der Heide. Ook in deze tak vervaagt dus de Lutheraanse traditie. Ambtshalve woonde het gezin na de terugkeer in Amsterdam in de Stadstimmertuin 23). Van hun acht kinderen heeft vooral de oudste zoon Johannes Ludovicus (Jan) Springer (1850-1915) als architect grote bekendheid verworven 24). Hij was onder meer de bouwmeester van de Amsterdamse Stadsschouwburg 1892-1894 en bekleedde van 1906 tot aan zijn dood het directoraat van de Haagse Academie. Bronnen en aantekeningen:. 20) Zie voor hem: Nieuw Nederlandsch BiografischWoordenboek deel 7, pagina 1169 en Thieme-Beeker,deel 31 (1937), pagina 411. 21) Bastiaan de Greef (1818-1899),architect. Zoon van Jan de Greef. Stadsarchitect van Amsterdam van 28 maart 1856 tot 19 juni 1890. 22) Zie jaarverslag 1966 van de Gemeentelijke Archiefdienst pagina 27 sub B 2. ***. fadv1.jpg/GDPim$]fadv2.jpg%50/GDPim$]. Huis te Vraag is een "gesloten" begraafplaats, aan de Rijnsburgstraat 51 (voorheen Sloterweg), te Amsterdam. ***. begrplts_huistevraag.JPG/GDPim$].
Uit dit huwelijk 7 kinderen:
naam
geb.
plaats
ovl.
plaats
oud
relatie
kinderen
1
Jan
*1850
Amsterdam [nh]
†1915
Amsterdam [nh]
65
1
0
2
Maria
*1852
Amsterdam [nh]
†1888
Amsterdam [nh]
36
0
0
3
Jacobus
*1854
Amsterdam [nh]
†1922
Amsterdam [nh]
67
0
0
4
Wilhelmina
*1855
Amsterdam [nh]
†1873
Amsterdam [nh]
17
0
0
5
Geertruida
*1857
Amsterdam [nh]
†1916
Amsterdam [nh]
58
0
0
6
Suze
*1858
Amsterdam [nh]
1937
Amsterdam [nh]
79
1
0
7
Piet
*1863
Amsterdam [nh]
†1902
Amsterdam [nh]
39
1
0
Dossier:
Joannes Ludovicus BijlagerJoannes LudovicusBijlager, geb. circa 1790, schuitenvoerder.
Johannes Petrus SpringerJohannes Petrus (Piet)Springer, geb. te Amsterdam [nh] op 10 jun 1863, RK, architect, ovl. te Amsterdam [nh] op 13 jun 1902, begr. te Amsterdam [nh] Begraafplaats 'Huis Te Vraag', Rijnsburgstraat 51, grafnr. 2-C-18 op 16 jun 1902.
Opmerkingen Johannes Petrus (Piet)Springer. Bron: WikipediA. Piet Springer. Johannes Petrus Springer , 1862/1863 – aldaar, juni 1902) was een Nederlands architect en medewerker van de Dienst Publieke Werken in Amsterdam. Hij was de jongste zoon van assistent-stadsarchitect van Amsterdam, Willem Springer, en zijn vrouw Maria Anna Bijlager. Net als zijn vader werkte hij als tekenaar op het bureau van Publieke Werken van de gemeente Amsterdam. In 1883 nam hij deel aan de Wereldtentoonstelling van 1883 in Amsterdam en in 1884 droeg hij bij aan de voorbereidingen van het jubileumfeest van architectuurgenootschap Architectura et Amicitia. Ook won Springer omstreeks deze tijd een aantal architectuurprijsvragen. Springer bleef tot zijn dood werkzaam bij Publieke Werken. Op 1 augustus 1895 trouwde hij in Nieuwer-Amstel met Cornelia Aleida van der Heide. Hij overleed op 39-jarige leeftijd door een val van de trap. Nederlands architect. ***. Bron: Wikisource. Auteur: A.W. Weissman. Datum: Zaterdag 21 juni 1902. Titel: ‘Johannes Petrus Springer. †’. Tijdschrift: De Opmerker. Jg, nr, pg.: 37, 25, 200. Genre: Proza. Brontaal: Nederlands. Bron: libserv.tudelft.nl. Auteursrecht: Publiek domein. JOHANNES PETRUS SPRINGER. †. Het plotseling overlijden van Piet Springer, de jongste telg van het bekende Amsterdamsche geslacht van bouwmeesters zal in vele kringen met diep leedwezen vernomen zijn. De hoogbejaarde ouders verliezen in hem hun jongsten zoon, de beklagenswaardige weduwe een braaf en oppassend echtgenoot. Mijne eerste herinneringen aan den overledene dagteekenen van 1875. Ik was destijds, met den helaas ook reeds gestorven Herman Goseling bij den Assistent-Stads-Architect Willem Springer in de leer. Piet was toen twaalf jaar omtrent oud, en vermaakte ons met zijn guitenstreken. In het jaar 1882 trad ik in dienst bij de Gemeente Amsterdam. Ik vond Piet Springer toen op het teekenbureau en bemerkte, dat hij, ofschoon niet zoo geniaal aangelegd als zijn broeder Jan, toch tot de beste krachten behoorde. Stil en bedaard ging hij zijn weg, door zijn collega’s geacht. Ter gelegenheid der Koloniale Tentoonstelling van 1883 richtte de Gemeente Amsterdam een eigen paviljoen op, waarin zij, onder meer, teekeningen harer uitgevoerde openbare werken ter bezichtiging gaf. Verscheidenen dier teekeningen waren door Piet Springer vervaardigd. Daar de gewone dienst moest doorgaan, gebruikte hij zijn vrijen tijd voor dit werk. Menige nacht moest er aan worden besteed; in een daarvan geschiedde het, dat een aardbeving plaats vond, welke Piet, die op zijn teekentafel was gaan zitten, om het groote vel gemakkelijker te kunnen bewerken, omlaag deed tuimelen. Architectura vierde in 1884 het feest, dat door hoeveel andere ook gevolgd, toch onovertroffen is gebleven. Aan de voorbereiding van het decoratieve gedeelte nam Piet Springer een ijverig aandeel. Nog zie ik hem zitten op de reusachtige paarden van Staff, die met vereende krachten in het holst van den nacht overeind werden gezet. Het plaatwerk „de Bouwmeester” bevat verscheidene bekroonde ontwerpen van den overledene, omstreeks dezen tijd vervaardigd. Nadat ik in 1891 tot architect der gemeente Amsterdam was benoemd heeft Piet Springer mij geholpen bij het teekenen van de werken, die toen werden ondernomen. Met den sedert reeds overleden Kluwer was Piet Springer geplaatst op het teekenbureau voor het Gemeente-Museum. Bij het détailleeren heeft hij daar voortreffelijke diensten bewezen. Al heeft sedert de richting, waarin de dienst der Publieke Werken van Amsterdam zich bewoog, Piet Springer niet veel gelegenheid gegeven, zijn artistieke talenten te doen blijken, hij bleef toch nuttig werkzaam en behoorde tot de beste krachten, aan het bureau verbonden. Het is diep treurig, dat iemand, van wien nog zooveel verwacht mocht worden, reeds op negen-en-dertig jarigen leeftijd uit den kring der zijnen werd weggerukt. Vooral deerniswaardig is de grijze Willem Springer, die door het verlies van zijn jongsten zoon zoo zwaar wordt getroffen. A. W. WEISSMAN.
Vader: WillemSpringer, zn. van WillemSpringer (timmerman, houtkoper (1817), aannemer van publieke bouwkundige werken) en Maria ElisabethDoetzen, geb. te Amsterdam [nh] op 8 mei 1815, EL, opzichter waterstaat; Gem. Adviseur in Bouwzaken Oud-Asst. Gemeente-Architect, ovl. te Amsterdam [nh] op 7 mrt 1907, begr. te Amsterdam [nh] op begraafplaats 'Huis te Vraag', grafnr. 2-G-36 op 9 mrt 1907, tr. te Amsterdam [nh] op 4 jan 1849 (Reg.1 fol. 8v).
Moeder: Maria AnnaBijlager, dr. van Joannes LudovicusBijlager (schuitenvoerder) en Herminavan der Heide, geb. te Amsterdam [nh] op 23 feb 1824, RK, ovl. te Amsterdam [nh] in het Maria Paviljoen op 17 feb 1913, begr. te Amsterdam [nh] op begraafplaats 'Huis te Vraag' grafnr. 2-G-36 op 19 feb 1913.
tr. te Nieuwer Amstel [nh] op 1 aug 1895 (akte nr. 155) met
Cornelia Aleidavan der Heide, dr. van Bernard Wilhelm van der Heide en Anna Dorothea Elisabeth Jäncke, geb. te Amsterdam [nh] in 1868.
Dossier:
Cornelia Aleida van der HeideCornelia Aleidavan der Heide, geb. te Amsterdam [nh] in 1868.
Vader: Bernard Wilhelmvan der Heide, geb. circa 1835, tr.
Moeder: Anna Dorothea ElisabethJäncke, geb. circa 1835.
tr. te Nieuwer Amstel [nh] op 1 aug 1895 (akte nr. 155) met
Johannes Petrus (Piet)Springer, zn. van WillemSpringer (opzichter waterstaat; Gem. Adviseur in Bouwzaken) en Maria AnnaBijlager, geb. te Amsterdam [nh] op 10 jun 1863, RK, architect, ovl. te Amsterdam [nh] op 13 jun 1902, begr. te Amsterdam [nh] Begraafplaats 'Huis Te Vraag', Rijnsburgstraat 51, grafnr. 2-C-18 op 16 jun 1902.
Opmerkingen Johannes Petrus (Piet)Springer. Bron: WikipediA. Piet Springer. Johannes Petrus Springer , 1862/1863 – aldaar, juni 1902) was een Nederlands architect en medewerker van de Dienst Publieke Werken in Amsterdam. Hij was de jongste zoon van assistent-stadsarchitect van Amsterdam, Willem Springer, en zijn vrouw Maria Anna Bijlager. Net als zijn vader werkte hij als tekenaar op het bureau van Publieke Werken van de gemeente Amsterdam. In 1883 nam hij deel aan de Wereldtentoonstelling van 1883 in Amsterdam en in 1884 droeg hij bij aan de voorbereidingen van het jubileumfeest van architectuurgenootschap Architectura et Amicitia. Ook won Springer omstreeks deze tijd een aantal architectuurprijsvragen. Springer bleef tot zijn dood werkzaam bij Publieke Werken. Op 1 augustus 1895 trouwde hij in Nieuwer-Amstel met Cornelia Aleida van der Heide. Hij overleed op 39-jarige leeftijd door een val van de trap. Nederlands architect. ***. Bron: Wikisource. Auteur: A.W. Weissman. Datum: Zaterdag 21 juni 1902. Titel: ‘Johannes Petrus Springer. †’. Tijdschrift: De Opmerker. Jg, nr, pg.: 37, 25, 200. Genre: Proza. Brontaal: Nederlands. Bron: libserv.tudelft.nl. Auteursrecht: Publiek domein. JOHANNES PETRUS SPRINGER. †. Het plotseling overlijden van Piet Springer, de jongste telg van het bekende Amsterdamsche geslacht van bouwmeesters zal in vele kringen met diep leedwezen vernomen zijn. De hoogbejaarde ouders verliezen in hem hun jongsten zoon, de beklagenswaardige weduwe een braaf en oppassend echtgenoot. Mijne eerste herinneringen aan den overledene dagteekenen van 1875. Ik was destijds, met den helaas ook reeds gestorven Herman Goseling bij den Assistent-Stads-Architect Willem Springer in de leer. Piet was toen twaalf jaar omtrent oud, en vermaakte ons met zijn guitenstreken. In het jaar 1882 trad ik in dienst bij de Gemeente Amsterdam. Ik vond Piet Springer toen op het teekenbureau en bemerkte, dat hij, ofschoon niet zoo geniaal aangelegd als zijn broeder Jan, toch tot de beste krachten behoorde. Stil en bedaard ging hij zijn weg, door zijn collega’s geacht. Ter gelegenheid der Koloniale Tentoonstelling van 1883 richtte de Gemeente Amsterdam een eigen paviljoen op, waarin zij, onder meer, teekeningen harer uitgevoerde openbare werken ter bezichtiging gaf. Verscheidenen dier teekeningen waren door Piet Springer vervaardigd. Daar de gewone dienst moest doorgaan, gebruikte hij zijn vrijen tijd voor dit werk. Menige nacht moest er aan worden besteed; in een daarvan geschiedde het, dat een aardbeving plaats vond, welke Piet, die op zijn teekentafel was gaan zitten, om het groote vel gemakkelijker te kunnen bewerken, omlaag deed tuimelen. Architectura vierde in 1884 het feest, dat door hoeveel andere ook gevolgd, toch onovertroffen is gebleven. Aan de voorbereiding van het decoratieve gedeelte nam Piet Springer een ijverig aandeel. Nog zie ik hem zitten op de reusachtige paarden van Staff, die met vereende krachten in het holst van den nacht overeind werden gezet. Het plaatwerk „de Bouwmeester” bevat verscheidene bekroonde ontwerpen van den overledene, omstreeks dezen tijd vervaardigd. Nadat ik in 1891 tot architect der gemeente Amsterdam was benoemd heeft Piet Springer mij geholpen bij het teekenen van de werken, die toen werden ondernomen. Met den sedert reeds overleden Kluwer was Piet Springer geplaatst op het teekenbureau voor het Gemeente-Museum. Bij het détailleeren heeft hij daar voortreffelijke diensten bewezen. Al heeft sedert de richting, waarin de dienst der Publieke Werken van Amsterdam zich bewoog, Piet Springer niet veel gelegenheid gegeven, zijn artistieke talenten te doen blijken, hij bleef toch nuttig werkzaam en behoorde tot de beste krachten, aan het bureau verbonden. Het is diep treurig, dat iemand, van wien nog zooveel verwacht mocht worden, reeds op negen-en-dertig jarigen leeftijd uit den kring der zijnen werd weggerukt. Vooral deerniswaardig is de grijze Willem Springer, die door het verlies van zijn jongsten zoon zoo zwaar wordt getroffen. A. W. WEISSMAN.
Bernard Wilhelm van der HeideBernard Wilhelmvan der Heide, geb. circa 1835.
Geertruida SpringerGeertruidaSpringer, geb. te Brielle [zh] op 24 mei 1857, RK, ovl. te Rosmalen [nb] op 7 apr 1916.
Vader: WillemSpringer, zn. van WillemSpringer (timmerman, houtkoper (1817), aannemer van publieke bouwkundige werken) en Maria ElisabethDoetzen, geb. te Amsterdam [nh] op 8 mei 1815, EL, opzichter waterstaat; Gem. Adviseur in Bouwzaken Oud-Asst. Gemeente-Architect, ovl. te Amsterdam [nh] op 7 mrt 1907, begr. te Amsterdam [nh] op begraafplaats 'Huis te Vraag', grafnr. 2-G-36 op 9 mrt 1907, tr. te Amsterdam [nh] op 4 jan 1849 (Reg.1 fol. 8v).
Moeder: Maria AnnaBijlager, dr. van Joannes LudovicusBijlager (schuitenvoerder) en Herminavan der Heide, geb. te Amsterdam [nh] op 23 feb 1824, RK, ovl. te Amsterdam [nh] in het Maria Paviljoen op 17 feb 1913, begr. te Amsterdam [nh] op begraafplaats 'Huis te Vraag' grafnr. 2-G-36 op 19 feb 1913.
Anna Susanna SpringerAnna Susanna (Suze)Springer, geb. te Amsterdam [nh] op 30 sep 1858, RK, begr. te Amsterdam [nh] op begraafplaats 'Huis te Vraag' grafnr. 2-G-36 op 18 dec 1937.
Vader: WillemSpringer, zn. van WillemSpringer (timmerman, houtkoper (1817), aannemer van publieke bouwkundige werken) en Maria ElisabethDoetzen, geb. te Amsterdam [nh] op 8 mei 1815, EL, opzichter waterstaat; Gem. Adviseur in Bouwzaken Oud-Asst. Gemeente-Architect, ovl. te Amsterdam [nh] op 7 mrt 1907, begr. te Amsterdam [nh] op begraafplaats 'Huis te Vraag', grafnr. 2-G-36 op 9 mrt 1907, tr. te Amsterdam [nh] op 4 jan 1849 (Reg.1 fol. 8v).
Moeder: Maria AnnaBijlager, dr. van Joannes LudovicusBijlager (schuitenvoerder) en Herminavan der Heide, geb. te Amsterdam [nh] op 23 feb 1824, RK, ovl. te Amsterdam [nh] in het Maria Paviljoen op 17 feb 1913, begr. te Amsterdam [nh] op begraafplaats 'Huis te Vraag' grafnr. 2-G-36 op 19 feb 1913.
tr. met
Leopoldus JosephusHerman, zn. van Josephus Leopoldus Herman (beeldhouwer) en Ida van Coillie, geb. te Saint-Josse-ten-Noode [vb, België] in 1863, bouwkundige, begr. te Amsterdam [nh] op begraafplaats 'Huis te Vraag' grafnr. 2-G-36 op 1 feb 1937.
Opmerkingen Leopoldus JosephusHerman. Sint-Joost-ten-Node (Frans: Saint-Josse-ten-Noode) of kortweg Sint-Joost is een plaats en gemeente in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, ingesloten tussen Brussel-stad en Schaarbeek.
Joannes Ludovicus SpringerJoannes Ludovicus (Jan)Springer, geb. te Groningen [gr] op 27 jan 1850, RK, architect, ovl. te Den Haag [zh] op 28 mei 1915, begr. te Den Haag [zh] Begraafplaats 'Oud Eik en Duinen' op 1 jun 1915.
Opmerkingen Joannes Ludovicus (Jan)Springer. afb1.jpg/GDPim$]. Bron: WikipediA. Johannes Ludovicus (Jan) Springer (Groningen, 27 januari 1850 – Den Haag, 28 mei 1915) was een Nederlands architect. Hij speelde een belangrijke rol in de totstandkoming van het architectuurgenootschap Architectura et Amicitia en was van 1906 tot zijn dood directeur van de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag. Levensloop. Springer was zoon van assistent-stadsarchitect van Amsterdam, Willem Springer. Hij maakte al op jonge leeftijd naam als architect. In 1869 werd hij lid van de Amsterdamse architectuurvereniging Architectura et Amicitia, niet lang daarna, in 1871, werd hij secretaris en in 1876 voorzitter. Tijdens zijn zestien jaar lange voorzitterschap vormde hij A et A om van een vriendschappelijk onderonsje van met name Amsterdamse architecten tot een landelijke organisatie met een merkbare invloed op de ontwikkeling van de architectuur. De belangrijkste gebeurtenis in dit proces was de reorganisatitie in 1882 waarin A et A werd omgevormd tot een genootschap. Het jaar daarop werd een al bestaand bouwkunde-tijdschrift, De Opmerker, het orgaan van A et A. Om het grote publiek kennis te laten nemen van de activiteiten van A et A organiseerde Springer talloze tentoonstellingen en voordrachten. Springer was hierdoor een vooraanstaande figuur in de Nederlandse bouwwereld. Jan Springer. Alternatief Beursontwerp. 1888. In 1888 kreeg hij opdracht van de Amsterdamse Kamer van Koophandel, bij hoofde van A.W. Krasnapolsky, een koopmansbeurs te ontwerpen (zie Beurs van Berlage). De ondernemers hadden namelijk grote bezwaren tegen het ontwerp van gemeentearchitect A.W. Weissman dat het jaar daarvoor door het college van B & W aan de raad was voorgedragen en wilden een einde maken aan de sinds 1882 slepende beurskwestie, temeer vanwege de gehate beursbelasting, die de handelaren vanaf dat jaar moesten betalen. De door Krasnapolsky voorgestelde beurs moest gefinancierd worden 'uit particuliere middelen en uit de opbrengst der entree's [..] en die der huren van winkels, kantoren, monsterzalen enz.'. Krasnapolsky's zeer serieuze request werd op 16 februari 1888 samen met het ontwerp van Springer naar de raad gestuurd.[1] De bezwaren van de KvK tegen het gemeenteplan werden echter op 22 februari door het college weerlegd,[2] maar de raad dwong het college niet lang daarna nog eens goed naar dit plan te kijken.[3]. Omstreeks 1890 veranderde zijn positie binnen A et A echter. Er stond een nieuwe generatie architecten op, die onder invloed van P.J.H. Cuypers probeerde nieuwe kunstbegrippen te propageren. Springer voelde dit aan en trad in 1892 af als voorzitter. Ook het vak van architect schonk hem steeds minder voldoening. Hoe begaafd hij ook was als ontwerper, hij had een totaal gebrek aan talent voor zaken doen en was daarom niet in staat zichzelf als zelfstandig architect te vestigen, laat staan leiding te geven aan een architectenbureau. Hij verhuisde naar Den Haag, waar hij van 1906 tot aan zijn dood directeur was van de tekenacademie. Desondanks heeft hij in Amsterdam een aantal indrukwekkende gebouwen achtergelaten. Ook ontwierp hij verschillende feestdecoraties, zoals die van het genootschapsfeest in 1884 in Maison Stroucken, de monumentale Damversiering ter gelegenheid van de 70e verjaardag van koning Willem III en de Fancy fair in 1887 in het Paleis voor Volksvlijt. Op 1 juni 1915 werd hij in het bijzijn van o.a. A et A-voorzitter Paul de Jongh en zijn oud-vrienden Henri Evers, J.A. van Voorthuysen, K. Sluyterman, Jonas Ingenohl en E. Stark begraven op kerkhof Oud Eik en Duinen in Den Haag. Enkele werken:. Kweekschool voor de Zeevaart, Prins Hendrikkade, Amsterdam. Huis Nierop, Amsterdam. Stadsschouwburg, Amsterdam. Noten:. 1. H.G. Jansen en A. Reyding (18 februari 1888) 'Bij de platen', De Opmerker, 23e jaargang, nummer 7, pp. 49-50. Zie TU Delft scan 1 en scan 2. 2. Anoniem (25 februari 1888) 'Uit den Amsterdamschen gemeenteraad', De Opmerker, 23e jaargang, nummer 8, pp. 59-61. Zie TU Delft scan 1 en scan 2. 3. H. G. J. (3 maart 1888) 'De beurs', De Opmerker, 23e jaargang, nummer 9, p. 70. Zie scan TU Delft.
Vader: WillemSpringer, zn. van WillemSpringer (timmerman, houtkoper (1817), aannemer van publieke bouwkundige werken) en Maria ElisabethDoetzen, geb. te Amsterdam [nh] op 8 mei 1815, EL, opzichter waterstaat; Gem. Adviseur in Bouwzaken Oud-Asst. Gemeente-Architect, ovl. te Amsterdam [nh] op 7 mrt 1907, begr. te Amsterdam [nh] op begraafplaats 'Huis te Vraag', grafnr. 2-G-36 op 9 mrt 1907, tr. te Amsterdam [nh] op 4 jan 1849 (Reg.1 fol. 8v).
Moeder: Maria AnnaBijlager, dr. van Joannes LudovicusBijlager (schuitenvoerder) en Herminavan der Heide, geb. te Amsterdam [nh] op 23 feb 1824, RK, ovl. te Amsterdam [nh] in het Maria Paviljoen op 17 feb 1913, begr. te Amsterdam [nh] op begraafplaats 'Huis te Vraag' grafnr. 2-G-36 op 19 feb 1913.
tr. te Haarlem [nh] op 21 nov 1895 (akte nr. 397) met
Johanna JacobaStoel, dr. van Abraham Jacobus Stoel en Johanna Jacoba Van Beusekom, geb. te Haarlem [nh] op 20 okt 1860, ovl. te Bloemendaal [nh] op 1 feb 1924, begr. te Den Haag [zh] begraafplaats 'Eik en Duinen' op 5 feb 1924.
Opmerkingen Johanna JacobaStoel. fadv1.jpg/GDPim$].
Dossier:
Maria Elisabeth SpringerMaria ElisabethSpringer, geb. te Groningen [gr] op 30 jan 1852, RK, ovl. te Amsterdam [nh] op 18 sep 1888.
Vader: WillemSpringer, zn. van WillemSpringer (timmerman, houtkoper (1817), aannemer van publieke bouwkundige werken) en Maria ElisabethDoetzen, geb. te Amsterdam [nh] op 8 mei 1815, EL, opzichter waterstaat; Gem. Adviseur in Bouwzaken Oud-Asst. Gemeente-Architect, ovl. te Amsterdam [nh] op 7 mrt 1907, begr. te Amsterdam [nh] op begraafplaats 'Huis te Vraag', grafnr. 2-G-36 op 9 mrt 1907, tr. te Amsterdam [nh] op 4 jan 1849 (Reg.1 fol. 8v).
Moeder: Maria AnnaBijlager, dr. van Joannes LudovicusBijlager (schuitenvoerder) en Herminavan der Heide, geb. te Amsterdam [nh] op 23 feb 1824, RK, ovl. te Amsterdam [nh] in het Maria Paviljoen op 17 feb 1913, begr. te Amsterdam [nh] op begraafplaats 'Huis te Vraag' grafnr. 2-G-36 op 19 feb 1913.
Dossier:
Jacobus Bernardus SpringerJacobus BernardusSpringer, geb. te Brielle [zh] op 1 aug 1854, RK, hoofopzichter, architect 1eklasse bij de gemeentewerken te Amsterdam, ovl. te Laren (Nh) [nh] op 3 feb 1922, begr. te Laren (Nh) [nh] Algemene Begraafplaats op 6 feb 1922.
Vader: WillemSpringer, zn. van WillemSpringer (timmerman, houtkoper (1817), aannemer van publieke bouwkundige werken) en Maria ElisabethDoetzen, geb. te Amsterdam [nh] op 8 mei 1815, EL, opzichter waterstaat; Gem. Adviseur in Bouwzaken Oud-Asst. Gemeente-Architect, ovl. te Amsterdam [nh] op 7 mrt 1907, begr. te Amsterdam [nh] op begraafplaats 'Huis te Vraag', grafnr. 2-G-36 op 9 mrt 1907, tr. te Amsterdam [nh] op 4 jan 1849 (Reg.1 fol. 8v).
Moeder: Maria AnnaBijlager, dr. van Joannes LudovicusBijlager (schuitenvoerder) en Herminavan der Heide, geb. te Amsterdam [nh] op 23 feb 1824, RK, ovl. te Amsterdam [nh] in het Maria Paviljoen op 17 feb 1913, begr. te Amsterdam [nh] op begraafplaats 'Huis te Vraag' grafnr. 2-G-36 op 19 feb 1913.
Dossier:
Johanna Jacoba StoelJohanna JacobaStoel, geb. te Haarlem [nh] op 20 okt 1860, ovl. te Bloemendaal [nh] op 1 feb 1924, begr. te Den Haag [zh] begraafplaats 'Eik en Duinen' op 5 feb 1924.
Opmerkingen Johanna JacobaStoel. fadv1.jpg/GDPim$].
Vader: Abraham JacobusStoel, geb. circa 1835, tr.
Moeder: Johanna Jacoba VanBeusekom, geb. circa 1835.
tr. te Haarlem [nh] op 21 nov 1895 (akte nr. 397) met
Joannes Ludovicus (Jan)Springer, zn. van WillemSpringer (opzichter waterstaat; Gem. Adviseur in Bouwzaken) en Maria AnnaBijlager, geb. te Groningen [gr] op 27 jan 1850, RK, architect, ovl. te Den Haag [zh] op 28 mei 1915, begr. te Den Haag [zh] Begraafplaats 'Oud Eik en Duinen' op 1 jun 1915.
Opmerkingen Joannes Ludovicus (Jan)Springer. afb1.jpg/GDPim$]. Bron: WikipediA. Johannes Ludovicus (Jan) Springer (Groningen, 27 januari 1850 – Den Haag, 28 mei 1915) was een Nederlands architect. Hij speelde een belangrijke rol in de totstandkoming van het architectuurgenootschap Architectura et Amicitia en was van 1906 tot zijn dood directeur van de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag. Levensloop. Springer was zoon van assistent-stadsarchitect van Amsterdam, Willem Springer. Hij maakte al op jonge leeftijd naam als architect. In 1869 werd hij lid van de Amsterdamse architectuurvereniging Architectura et Amicitia, niet lang daarna, in 1871, werd hij secretaris en in 1876 voorzitter. Tijdens zijn zestien jaar lange voorzitterschap vormde hij A et A om van een vriendschappelijk onderonsje van met name Amsterdamse architecten tot een landelijke organisatie met een merkbare invloed op de ontwikkeling van de architectuur. De belangrijkste gebeurtenis in dit proces was de reorganisatitie in 1882 waarin A et A werd omgevormd tot een genootschap. Het jaar daarop werd een al bestaand bouwkunde-tijdschrift, De Opmerker, het orgaan van A et A. Om het grote publiek kennis te laten nemen van de activiteiten van A et A organiseerde Springer talloze tentoonstellingen en voordrachten. Springer was hierdoor een vooraanstaande figuur in de Nederlandse bouwwereld. Jan Springer. Alternatief Beursontwerp. 1888. In 1888 kreeg hij opdracht van de Amsterdamse Kamer van Koophandel, bij hoofde van A.W. Krasnapolsky, een koopmansbeurs te ontwerpen (zie Beurs van Berlage). De ondernemers hadden namelijk grote bezwaren tegen het ontwerp van gemeentearchitect A.W. Weissman dat het jaar daarvoor door het college van B & W aan de raad was voorgedragen en wilden een einde maken aan de sinds 1882 slepende beurskwestie, temeer vanwege de gehate beursbelasting, die de handelaren vanaf dat jaar moesten betalen. De door Krasnapolsky voorgestelde beurs moest gefinancierd worden 'uit particuliere middelen en uit de opbrengst der entree's [..] en die der huren van winkels, kantoren, monsterzalen enz.'. Krasnapolsky's zeer serieuze request werd op 16 februari 1888 samen met het ontwerp van Springer naar de raad gestuurd.[1] De bezwaren van de KvK tegen het gemeenteplan werden echter op 22 februari door het college weerlegd,[2] maar de raad dwong het college niet lang daarna nog eens goed naar dit plan te kijken.[3]. Omstreeks 1890 veranderde zijn positie binnen A et A echter. Er stond een nieuwe generatie architecten op, die onder invloed van P.J.H. Cuypers probeerde nieuwe kunstbegrippen te propageren. Springer voelde dit aan en trad in 1892 af als voorzitter. Ook het vak van architect schonk hem steeds minder voldoening. Hoe begaafd hij ook was als ontwerper, hij had een totaal gebrek aan talent voor zaken doen en was daarom niet in staat zichzelf als zelfstandig architect te vestigen, laat staan leiding te geven aan een architectenbureau. Hij verhuisde naar Den Haag, waar hij van 1906 tot aan zijn dood directeur was van de tekenacademie. Desondanks heeft hij in Amsterdam een aantal indrukwekkende gebouwen achtergelaten. Ook ontwierp hij verschillende feestdecoraties, zoals die van het genootschapsfeest in 1884 in Maison Stroucken, de monumentale Damversiering ter gelegenheid van de 70e verjaardag van koning Willem III en de Fancy fair in 1887 in het Paleis voor Volksvlijt. Op 1 juni 1915 werd hij in het bijzijn van o.a. A et A-voorzitter Paul de Jongh en zijn oud-vrienden Henri Evers, J.A. van Voorthuysen, K. Sluyterman, Jonas Ingenohl en E. Stark begraven op kerkhof Oud Eik en Duinen in Den Haag. Enkele werken:. Kweekschool voor de Zeevaart, Prins Hendrikkade, Amsterdam. Huis Nierop, Amsterdam. Stadsschouwburg, Amsterdam. Noten:. 1. H.G. Jansen en A. Reyding (18 februari 1888) 'Bij de platen', De Opmerker, 23e jaargang, nummer 7, pp. 49-50. Zie TU Delft scan 1 en scan 2. 2. Anoniem (25 februari 1888) 'Uit den Amsterdamschen gemeenteraad', De Opmerker, 23e jaargang, nummer 8, pp. 59-61. Zie TU Delft scan 1 en scan 2. 3. H. G. J. (3 maart 1888) 'De beurs', De Opmerker, 23e jaargang, nummer 9, p. 70. Zie scan TU Delft.
Dossier:
Abraham Jacobus StoelAbraham JacobusStoel, geb. circa 1835.
Leopoldus Josephus HermanLeopoldus JosephusHerman, geb. te Saint-Josse-ten-Noode [vb, België] in 1863, bouwkundige, begr. te Amsterdam [nh] op begraafplaats 'Huis te Vraag' grafnr. 2-G-36 op 1 feb 1937.
Opmerkingen Leopoldus JosephusHerman. Sint-Joost-ten-Node (Frans: Saint-Josse-ten-Noode) of kortweg Sint-Joost is een plaats en gemeente in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, ingesloten tussen Brussel-stad en Schaarbeek.
Vader: Josephus LeopoldusHerman, geb. circa 1830, beeldhouwer, tr.
Moeder: Idavan Coillie, geb. circa 1830.
tr. met
Anna Susanna (Suze)Springer, dr. van WillemSpringer (opzichter waterstaat; Gem. Adviseur in Bouwzaken) en Maria AnnaBijlager, geb. te Amsterdam [nh] op 30 sep 1858, RK, begr. te Amsterdam [nh] op begraafplaats 'Huis te Vraag' grafnr. 2-G-36 op 18 dec 1937.
Josephus Leopoldus HermanJosephus LeopoldusHerman, geb. circa 1830, beeldhouwer.
Vader: HendrikSpringer, zn. van Jan CornelisSpringer (timmerman, hoofdopzichter Staats Spoorweg, architect) en Mariaten Cate, geb. te Vuren [ge] op 21 mei 1856, DG, boekverkoper, otr. te Hilversum [nh] op 21 mei 1886, tr. te Hilversum [nh] op 5 jun 1886 (akte nr. 23).
Willem SpringerWillemSpringer, geb. te Amsterdam [nh] op 8 mei 1815, EL, opzichter waterstaat; Gem. Adviseur in Bouwzaken Oud-Asst. Gemeente-Architect, ovl. te Amsterdam [nh] op 7 mrt 1907, begr. te Amsterdam [nh] op begraafplaats 'Huis te Vraag', grafnr. 2-G-36 op 9 mrt 1907.
Opmerkingen WillemSpringer. afb1.jpg/GDPim$]afb2.jpg/GDPim$]. Bron: Kamper Almanak 1968. De familie Springer en haar relatie tot Kampen. Dr. J.H. A. Ringeling. Par. 2. (vervolg). Willem Springer (1815-1907), architect. 20). Het lijdt geen twijfel, of ook Willem Springer heeft van thuis een gedegen timmermansopleiding meegekregen. In deze hoedanigheid vermeldt het Algemeen Adresboek 1845-1846 hem dan ook op pagina 244 in het ouderlijk huis op de Leidsegracht. Hij is dan reeds als opzichter werkzaam geweest bij de bouw der pakhuizen voor de Rijnvaart (1838) en bij de bouw van de Beurs van Zocher (1841). Nadien keert hij zijn geboortestad de rug toe en dient de Waterstaat gedurende een reeks van jaren. op verschillende plaatsen in den lande. Toch is het uiteindelijk Amsterdam, waar Willem Springer wezenlijk carriere maakt. Op 1 april 1858 vindt namelijk aldaar zijn benoeming plaats tot assistent-architect bij de Gemeentewerken en wordt hij uit dien hoofde. de rechterhand van de Stadsarchitect Bastiaan de Greef 21). De cooperatie de Greef-Springer, die in de periode 1822-1826 zo'n belangrijke rol speelde bij de herbouw van de Ronde Lutherse Kerk, herhaalt zich thans in de volgende generatie over een tijdvak van liefst ruim 32 jaar. Dat zich overigens in hun beider samenwerking de nodige spanningen hebben voorgedaan, leert ons het artikel "Herinneringen van A. W. Weissman", opgenomen in het 42ste Jaarboek van bet Genootschap Amstelodamum (1948), pagina's 87 tot 146. Het feit, dat Bastiaan de Greef in leeftijd enkele jaren jonger was, heeft tot gevolg gehad, dat Willem Springer de rang van Stadsarchitect zelf nimmer heeft kunnen bereiken. Hoezeer echter zijn verdiensten algemeen erkend werden moge blijken uit de voetnoot, welke wij aantreffen op pagina 28 van de Naamwijzer en Adresboek der Leden van het Stedelijk Bestuur 1890-1891: "Op verzoek door B. en W. op de meest eervolle wijze ontslagen met ingang van den dag, waarop de nieuwe te benoemen Stadsarchitect zijn werkzaamheden zal aanvaarden, met welken datum de Heer W. Springer door den Gemeenteraad is benoemd tot Gemeente-adviseur in Bouwzaken". Een eervoller testimonium voor de inmiddels 75-jarige Springer is bezwaarlijk denkbaar! Van Willem Springer's werkstukken bestaat een uitgebreide documentatie. Zo verwierf het Amsterdamse Gemeente-Archief voor enkele jaren vier gebonden delen bouwtekeningen 22), terwijl onder de aanwinsten van het Rijksprentenkabinet in 1966 sub 63, 64 en 65 eveneens tekeningen van Willem Springer vermeld worden. Uiteraard bestaat Springer's werk voor een groot deel uit scholen, bruggen en andere gemeentewerken, waaronder ik met name de Kweekschool voor de Zeevaart (1878) zou willen noemen. Hoe eervol zijn loopbaan ook overigens geweest moge zijn, zou Springer's creativiteit wellicht nog tot vollere ontplooiing zijn gekomen, indien het ambtelijk keurslijf hem in zijn bewegingsvrijheid minder had beperkt. Op publicistisch gebied zijn van zijn hand artikelen verschenen in de jaargangen 1862, 1872 en 1876 van de Bouwkundige bijdragen van de Maatschappij tot bevordering der bouwkunst. Op 4 januari 1849 trad Willem Springer te Amsterdam in het huwelijk met een Rooms-Katholiek meisje Maria Anna Bijlager (1824-1913), dochter van Joannes Ludovicus, schuitenvoerder en van Hermina van der Heide. Ook in deze tak vervaagt dus de Lutheraanse traditie. Ambtshalve woonde het gezin na de terugkeer in Amsterdam in de Stadstimmertuin 23). Van hun acht kinderen heeft vooral de oudste zoon Johannes Ludovicus (Jan) Springer (1850-1915) als architect grote bekendheid verworven 24). Hij was onder meer de bouwmeester van de Amsterdamse Stadsschouwburg 1892-1894 en bekleedde van 1906 tot aan zijn dood het directoraat van de Haagse Academie. Bronnen en aantekeningen:. 20) Zie voor hem: Nieuw Nederlandsch BiografischWoordenboek deel 7, pagina 1169 en Thieme-Beeker,deel 31 (1937), pagina 411. 21) Bastiaan de Greef (1818-1899),architect. Zoon van Jan de Greef. Stadsarchitect van Amsterdam van 28 maart 1856 tot 19 juni 1890. 22) Zie jaarverslag 1966 van de Gemeentelijke Archiefdienst pagina 27 sub B 2. ***. fadv1.jpg/GDPim$]fadv2.jpg%50/GDPim$]. Huis te Vraag is een "gesloten" begraafplaats, aan de Rijnsburgstraat 51 (voorheen Sloterweg), te Amsterdam. ***. begrplts_huistevraag.JPG/GDPim$].
Vader: WillemSpringer, zn. van JanSpringer (mr. timmerman) en EngeltjePieters, ged. EL te Amsterdam [nh] op 31 mei 1778 door Ds. Jan Hendrik Vorstius (GA A'dam: 261 p. 168 (folio 110v) nr. 8) (getuigen: Willem Springer en Jannetje Bierdrager), timmerman, houtkoper (1817), aannemer van publieke bouwkundige werken, ovl. te Amsterdam [nh] 2e Weteringdwarsstraat K 2 Brt RB Nr. 294 op 21 okt 1857, otr. te Amsterdam [nh] op 6 mei 1803.
tr. te Amsterdam [nh] op 4 jan 1849 (Reg.1 fol. 8v) met
Maria AnnaBijlager, dr. van Joannes LudovicusBijlager (schuitenvoerder) en Herminavan der Heide, geb. te Amsterdam [nh] op 23 feb 1824, RK, ovl. te Amsterdam [nh] in het Maria Paviljoen op 17 feb 1913, begr. te Amsterdam [nh] op begraafplaats 'Huis te Vraag' grafnr. 2-G-36 op 19 feb 1913.
Maria Anna BijlagerMaria AnnaBijlager, geb. te Amsterdam [nh] op 23 feb 1824, RK, ovl. te Amsterdam [nh] in het Maria Paviljoen op 17 feb 1913, begr. te Amsterdam [nh] op begraafplaats 'Huis te Vraag' grafnr. 2-G-36 op 19 feb 1913.
tr. te Amsterdam [nh] op 4 jan 1849 (Reg.1 fol. 8v) met
WillemSpringer, zn. van WillemSpringer (timmerman, houtkoper (1817), aannemer van publieke bouwkundige werken) en Maria ElisabethDoetzen, geb. te Amsterdam [nh] op 8 mei 1815, EL, opzichter waterstaat; Gem. Adviseur in Bouwzaken Oud-Asst. Gemeente-Architect, ovl. te Amsterdam [nh] op 7 mrt 1907, begr. te Amsterdam [nh] op begraafplaats 'Huis te Vraag', grafnr. 2-G-36 op 9 mrt 1907.
Opmerkingen WillemSpringer. afb1.jpg/GDPim$]afb2.jpg/GDPim$]. Bron: Kamper Almanak 1968. De familie Springer en haar relatie tot Kampen. Dr. J.H. A. Ringeling. Par. 2. (vervolg). Willem Springer (1815-1907), architect. 20). Het lijdt geen twijfel, of ook Willem Springer heeft van thuis een gedegen timmermansopleiding meegekregen. In deze hoedanigheid vermeldt het Algemeen Adresboek 1845-1846 hem dan ook op pagina 244 in het ouderlijk huis op de Leidsegracht. Hij is dan reeds als opzichter werkzaam geweest bij de bouw der pakhuizen voor de Rijnvaart (1838) en bij de bouw van de Beurs van Zocher (1841). Nadien keert hij zijn geboortestad de rug toe en dient de Waterstaat gedurende een reeks van jaren. op verschillende plaatsen in den lande. Toch is het uiteindelijk Amsterdam, waar Willem Springer wezenlijk carriere maakt. Op 1 april 1858 vindt namelijk aldaar zijn benoeming plaats tot assistent-architect bij de Gemeentewerken en wordt hij uit dien hoofde. de rechterhand van de Stadsarchitect Bastiaan de Greef 21). De cooperatie de Greef-Springer, die in de periode 1822-1826 zo'n belangrijke rol speelde bij de herbouw van de Ronde Lutherse Kerk, herhaalt zich thans in de volgende generatie over een tijdvak van liefst ruim 32 jaar. Dat zich overigens in hun beider samenwerking de nodige spanningen hebben voorgedaan, leert ons het artikel "Herinneringen van A. W. Weissman", opgenomen in het 42ste Jaarboek van bet Genootschap Amstelodamum (1948), pagina's 87 tot 146. Het feit, dat Bastiaan de Greef in leeftijd enkele jaren jonger was, heeft tot gevolg gehad, dat Willem Springer de rang van Stadsarchitect zelf nimmer heeft kunnen bereiken. Hoezeer echter zijn verdiensten algemeen erkend werden moge blijken uit de voetnoot, welke wij aantreffen op pagina 28 van de Naamwijzer en Adresboek der Leden van het Stedelijk Bestuur 1890-1891: "Op verzoek door B. en W. op de meest eervolle wijze ontslagen met ingang van den dag, waarop de nieuwe te benoemen Stadsarchitect zijn werkzaamheden zal aanvaarden, met welken datum de Heer W. Springer door den Gemeenteraad is benoemd tot Gemeente-adviseur in Bouwzaken". Een eervoller testimonium voor de inmiddels 75-jarige Springer is bezwaarlijk denkbaar! Van Willem Springer's werkstukken bestaat een uitgebreide documentatie. Zo verwierf het Amsterdamse Gemeente-Archief voor enkele jaren vier gebonden delen bouwtekeningen 22), terwijl onder de aanwinsten van het Rijksprentenkabinet in 1966 sub 63, 64 en 65 eveneens tekeningen van Willem Springer vermeld worden. Uiteraard bestaat Springer's werk voor een groot deel uit scholen, bruggen en andere gemeentewerken, waaronder ik met name de Kweekschool voor de Zeevaart (1878) zou willen noemen. Hoe eervol zijn loopbaan ook overigens geweest moge zijn, zou Springer's creativiteit wellicht nog tot vollere ontplooiing zijn gekomen, indien het ambtelijk keurslijf hem in zijn bewegingsvrijheid minder had beperkt. Op publicistisch gebied zijn van zijn hand artikelen verschenen in de jaargangen 1862, 1872 en 1876 van de Bouwkundige bijdragen van de Maatschappij tot bevordering der bouwkunst. Op 4 januari 1849 trad Willem Springer te Amsterdam in het huwelijk met een Rooms-Katholiek meisje Maria Anna Bijlager (1824-1913), dochter van Joannes Ludovicus, schuitenvoerder en van Hermina van der Heide. Ook in deze tak vervaagt dus de Lutheraanse traditie. Ambtshalve woonde het gezin na de terugkeer in Amsterdam in de Stadstimmertuin 23). Van hun acht kinderen heeft vooral de oudste zoon Johannes Ludovicus (Jan) Springer (1850-1915) als architect grote bekendheid verworven 24). Hij was onder meer de bouwmeester van de Amsterdamse Stadsschouwburg 1892-1894 en bekleedde van 1906 tot aan zijn dood het directoraat van de Haagse Academie. Bronnen en aantekeningen:. 20) Zie voor hem: Nieuw Nederlandsch BiografischWoordenboek deel 7, pagina 1169 en Thieme-Beeker,deel 31 (1937), pagina 411. 21) Bastiaan de Greef (1818-1899),architect. Zoon van Jan de Greef. Stadsarchitect van Amsterdam van 28 maart 1856 tot 19 juni 1890. 22) Zie jaarverslag 1966 van de Gemeentelijke Archiefdienst pagina 27 sub B 2. ***. fadv1.jpg/GDPim$]fadv2.jpg%50/GDPim$]. Huis te Vraag is een "gesloten" begraafplaats, aan de Rijnsburgstraat 51 (voorheen Sloterweg), te Amsterdam. ***. begrplts_huistevraag.JPG/GDPim$].
Johannes Petrus SpringerJohannes Petrus (Piet)Springer, geb. te Amsterdam [nh] op 10 jun 1863, RK, architect, ovl. te Amsterdam [nh] op 13 jun 1902, begr. te Amsterdam [nh] Begraafplaats 'Huis Te Vraag', Rijnsburgstraat 51, grafnr. 2-C-18 op 16 jun 1902.
Opmerkingen Johannes Petrus (Piet)Springer. Bron: WikipediA. Piet Springer. Johannes Petrus Springer , 1862/1863 – aldaar, juni 1902) was een Nederlands architect en medewerker van de Dienst Publieke Werken in Amsterdam. Hij was de jongste zoon van assistent-stadsarchitect van Amsterdam, Willem Springer, en zijn vrouw Maria Anna Bijlager. Net als zijn vader werkte hij als tekenaar op het bureau van Publieke Werken van de gemeente Amsterdam. In 1883 nam hij deel aan de Wereldtentoonstelling van 1883 in Amsterdam en in 1884 droeg hij bij aan de voorbereidingen van het jubileumfeest van architectuurgenootschap Architectura et Amicitia. Ook won Springer omstreeks deze tijd een aantal architectuurprijsvragen. Springer bleef tot zijn dood werkzaam bij Publieke Werken. Op 1 augustus 1895 trouwde hij in Nieuwer-Amstel met Cornelia Aleida van der Heide. Hij overleed op 39-jarige leeftijd door een val van de trap. Nederlands architect. ***. Bron: Wikisource. Auteur: A.W. Weissman. Datum: Zaterdag 21 juni 1902. Titel: ‘Johannes Petrus Springer. †’. Tijdschrift: De Opmerker. Jg, nr, pg.: 37, 25, 200. Genre: Proza. Brontaal: Nederlands. Bron: libserv.tudelft.nl. Auteursrecht: Publiek domein. JOHANNES PETRUS SPRINGER. †. Het plotseling overlijden van Piet Springer, de jongste telg van het bekende Amsterdamsche geslacht van bouwmeesters zal in vele kringen met diep leedwezen vernomen zijn. De hoogbejaarde ouders verliezen in hem hun jongsten zoon, de beklagenswaardige weduwe een braaf en oppassend echtgenoot. Mijne eerste herinneringen aan den overledene dagteekenen van 1875. Ik was destijds, met den helaas ook reeds gestorven Herman Goseling bij den Assistent-Stads-Architect Willem Springer in de leer. Piet was toen twaalf jaar omtrent oud, en vermaakte ons met zijn guitenstreken. In het jaar 1882 trad ik in dienst bij de Gemeente Amsterdam. Ik vond Piet Springer toen op het teekenbureau en bemerkte, dat hij, ofschoon niet zoo geniaal aangelegd als zijn broeder Jan, toch tot de beste krachten behoorde. Stil en bedaard ging hij zijn weg, door zijn collega’s geacht. Ter gelegenheid der Koloniale Tentoonstelling van 1883 richtte de Gemeente Amsterdam een eigen paviljoen op, waarin zij, onder meer, teekeningen harer uitgevoerde openbare werken ter bezichtiging gaf. Verscheidenen dier teekeningen waren door Piet Springer vervaardigd. Daar de gewone dienst moest doorgaan, gebruikte hij zijn vrijen tijd voor dit werk. Menige nacht moest er aan worden besteed; in een daarvan geschiedde het, dat een aardbeving plaats vond, welke Piet, die op zijn teekentafel was gaan zitten, om het groote vel gemakkelijker te kunnen bewerken, omlaag deed tuimelen. Architectura vierde in 1884 het feest, dat door hoeveel andere ook gevolgd, toch onovertroffen is gebleven. Aan de voorbereiding van het decoratieve gedeelte nam Piet Springer een ijverig aandeel. Nog zie ik hem zitten op de reusachtige paarden van Staff, die met vereende krachten in het holst van den nacht overeind werden gezet. Het plaatwerk „de Bouwmeester” bevat verscheidene bekroonde ontwerpen van den overledene, omstreeks dezen tijd vervaardigd. Nadat ik in 1891 tot architect der gemeente Amsterdam was benoemd heeft Piet Springer mij geholpen bij het teekenen van de werken, die toen werden ondernomen. Met den sedert reeds overleden Kluwer was Piet Springer geplaatst op het teekenbureau voor het Gemeente-Museum. Bij het détailleeren heeft hij daar voortreffelijke diensten bewezen. Al heeft sedert de richting, waarin de dienst der Publieke Werken van Amsterdam zich bewoog, Piet Springer niet veel gelegenheid gegeven, zijn artistieke talenten te doen blijken, hij bleef toch nuttig werkzaam en behoorde tot de beste krachten, aan het bureau verbonden. Het is diep treurig, dat iemand, van wien nog zooveel verwacht mocht worden, reeds op negen-en-dertig jarigen leeftijd uit den kring der zijnen werd weggerukt. Vooral deerniswaardig is de grijze Willem Springer, die door het verlies van zijn jongsten zoon zoo zwaar wordt getroffen. A. W. WEISSMAN.
Vader: WillemSpringer, zn. van WillemSpringer (timmerman, houtkoper (1817), aannemer van publieke bouwkundige werken) en Maria ElisabethDoetzen, geb. te Amsterdam [nh] op 8 mei 1815, EL, opzichter waterstaat; Gem. Adviseur in Bouwzaken Oud-Asst. Gemeente-Architect, ovl. te Amsterdam [nh] op 7 mrt 1907, begr. te Amsterdam [nh] op begraafplaats 'Huis te Vraag', grafnr. 2-G-36 op 9 mrt 1907, tr. te Amsterdam [nh] op 4 jan 1849 (Reg.1 fol. 8v).
Moeder: Maria AnnaBijlager, dr. van Joannes LudovicusBijlager (schuitenvoerder) en Herminavan der Heide, geb. te Amsterdam [nh] op 23 feb 1824, RK, ovl. te Amsterdam [nh] in het Maria Paviljoen op 17 feb 1913, begr. te Amsterdam [nh] op begraafplaats 'Huis te Vraag' grafnr. 2-G-36 op 19 feb 1913.
tr. te Nieuwer Amstel [nh] op 1 aug 1895 (akte nr. 155) met
tr. te Nieuwer Amstel [nh] op 1 aug 1895 (akte nr. 155) met
Johannes Petrus (Piet)Springer, zn. van WillemSpringer (opzichter waterstaat; Gem. Adviseur in Bouwzaken) en Maria AnnaBijlager, geb. te Amsterdam [nh] op 10 jun 1863, RK, architect, ovl. te Amsterdam [nh] op 13 jun 1902, begr. te Amsterdam [nh] Begraafplaats 'Huis Te Vraag', Rijnsburgstraat 51, grafnr. 2-C-18 op 16 jun 1902.
Opmerkingen Johannes Petrus (Piet)Springer. Bron: WikipediA. Piet Springer. Johannes Petrus Springer , 1862/1863 – aldaar, juni 1902) was een Nederlands architect en medewerker van de Dienst Publieke Werken in Amsterdam. Hij was de jongste zoon van assistent-stadsarchitect van Amsterdam, Willem Springer, en zijn vrouw Maria Anna Bijlager. Net als zijn vader werkte hij als tekenaar op het bureau van Publieke Werken van de gemeente Amsterdam. In 1883 nam hij deel aan de Wereldtentoonstelling van 1883 in Amsterdam en in 1884 droeg hij bij aan de voorbereidingen van het jubileumfeest van architectuurgenootschap Architectura et Amicitia. Ook won Springer omstreeks deze tijd een aantal architectuurprijsvragen. Springer bleef tot zijn dood werkzaam bij Publieke Werken. Op 1 augustus 1895 trouwde hij in Nieuwer-Amstel met Cornelia Aleida van der Heide. Hij overleed op 39-jarige leeftijd door een val van de trap. Nederlands architect. ***. Bron: Wikisource. Auteur: A.W. Weissman. Datum: Zaterdag 21 juni 1902. Titel: ‘Johannes Petrus Springer. †’. Tijdschrift: De Opmerker. Jg, nr, pg.: 37, 25, 200. Genre: Proza. Brontaal: Nederlands. Bron: libserv.tudelft.nl. Auteursrecht: Publiek domein. JOHANNES PETRUS SPRINGER. †. Het plotseling overlijden van Piet Springer, de jongste telg van het bekende Amsterdamsche geslacht van bouwmeesters zal in vele kringen met diep leedwezen vernomen zijn. De hoogbejaarde ouders verliezen in hem hun jongsten zoon, de beklagenswaardige weduwe een braaf en oppassend echtgenoot. Mijne eerste herinneringen aan den overledene dagteekenen van 1875. Ik was destijds, met den helaas ook reeds gestorven Herman Goseling bij den Assistent-Stads-Architect Willem Springer in de leer. Piet was toen twaalf jaar omtrent oud, en vermaakte ons met zijn guitenstreken. In het jaar 1882 trad ik in dienst bij de Gemeente Amsterdam. Ik vond Piet Springer toen op het teekenbureau en bemerkte, dat hij, ofschoon niet zoo geniaal aangelegd als zijn broeder Jan, toch tot de beste krachten behoorde. Stil en bedaard ging hij zijn weg, door zijn collega’s geacht. Ter gelegenheid der Koloniale Tentoonstelling van 1883 richtte de Gemeente Amsterdam een eigen paviljoen op, waarin zij, onder meer, teekeningen harer uitgevoerde openbare werken ter bezichtiging gaf. Verscheidenen dier teekeningen waren door Piet Springer vervaardigd. Daar de gewone dienst moest doorgaan, gebruikte hij zijn vrijen tijd voor dit werk. Menige nacht moest er aan worden besteed; in een daarvan geschiedde het, dat een aardbeving plaats vond, welke Piet, die op zijn teekentafel was gaan zitten, om het groote vel gemakkelijker te kunnen bewerken, omlaag deed tuimelen. Architectura vierde in 1884 het feest, dat door hoeveel andere ook gevolgd, toch onovertroffen is gebleven. Aan de voorbereiding van het decoratieve gedeelte nam Piet Springer een ijverig aandeel. Nog zie ik hem zitten op de reusachtige paarden van Staff, die met vereende krachten in het holst van den nacht overeind werden gezet. Het plaatwerk „de Bouwmeester” bevat verscheidene bekroonde ontwerpen van den overledene, omstreeks dezen tijd vervaardigd. Nadat ik in 1891 tot architect der gemeente Amsterdam was benoemd heeft Piet Springer mij geholpen bij het teekenen van de werken, die toen werden ondernomen. Met den sedert reeds overleden Kluwer was Piet Springer geplaatst op het teekenbureau voor het Gemeente-Museum. Bij het détailleeren heeft hij daar voortreffelijke diensten bewezen. Al heeft sedert de richting, waarin de dienst der Publieke Werken van Amsterdam zich bewoog, Piet Springer niet veel gelegenheid gegeven, zijn artistieke talenten te doen blijken, hij bleef toch nuttig werkzaam en behoorde tot de beste krachten, aan het bureau verbonden. Het is diep treurig, dat iemand, van wien nog zooveel verwacht mocht worden, reeds op negen-en-dertig jarigen leeftijd uit den kring der zijnen werd weggerukt. Vooral deerniswaardig is de grijze Willem Springer, die door het verlies van zijn jongsten zoon zoo zwaar wordt getroffen. A. W. WEISSMAN.
Geertruida SpringerGeertruidaSpringer, geb. te Brielle [zh] op 24 mei 1857, RK, ovl. te Rosmalen [nb] op 7 apr 1916.
Vader: WillemSpringer, zn. van WillemSpringer (timmerman, houtkoper (1817), aannemer van publieke bouwkundige werken) en Maria ElisabethDoetzen, geb. te Amsterdam [nh] op 8 mei 1815, EL, opzichter waterstaat; Gem. Adviseur in Bouwzaken Oud-Asst. Gemeente-Architect, ovl. te Amsterdam [nh] op 7 mrt 1907, begr. te Amsterdam [nh] op begraafplaats 'Huis te Vraag', grafnr. 2-G-36 op 9 mrt 1907, tr. te Amsterdam [nh] op 4 jan 1849 (Reg.1 fol. 8v).
Moeder: Maria AnnaBijlager, dr. van Joannes LudovicusBijlager (schuitenvoerder) en Herminavan der Heide, geb. te Amsterdam [nh] op 23 feb 1824, RK, ovl. te Amsterdam [nh] in het Maria Paviljoen op 17 feb 1913, begr. te Amsterdam [nh] op begraafplaats 'Huis te Vraag' grafnr. 2-G-36 op 19 feb 1913.
Anna Susanna SpringerAnna Susanna (Suze)Springer, geb. te Amsterdam [nh] op 30 sep 1858, RK, begr. te Amsterdam [nh] op begraafplaats 'Huis te Vraag' grafnr. 2-G-36 op 18 dec 1937.
Vader: WillemSpringer, zn. van WillemSpringer (timmerman, houtkoper (1817), aannemer van publieke bouwkundige werken) en Maria ElisabethDoetzen, geb. te Amsterdam [nh] op 8 mei 1815, EL, opzichter waterstaat; Gem. Adviseur in Bouwzaken Oud-Asst. Gemeente-Architect, ovl. te Amsterdam [nh] op 7 mrt 1907, begr. te Amsterdam [nh] op begraafplaats 'Huis te Vraag', grafnr. 2-G-36 op 9 mrt 1907, tr. te Amsterdam [nh] op 4 jan 1849 (Reg.1 fol. 8v).
Moeder: Maria AnnaBijlager, dr. van Joannes LudovicusBijlager (schuitenvoerder) en Herminavan der Heide, geb. te Amsterdam [nh] op 23 feb 1824, RK, ovl. te Amsterdam [nh] in het Maria Paviljoen op 17 feb 1913, begr. te Amsterdam [nh] op begraafplaats 'Huis te Vraag' grafnr. 2-G-36 op 19 feb 1913.
Opmerkingen Leopoldus JosephusHerman. Sint-Joost-ten-Node (Frans: Saint-Josse-ten-Noode) of kortweg Sint-Joost is een plaats en gemeente in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, ingesloten tussen Brussel-stad en Schaarbeek.
Joannes Ludovicus SpringerJoannes Ludovicus (Jan)Springer, geb. te Groningen [gr] op 27 jan 1850, RK, architect, ovl. te Den Haag [zh] op 28 mei 1915, begr. te Den Haag [zh] Begraafplaats 'Oud Eik en Duinen' op 1 jun 1915.
Opmerkingen Joannes Ludovicus (Jan)Springer. afb1.jpg/GDPim$]. Bron: WikipediA. Johannes Ludovicus (Jan) Springer (Groningen, 27 januari 1850 – Den Haag, 28 mei 1915) was een Nederlands architect. Hij speelde een belangrijke rol in de totstandkoming van het architectuurgenootschap Architectura et Amicitia en was van 1906 tot zijn dood directeur van de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag. Levensloop. Springer was zoon van assistent-stadsarchitect van Amsterdam, Willem Springer. Hij maakte al op jonge leeftijd naam als architect. In 1869 werd hij lid van de Amsterdamse architectuurvereniging Architectura et Amicitia, niet lang daarna, in 1871, werd hij secretaris en in 1876 voorzitter. Tijdens zijn zestien jaar lange voorzitterschap vormde hij A et A om van een vriendschappelijk onderonsje van met name Amsterdamse architecten tot een landelijke organisatie met een merkbare invloed op de ontwikkeling van de architectuur. De belangrijkste gebeurtenis in dit proces was de reorganisatitie in 1882 waarin A et A werd omgevormd tot een genootschap. Het jaar daarop werd een al bestaand bouwkunde-tijdschrift, De Opmerker, het orgaan van A et A. Om het grote publiek kennis te laten nemen van de activiteiten van A et A organiseerde Springer talloze tentoonstellingen en voordrachten. Springer was hierdoor een vooraanstaande figuur in de Nederlandse bouwwereld. Jan Springer. Alternatief Beursontwerp. 1888. In 1888 kreeg hij opdracht van de Amsterdamse Kamer van Koophandel, bij hoofde van A.W. Krasnapolsky, een koopmansbeurs te ontwerpen (zie Beurs van Berlage). De ondernemers hadden namelijk grote bezwaren tegen het ontwerp van gemeentearchitect A.W. Weissman dat het jaar daarvoor door het college van B & W aan de raad was voorgedragen en wilden een einde maken aan de sinds 1882 slepende beurskwestie, temeer vanwege de gehate beursbelasting, die de handelaren vanaf dat jaar moesten betalen. De door Krasnapolsky voorgestelde beurs moest gefinancierd worden 'uit particuliere middelen en uit de opbrengst der entree's [..] en die der huren van winkels, kantoren, monsterzalen enz.'. Krasnapolsky's zeer serieuze request werd op 16 februari 1888 samen met het ontwerp van Springer naar de raad gestuurd.[1] De bezwaren van de KvK tegen het gemeenteplan werden echter op 22 februari door het college weerlegd,[2] maar de raad dwong het college niet lang daarna nog eens goed naar dit plan te kijken.[3]. Omstreeks 1890 veranderde zijn positie binnen A et A echter. Er stond een nieuwe generatie architecten op, die onder invloed van P.J.H. Cuypers probeerde nieuwe kunstbegrippen te propageren. Springer voelde dit aan en trad in 1892 af als voorzitter. Ook het vak van architect schonk hem steeds minder voldoening. Hoe begaafd hij ook was als ontwerper, hij had een totaal gebrek aan talent voor zaken doen en was daarom niet in staat zichzelf als zelfstandig architect te vestigen, laat staan leiding te geven aan een architectenbureau. Hij verhuisde naar Den Haag, waar hij van 1906 tot aan zijn dood directeur was van de tekenacademie. Desondanks heeft hij in Amsterdam een aantal indrukwekkende gebouwen achtergelaten. Ook ontwierp hij verschillende feestdecoraties, zoals die van het genootschapsfeest in 1884 in Maison Stroucken, de monumentale Damversiering ter gelegenheid van de 70e verjaardag van koning Willem III en de Fancy fair in 1887 in het Paleis voor Volksvlijt. Op 1 juni 1915 werd hij in het bijzijn van o.a. A et A-voorzitter Paul de Jongh en zijn oud-vrienden Henri Evers, J.A. van Voorthuysen, K. Sluyterman, Jonas Ingenohl en E. Stark begraven op kerkhof Oud Eik en Duinen in Den Haag. Enkele werken:. Kweekschool voor de Zeevaart, Prins Hendrikkade, Amsterdam. Huis Nierop, Amsterdam. Stadsschouwburg, Amsterdam. Noten:. 1. H.G. Jansen en A. Reyding (18 februari 1888) 'Bij de platen', De Opmerker, 23e jaargang, nummer 7, pp. 49-50. Zie TU Delft scan 1 en scan 2. 2. Anoniem (25 februari 1888) 'Uit den Amsterdamschen gemeenteraad', De Opmerker, 23e jaargang, nummer 8, pp. 59-61. Zie TU Delft scan 1 en scan 2. 3. H. G. J. (3 maart 1888) 'De beurs', De Opmerker, 23e jaargang, nummer 9, p. 70. Zie scan TU Delft.
Vader: WillemSpringer, zn. van WillemSpringer (timmerman, houtkoper (1817), aannemer van publieke bouwkundige werken) en Maria ElisabethDoetzen, geb. te Amsterdam [nh] op 8 mei 1815, EL, opzichter waterstaat; Gem. Adviseur in Bouwzaken Oud-Asst. Gemeente-Architect, ovl. te Amsterdam [nh] op 7 mrt 1907, begr. te Amsterdam [nh] op begraafplaats 'Huis te Vraag', grafnr. 2-G-36 op 9 mrt 1907, tr. te Amsterdam [nh] op 4 jan 1849 (Reg.1 fol. 8v).
Moeder: Maria AnnaBijlager, dr. van Joannes LudovicusBijlager (schuitenvoerder) en Herminavan der Heide, geb. te Amsterdam [nh] op 23 feb 1824, RK, ovl. te Amsterdam [nh] in het Maria Paviljoen op 17 feb 1913, begr. te Amsterdam [nh] op begraafplaats 'Huis te Vraag' grafnr. 2-G-36 op 19 feb 1913.
tr. te Haarlem [nh] op 21 nov 1895 (akte nr. 397) met
Maria Elisabeth SpringerMaria ElisabethSpringer, geb. te Groningen [gr] op 30 jan 1852, RK, ovl. te Amsterdam [nh] op 18 sep 1888.
Vader: WillemSpringer, zn. van WillemSpringer (timmerman, houtkoper (1817), aannemer van publieke bouwkundige werken) en Maria ElisabethDoetzen, geb. te Amsterdam [nh] op 8 mei 1815, EL, opzichter waterstaat; Gem. Adviseur in Bouwzaken Oud-Asst. Gemeente-Architect, ovl. te Amsterdam [nh] op 7 mrt 1907, begr. te Amsterdam [nh] op begraafplaats 'Huis te Vraag', grafnr. 2-G-36 op 9 mrt 1907, tr. te Amsterdam [nh] op 4 jan 1849 (Reg.1 fol. 8v).
Moeder: Maria AnnaBijlager, dr. van Joannes LudovicusBijlager (schuitenvoerder) en Herminavan der Heide, geb. te Amsterdam [nh] op 23 feb 1824, RK, ovl. te Amsterdam [nh] in het Maria Paviljoen op 17 feb 1913, begr. te Amsterdam [nh] op begraafplaats 'Huis te Vraag' grafnr. 2-G-36 op 19 feb 1913.
Dossier:
Jacobus Bernardus SpringerJacobus BernardusSpringer, geb. te Brielle [zh] op 1 aug 1854, RK, hoofopzichter, architect 1eklasse bij de gemeentewerken te Amsterdam, ovl. te Laren (Nh) [nh] op 3 feb 1922, begr. te Laren (Nh) [nh] Algemene Begraafplaats op 6 feb 1922.
Vader: WillemSpringer, zn. van WillemSpringer (timmerman, houtkoper (1817), aannemer van publieke bouwkundige werken) en Maria ElisabethDoetzen, geb. te Amsterdam [nh] op 8 mei 1815, EL, opzichter waterstaat; Gem. Adviseur in Bouwzaken Oud-Asst. Gemeente-Architect, ovl. te Amsterdam [nh] op 7 mrt 1907, begr. te Amsterdam [nh] op begraafplaats 'Huis te Vraag', grafnr. 2-G-36 op 9 mrt 1907, tr. te Amsterdam [nh] op 4 jan 1849 (Reg.1 fol. 8v).
Moeder: Maria AnnaBijlager, dr. van Joannes LudovicusBijlager (schuitenvoerder) en Herminavan der Heide, geb. te Amsterdam [nh] op 23 feb 1824, RK, ovl. te Amsterdam [nh] in het Maria Paviljoen op 17 feb 1913, begr. te Amsterdam [nh] op begraafplaats 'Huis te Vraag' grafnr. 2-G-36 op 19 feb 1913.
Dossier:
Johanna Jacoba StoelJohanna JacobaStoel, geb. te Haarlem [nh] op 20 okt 1860, ovl. te Bloemendaal [nh] op 1 feb 1924, begr. te Den Haag [zh] begraafplaats 'Eik en Duinen' op 5 feb 1924.
tr. te Haarlem [nh] op 21 nov 1895 (akte nr. 397) met
Joannes Ludovicus (Jan)Springer, zn. van WillemSpringer (opzichter waterstaat; Gem. Adviseur in Bouwzaken) en Maria AnnaBijlager, geb. te Groningen [gr] op 27 jan 1850, RK, architect, ovl. te Den Haag [zh] op 28 mei 1915, begr. te Den Haag [zh] Begraafplaats 'Oud Eik en Duinen' op 1 jun 1915.
Opmerkingen Joannes Ludovicus (Jan)Springer. afb1.jpg/GDPim$]. Bron: WikipediA. Johannes Ludovicus (Jan) Springer (Groningen, 27 januari 1850 – Den Haag, 28 mei 1915) was een Nederlands architect. Hij speelde een belangrijke rol in de totstandkoming van het architectuurgenootschap Architectura et Amicitia en was van 1906 tot zijn dood directeur van de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag. Levensloop. Springer was zoon van assistent-stadsarchitect van Amsterdam, Willem Springer. Hij maakte al op jonge leeftijd naam als architect. In 1869 werd hij lid van de Amsterdamse architectuurvereniging Architectura et Amicitia, niet lang daarna, in 1871, werd hij secretaris en in 1876 voorzitter. Tijdens zijn zestien jaar lange voorzitterschap vormde hij A et A om van een vriendschappelijk onderonsje van met name Amsterdamse architecten tot een landelijke organisatie met een merkbare invloed op de ontwikkeling van de architectuur. De belangrijkste gebeurtenis in dit proces was de reorganisatitie in 1882 waarin A et A werd omgevormd tot een genootschap. Het jaar daarop werd een al bestaand bouwkunde-tijdschrift, De Opmerker, het orgaan van A et A. Om het grote publiek kennis te laten nemen van de activiteiten van A et A organiseerde Springer talloze tentoonstellingen en voordrachten. Springer was hierdoor een vooraanstaande figuur in de Nederlandse bouwwereld. Jan Springer. Alternatief Beursontwerp. 1888. In 1888 kreeg hij opdracht van de Amsterdamse Kamer van Koophandel, bij hoofde van A.W. Krasnapolsky, een koopmansbeurs te ontwerpen (zie Beurs van Berlage). De ondernemers hadden namelijk grote bezwaren tegen het ontwerp van gemeentearchitect A.W. Weissman dat het jaar daarvoor door het college van B & W aan de raad was voorgedragen en wilden een einde maken aan de sinds 1882 slepende beurskwestie, temeer vanwege de gehate beursbelasting, die de handelaren vanaf dat jaar moesten betalen. De door Krasnapolsky voorgestelde beurs moest gefinancierd worden 'uit particuliere middelen en uit de opbrengst der entree's [..] en die der huren van winkels, kantoren, monsterzalen enz.'. Krasnapolsky's zeer serieuze request werd op 16 februari 1888 samen met het ontwerp van Springer naar de raad gestuurd.[1] De bezwaren van de KvK tegen het gemeenteplan werden echter op 22 februari door het college weerlegd,[2] maar de raad dwong het college niet lang daarna nog eens goed naar dit plan te kijken.[3]. Omstreeks 1890 veranderde zijn positie binnen A et A echter. Er stond een nieuwe generatie architecten op, die onder invloed van P.J.H. Cuypers probeerde nieuwe kunstbegrippen te propageren. Springer voelde dit aan en trad in 1892 af als voorzitter. Ook het vak van architect schonk hem steeds minder voldoening. Hoe begaafd hij ook was als ontwerper, hij had een totaal gebrek aan talent voor zaken doen en was daarom niet in staat zichzelf als zelfstandig architect te vestigen, laat staan leiding te geven aan een architectenbureau. Hij verhuisde naar Den Haag, waar hij van 1906 tot aan zijn dood directeur was van de tekenacademie. Desondanks heeft hij in Amsterdam een aantal indrukwekkende gebouwen achtergelaten. Ook ontwierp hij verschillende feestdecoraties, zoals die van het genootschapsfeest in 1884 in Maison Stroucken, de monumentale Damversiering ter gelegenheid van de 70e verjaardag van koning Willem III en de Fancy fair in 1887 in het Paleis voor Volksvlijt. Op 1 juni 1915 werd hij in het bijzijn van o.a. A et A-voorzitter Paul de Jongh en zijn oud-vrienden Henri Evers, J.A. van Voorthuysen, K. Sluyterman, Jonas Ingenohl en E. Stark begraven op kerkhof Oud Eik en Duinen in Den Haag. Enkele werken:. Kweekschool voor de Zeevaart, Prins Hendrikkade, Amsterdam. Huis Nierop, Amsterdam. Stadsschouwburg, Amsterdam. Noten:. 1. H.G. Jansen en A. Reyding (18 februari 1888) 'Bij de platen', De Opmerker, 23e jaargang, nummer 7, pp. 49-50. Zie TU Delft scan 1 en scan 2. 2. Anoniem (25 februari 1888) 'Uit den Amsterdamschen gemeenteraad', De Opmerker, 23e jaargang, nummer 8, pp. 59-61. Zie TU Delft scan 1 en scan 2. 3. H. G. J. (3 maart 1888) 'De beurs', De Opmerker, 23e jaargang, nummer 9, p. 70. Zie scan TU Delft.
Leopoldus Josephus HermanLeopoldus JosephusHerman, geb. te Saint-Josse-ten-Noode [vb, België] in 1863, bouwkundige, begr. te Amsterdam [nh] op begraafplaats 'Huis te Vraag' grafnr. 2-G-36 op 1 feb 1937.
Opmerkingen Leopoldus JosephusHerman. Sint-Joost-ten-Node (Frans: Saint-Josse-ten-Noode) of kortweg Sint-Joost is een plaats en gemeente in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, ingesloten tussen Brussel-stad en Schaarbeek.
Anna Susanna (Suze)Springer, dr. van WillemSpringer (opzichter waterstaat; Gem. Adviseur in Bouwzaken) en Maria AnnaBijlager, geb. te Amsterdam [nh] op 30 sep 1858, RK, begr. te Amsterdam [nh] op begraafplaats 'Huis te Vraag' grafnr. 2-G-36 op 18 dec 1937.
Vader: HendrikSpringer, zn. van Jan CornelisSpringer (timmerman, hoofdopzichter Staats Spoorweg, architect) en Mariaten Cate, geb. te Vuren [ge] op 21 mei 1856, DG, boekverkoper, otr. te Hilversum [nh] op 21 mei 1886, tr. te Hilversum [nh] op 5 jun 1886 (akte nr. 23).
Willem SpringerWillemSpringer, geb. te Amsterdam [nh] op 8 mei 1815, EL, opzichter waterstaat; Gem. Adviseur in Bouwzaken Oud-Asst. Gemeente-Architect, ovl. te Amsterdam [nh] op 7 mrt 1907, begr. te Amsterdam [nh] op begraafplaats 'Huis te Vraag', grafnr. 2-G-36 op 9 mrt 1907.
Opmerkingen WillemSpringer. afb1.jpg/GDPim$]afb2.jpg/GDPim$]. Bron: Kamper Almanak 1968. De familie Springer en haar relatie tot Kampen. Dr. J.H. A. Ringeling. Par. 2. (vervolg). Willem Springer (1815-1907), architect. 20). Het lijdt geen twijfel, of ook Willem Springer heeft van thuis een gedegen timmermansopleiding meegekregen. In deze hoedanigheid vermeldt het Algemeen Adresboek 1845-1846 hem dan ook op pagina 244 in het ouderlijk huis op de Leidsegracht. Hij is dan reeds als opzichter werkzaam geweest bij de bouw der pakhuizen voor de Rijnvaart (1838) en bij de bouw van de Beurs van Zocher (1841). Nadien keert hij zijn geboortestad de rug toe en dient de Waterstaat gedurende een reeks van jaren. op verschillende plaatsen in den lande. Toch is het uiteindelijk Amsterdam, waar Willem Springer wezenlijk carriere maakt. Op 1 april 1858 vindt namelijk aldaar zijn benoeming plaats tot assistent-architect bij de Gemeentewerken en wordt hij uit dien hoofde. de rechterhand van de Stadsarchitect Bastiaan de Greef 21). De cooperatie de Greef-Springer, die in de periode 1822-1826 zo'n belangrijke rol speelde bij de herbouw van de Ronde Lutherse Kerk, herhaalt zich thans in de volgende generatie over een tijdvak van liefst ruim 32 jaar. Dat zich overigens in hun beider samenwerking de nodige spanningen hebben voorgedaan, leert ons het artikel "Herinneringen van A. W. Weissman", opgenomen in het 42ste Jaarboek van bet Genootschap Amstelodamum (1948), pagina's 87 tot 146. Het feit, dat Bastiaan de Greef in leeftijd enkele jaren jonger was, heeft tot gevolg gehad, dat Willem Springer de rang van Stadsarchitect zelf nimmer heeft kunnen bereiken. Hoezeer echter zijn verdiensten algemeen erkend werden moge blijken uit de voetnoot, welke wij aantreffen op pagina 28 van de Naamwijzer en Adresboek der Leden van het Stedelijk Bestuur 1890-1891: "Op verzoek door B. en W. op de meest eervolle wijze ontslagen met ingang van den dag, waarop de nieuwe te benoemen Stadsarchitect zijn werkzaamheden zal aanvaarden, met welken datum de Heer W. Springer door den Gemeenteraad is benoemd tot Gemeente-adviseur in Bouwzaken". Een eervoller testimonium voor de inmiddels 75-jarige Springer is bezwaarlijk denkbaar! Van Willem Springer's werkstukken bestaat een uitgebreide documentatie. Zo verwierf het Amsterdamse Gemeente-Archief voor enkele jaren vier gebonden delen bouwtekeningen 22), terwijl onder de aanwinsten van het Rijksprentenkabinet in 1966 sub 63, 64 en 65 eveneens tekeningen van Willem Springer vermeld worden. Uiteraard bestaat Springer's werk voor een groot deel uit scholen, bruggen en andere gemeentewerken, waaronder ik met name de Kweekschool voor de Zeevaart (1878) zou willen noemen. Hoe eervol zijn loopbaan ook overigens geweest moge zijn, zou Springer's creativiteit wellicht nog tot vollere ontplooiing zijn gekomen, indien het ambtelijk keurslijf hem in zijn bewegingsvrijheid minder had beperkt. Op publicistisch gebied zijn van zijn hand artikelen verschenen in de jaargangen 1862, 1872 en 1876 van de Bouwkundige bijdragen van de Maatschappij tot bevordering der bouwkunst. Op 4 januari 1849 trad Willem Springer te Amsterdam in het huwelijk met een Rooms-Katholiek meisje Maria Anna Bijlager (1824-1913), dochter van Joannes Ludovicus, schuitenvoerder en van Hermina van der Heide. Ook in deze tak vervaagt dus de Lutheraanse traditie. Ambtshalve woonde het gezin na de terugkeer in Amsterdam in de Stadstimmertuin 23). Van hun acht kinderen heeft vooral de oudste zoon Johannes Ludovicus (Jan) Springer (1850-1915) als architect grote bekendheid verworven 24). Hij was onder meer de bouwmeester van de Amsterdamse Stadsschouwburg 1892-1894 en bekleedde van 1906 tot aan zijn dood het directoraat van de Haagse Academie. Bronnen en aantekeningen:. 20) Zie voor hem: Nieuw Nederlandsch BiografischWoordenboek deel 7, pagina 1169 en Thieme-Beeker,deel 31 (1937), pagina 411. 21) Bastiaan de Greef (1818-1899),architect. Zoon van Jan de Greef. Stadsarchitect van Amsterdam van 28 maart 1856 tot 19 juni 1890. 22) Zie jaarverslag 1966 van de Gemeentelijke Archiefdienst pagina 27 sub B 2. ***. fadv1.jpg/GDPim$]fadv2.jpg%50/GDPim$]. Huis te Vraag is een "gesloten" begraafplaats, aan de Rijnsburgstraat 51 (voorheen Sloterweg), te Amsterdam. ***. begrplts_huistevraag.JPG/GDPim$].
Vader: WillemSpringer, zn. van JanSpringer (mr. timmerman) en EngeltjePieters, ged. EL te Amsterdam [nh] op 31 mei 1778 door Ds. Jan Hendrik Vorstius (GA A'dam: 261 p. 168 (folio 110v) nr. 8) (getuigen: Willem Springer en Jannetje Bierdrager), timmerman, houtkoper (1817), aannemer van publieke bouwkundige werken, ovl. te Amsterdam [nh] 2e Weteringdwarsstraat K 2 Brt RB Nr. 294 op 21 okt 1857, otr. te Amsterdam [nh] op 6 mei 1803.
tr. te Amsterdam [nh] op 4 jan 1849 (Reg.1 fol. 8v) met
Maria AnnaBijlager, dr. van Joannes LudovicusBijlager (schuitenvoerder) en Herminavan der Heide, geb. te Amsterdam [nh] op 23 feb 1824, RK, ovl. te Amsterdam [nh] in het Maria Paviljoen op 17 feb 1913, begr. te Amsterdam [nh] op begraafplaats 'Huis te Vraag' grafnr. 2-G-36 op 19 feb 1913.
Maria Anna BijlagerMaria AnnaBijlager, geb. te Amsterdam [nh] op 23 feb 1824, RK, ovl. te Amsterdam [nh] in het Maria Paviljoen op 17 feb 1913, begr. te Amsterdam [nh] op begraafplaats 'Huis te Vraag' grafnr. 2-G-36 op 19 feb 1913.
tr. te Amsterdam [nh] op 4 jan 1849 (Reg.1 fol. 8v) met
WillemSpringer, zn. van WillemSpringer (timmerman, houtkoper (1817), aannemer van publieke bouwkundige werken) en Maria ElisabethDoetzen, geb. te Amsterdam [nh] op 8 mei 1815, EL, opzichter waterstaat; Gem. Adviseur in Bouwzaken Oud-Asst. Gemeente-Architect, ovl. te Amsterdam [nh] op 7 mrt 1907, begr. te Amsterdam [nh] op begraafplaats 'Huis te Vraag', grafnr. 2-G-36 op 9 mrt 1907.
Opmerkingen WillemSpringer. afb1.jpg/GDPim$]afb2.jpg/GDPim$]. Bron: Kamper Almanak 1968. De familie Springer en haar relatie tot Kampen. Dr. J.H. A. Ringeling. Par. 2. (vervolg). Willem Springer (1815-1907), architect. 20). Het lijdt geen twijfel, of ook Willem Springer heeft van thuis een gedegen timmermansopleiding meegekregen. In deze hoedanigheid vermeldt het Algemeen Adresboek 1845-1846 hem dan ook op pagina 244 in het ouderlijk huis op de Leidsegracht. Hij is dan reeds als opzichter werkzaam geweest bij de bouw der pakhuizen voor de Rijnvaart (1838) en bij de bouw van de Beurs van Zocher (1841). Nadien keert hij zijn geboortestad de rug toe en dient de Waterstaat gedurende een reeks van jaren. op verschillende plaatsen in den lande. Toch is het uiteindelijk Amsterdam, waar Willem Springer wezenlijk carriere maakt. Op 1 april 1858 vindt namelijk aldaar zijn benoeming plaats tot assistent-architect bij de Gemeentewerken en wordt hij uit dien hoofde. de rechterhand van de Stadsarchitect Bastiaan de Greef 21). De cooperatie de Greef-Springer, die in de periode 1822-1826 zo'n belangrijke rol speelde bij de herbouw van de Ronde Lutherse Kerk, herhaalt zich thans in de volgende generatie over een tijdvak van liefst ruim 32 jaar. Dat zich overigens in hun beider samenwerking de nodige spanningen hebben voorgedaan, leert ons het artikel "Herinneringen van A. W. Weissman", opgenomen in het 42ste Jaarboek van bet Genootschap Amstelodamum (1948), pagina's 87 tot 146. Het feit, dat Bastiaan de Greef in leeftijd enkele jaren jonger was, heeft tot gevolg gehad, dat Willem Springer de rang van Stadsarchitect zelf nimmer heeft kunnen bereiken. Hoezeer echter zijn verdiensten algemeen erkend werden moge blijken uit de voetnoot, welke wij aantreffen op pagina 28 van de Naamwijzer en Adresboek der Leden van het Stedelijk Bestuur 1890-1891: "Op verzoek door B. en W. op de meest eervolle wijze ontslagen met ingang van den dag, waarop de nieuwe te benoemen Stadsarchitect zijn werkzaamheden zal aanvaarden, met welken datum de Heer W. Springer door den Gemeenteraad is benoemd tot Gemeente-adviseur in Bouwzaken". Een eervoller testimonium voor de inmiddels 75-jarige Springer is bezwaarlijk denkbaar! Van Willem Springer's werkstukken bestaat een uitgebreide documentatie. Zo verwierf het Amsterdamse Gemeente-Archief voor enkele jaren vier gebonden delen bouwtekeningen 22), terwijl onder de aanwinsten van het Rijksprentenkabinet in 1966 sub 63, 64 en 65 eveneens tekeningen van Willem Springer vermeld worden. Uiteraard bestaat Springer's werk voor een groot deel uit scholen, bruggen en andere gemeentewerken, waaronder ik met name de Kweekschool voor de Zeevaart (1878) zou willen noemen. Hoe eervol zijn loopbaan ook overigens geweest moge zijn, zou Springer's creativiteit wellicht nog tot vollere ontplooiing zijn gekomen, indien het ambtelijk keurslijf hem in zijn bewegingsvrijheid minder had beperkt. Op publicistisch gebied zijn van zijn hand artikelen verschenen in de jaargangen 1862, 1872 en 1876 van de Bouwkundige bijdragen van de Maatschappij tot bevordering der bouwkunst. Op 4 januari 1849 trad Willem Springer te Amsterdam in het huwelijk met een Rooms-Katholiek meisje Maria Anna Bijlager (1824-1913), dochter van Joannes Ludovicus, schuitenvoerder en van Hermina van der Heide. Ook in deze tak vervaagt dus de Lutheraanse traditie. Ambtshalve woonde het gezin na de terugkeer in Amsterdam in de Stadstimmertuin 23). Van hun acht kinderen heeft vooral de oudste zoon Johannes Ludovicus (Jan) Springer (1850-1915) als architect grote bekendheid verworven 24). Hij was onder meer de bouwmeester van de Amsterdamse Stadsschouwburg 1892-1894 en bekleedde van 1906 tot aan zijn dood het directoraat van de Haagse Academie. Bronnen en aantekeningen:. 20) Zie voor hem: Nieuw Nederlandsch BiografischWoordenboek deel 7, pagina 1169 en Thieme-Beeker,deel 31 (1937), pagina 411. 21) Bastiaan de Greef (1818-1899),architect. Zoon van Jan de Greef. Stadsarchitect van Amsterdam van 28 maart 1856 tot 19 juni 1890. 22) Zie jaarverslag 1966 van de Gemeentelijke Archiefdienst pagina 27 sub B 2. ***. fadv1.jpg/GDPim$]fadv2.jpg%50/GDPim$]. Huis te Vraag is een "gesloten" begraafplaats, aan de Rijnsburgstraat 51 (voorheen Sloterweg), te Amsterdam. ***. begrplts_huistevraag.JPG/GDPim$].
Johannes Petrus SpringerJohannes Petrus (Piet)Springer, geb. te Amsterdam [nh] op 10 jun 1863, RK, architect, ovl. te Amsterdam [nh] op 13 jun 1902, begr. te Amsterdam [nh] Begraafplaats 'Huis Te Vraag', Rijnsburgstraat 51, grafnr. 2-C-18 op 16 jun 1902.
Opmerkingen Johannes Petrus (Piet)Springer. Bron: WikipediA. Piet Springer. Johannes Petrus Springer , 1862/1863 – aldaar, juni 1902) was een Nederlands architect en medewerker van de Dienst Publieke Werken in Amsterdam. Hij was de jongste zoon van assistent-stadsarchitect van Amsterdam, Willem Springer, en zijn vrouw Maria Anna Bijlager. Net als zijn vader werkte hij als tekenaar op het bureau van Publieke Werken van de gemeente Amsterdam. In 1883 nam hij deel aan de Wereldtentoonstelling van 1883 in Amsterdam en in 1884 droeg hij bij aan de voorbereidingen van het jubileumfeest van architectuurgenootschap Architectura et Amicitia. Ook won Springer omstreeks deze tijd een aantal architectuurprijsvragen. Springer bleef tot zijn dood werkzaam bij Publieke Werken. Op 1 augustus 1895 trouwde hij in Nieuwer-Amstel met Cornelia Aleida van der Heide. Hij overleed op 39-jarige leeftijd door een val van de trap. Nederlands architect. ***. Bron: Wikisource. Auteur: A.W. Weissman. Datum: Zaterdag 21 juni 1902. Titel: ‘Johannes Petrus Springer. †’. Tijdschrift: De Opmerker. Jg, nr, pg.: 37, 25, 200. Genre: Proza. Brontaal: Nederlands. Bron: libserv.tudelft.nl. Auteursrecht: Publiek domein. JOHANNES PETRUS SPRINGER. †. Het plotseling overlijden van Piet Springer, de jongste telg van het bekende Amsterdamsche geslacht van bouwmeesters zal in vele kringen met diep leedwezen vernomen zijn. De hoogbejaarde ouders verliezen in hem hun jongsten zoon, de beklagenswaardige weduwe een braaf en oppassend echtgenoot. Mijne eerste herinneringen aan den overledene dagteekenen van 1875. Ik was destijds, met den helaas ook reeds gestorven Herman Goseling bij den Assistent-Stads-Architect Willem Springer in de leer. Piet was toen twaalf jaar omtrent oud, en vermaakte ons met zijn guitenstreken. In het jaar 1882 trad ik in dienst bij de Gemeente Amsterdam. Ik vond Piet Springer toen op het teekenbureau en bemerkte, dat hij, ofschoon niet zoo geniaal aangelegd als zijn broeder Jan, toch tot de beste krachten behoorde. Stil en bedaard ging hij zijn weg, door zijn collega’s geacht. Ter gelegenheid der Koloniale Tentoonstelling van 1883 richtte de Gemeente Amsterdam een eigen paviljoen op, waarin zij, onder meer, teekeningen harer uitgevoerde openbare werken ter bezichtiging gaf. Verscheidenen dier teekeningen waren door Piet Springer vervaardigd. Daar de gewone dienst moest doorgaan, gebruikte hij zijn vrijen tijd voor dit werk. Menige nacht moest er aan worden besteed; in een daarvan geschiedde het, dat een aardbeving plaats vond, welke Piet, die op zijn teekentafel was gaan zitten, om het groote vel gemakkelijker te kunnen bewerken, omlaag deed tuimelen. Architectura vierde in 1884 het feest, dat door hoeveel andere ook gevolgd, toch onovertroffen is gebleven. Aan de voorbereiding van het decoratieve gedeelte nam Piet Springer een ijverig aandeel. Nog zie ik hem zitten op de reusachtige paarden van Staff, die met vereende krachten in het holst van den nacht overeind werden gezet. Het plaatwerk „de Bouwmeester” bevat verscheidene bekroonde ontwerpen van den overledene, omstreeks dezen tijd vervaardigd. Nadat ik in 1891 tot architect der gemeente Amsterdam was benoemd heeft Piet Springer mij geholpen bij het teekenen van de werken, die toen werden ondernomen. Met den sedert reeds overleden Kluwer was Piet Springer geplaatst op het teekenbureau voor het Gemeente-Museum. Bij het détailleeren heeft hij daar voortreffelijke diensten bewezen. Al heeft sedert de richting, waarin de dienst der Publieke Werken van Amsterdam zich bewoog, Piet Springer niet veel gelegenheid gegeven, zijn artistieke talenten te doen blijken, hij bleef toch nuttig werkzaam en behoorde tot de beste krachten, aan het bureau verbonden. Het is diep treurig, dat iemand, van wien nog zooveel verwacht mocht worden, reeds op negen-en-dertig jarigen leeftijd uit den kring der zijnen werd weggerukt. Vooral deerniswaardig is de grijze Willem Springer, die door het verlies van zijn jongsten zoon zoo zwaar wordt getroffen. A. W. WEISSMAN.
Vader: WillemSpringer, zn. van WillemSpringer (timmerman, houtkoper (1817), aannemer van publieke bouwkundige werken) en Maria ElisabethDoetzen, geb. te Amsterdam [nh] op 8 mei 1815, EL, opzichter waterstaat; Gem. Adviseur in Bouwzaken Oud-Asst. Gemeente-Architect, ovl. te Amsterdam [nh] op 7 mrt 1907, begr. te Amsterdam [nh] op begraafplaats 'Huis te Vraag', grafnr. 2-G-36 op 9 mrt 1907, tr. te Amsterdam [nh] op 4 jan 1849 (Reg.1 fol. 8v).
Moeder: Maria AnnaBijlager, dr. van Joannes LudovicusBijlager (schuitenvoerder) en Herminavan der Heide, geb. te Amsterdam [nh] op 23 feb 1824, RK, ovl. te Amsterdam [nh] in het Maria Paviljoen op 17 feb 1913, begr. te Amsterdam [nh] op begraafplaats 'Huis te Vraag' grafnr. 2-G-36 op 19 feb 1913.
tr. te Nieuwer Amstel [nh] op 1 aug 1895 (akte nr. 155) met
tr. te Nieuwer Amstel [nh] op 1 aug 1895 (akte nr. 155) met
Johannes Petrus (Piet)Springer, zn. van WillemSpringer (opzichter waterstaat; Gem. Adviseur in Bouwzaken) en Maria AnnaBijlager, geb. te Amsterdam [nh] op 10 jun 1863, RK, architect, ovl. te Amsterdam [nh] op 13 jun 1902, begr. te Amsterdam [nh] Begraafplaats 'Huis Te Vraag', Rijnsburgstraat 51, grafnr. 2-C-18 op 16 jun 1902.
Opmerkingen Johannes Petrus (Piet)Springer. Bron: WikipediA. Piet Springer. Johannes Petrus Springer , 1862/1863 – aldaar, juni 1902) was een Nederlands architect en medewerker van de Dienst Publieke Werken in Amsterdam. Hij was de jongste zoon van assistent-stadsarchitect van Amsterdam, Willem Springer, en zijn vrouw Maria Anna Bijlager. Net als zijn vader werkte hij als tekenaar op het bureau van Publieke Werken van de gemeente Amsterdam. In 1883 nam hij deel aan de Wereldtentoonstelling van 1883 in Amsterdam en in 1884 droeg hij bij aan de voorbereidingen van het jubileumfeest van architectuurgenootschap Architectura et Amicitia. Ook won Springer omstreeks deze tijd een aantal architectuurprijsvragen. Springer bleef tot zijn dood werkzaam bij Publieke Werken. Op 1 augustus 1895 trouwde hij in Nieuwer-Amstel met Cornelia Aleida van der Heide. Hij overleed op 39-jarige leeftijd door een val van de trap. Nederlands architect. ***. Bron: Wikisource. Auteur: A.W. Weissman. Datum: Zaterdag 21 juni 1902. Titel: ‘Johannes Petrus Springer. †’. Tijdschrift: De Opmerker. Jg, nr, pg.: 37, 25, 200. Genre: Proza. Brontaal: Nederlands. Bron: libserv.tudelft.nl. Auteursrecht: Publiek domein. JOHANNES PETRUS SPRINGER. †. Het plotseling overlijden van Piet Springer, de jongste telg van het bekende Amsterdamsche geslacht van bouwmeesters zal in vele kringen met diep leedwezen vernomen zijn. De hoogbejaarde ouders verliezen in hem hun jongsten zoon, de beklagenswaardige weduwe een braaf en oppassend echtgenoot. Mijne eerste herinneringen aan den overledene dagteekenen van 1875. Ik was destijds, met den helaas ook reeds gestorven Herman Goseling bij den Assistent-Stads-Architect Willem Springer in de leer. Piet was toen twaalf jaar omtrent oud, en vermaakte ons met zijn guitenstreken. In het jaar 1882 trad ik in dienst bij de Gemeente Amsterdam. Ik vond Piet Springer toen op het teekenbureau en bemerkte, dat hij, ofschoon niet zoo geniaal aangelegd als zijn broeder Jan, toch tot de beste krachten behoorde. Stil en bedaard ging hij zijn weg, door zijn collega’s geacht. Ter gelegenheid der Koloniale Tentoonstelling van 1883 richtte de Gemeente Amsterdam een eigen paviljoen op, waarin zij, onder meer, teekeningen harer uitgevoerde openbare werken ter bezichtiging gaf. Verscheidenen dier teekeningen waren door Piet Springer vervaardigd. Daar de gewone dienst moest doorgaan, gebruikte hij zijn vrijen tijd voor dit werk. Menige nacht moest er aan worden besteed; in een daarvan geschiedde het, dat een aardbeving plaats vond, welke Piet, die op zijn teekentafel was gaan zitten, om het groote vel gemakkelijker te kunnen bewerken, omlaag deed tuimelen. Architectura vierde in 1884 het feest, dat door hoeveel andere ook gevolgd, toch onovertroffen is gebleven. Aan de voorbereiding van het decoratieve gedeelte nam Piet Springer een ijverig aandeel. Nog zie ik hem zitten op de reusachtige paarden van Staff, die met vereende krachten in het holst van den nacht overeind werden gezet. Het plaatwerk „de Bouwmeester” bevat verscheidene bekroonde ontwerpen van den overledene, omstreeks dezen tijd vervaardigd. Nadat ik in 1891 tot architect der gemeente Amsterdam was benoemd heeft Piet Springer mij geholpen bij het teekenen van de werken, die toen werden ondernomen. Met den sedert reeds overleden Kluwer was Piet Springer geplaatst op het teekenbureau voor het Gemeente-Museum. Bij het détailleeren heeft hij daar voortreffelijke diensten bewezen. Al heeft sedert de richting, waarin de dienst der Publieke Werken van Amsterdam zich bewoog, Piet Springer niet veel gelegenheid gegeven, zijn artistieke talenten te doen blijken, hij bleef toch nuttig werkzaam en behoorde tot de beste krachten, aan het bureau verbonden. Het is diep treurig, dat iemand, van wien nog zooveel verwacht mocht worden, reeds op negen-en-dertig jarigen leeftijd uit den kring der zijnen werd weggerukt. Vooral deerniswaardig is de grijze Willem Springer, die door het verlies van zijn jongsten zoon zoo zwaar wordt getroffen. A. W. WEISSMAN.
Geertruida SpringerGeertruidaSpringer, geb. te Brielle [zh] op 24 mei 1857, RK, ovl. te Rosmalen [nb] op 7 apr 1916.
Vader: WillemSpringer, zn. van WillemSpringer (timmerman, houtkoper (1817), aannemer van publieke bouwkundige werken) en Maria ElisabethDoetzen, geb. te Amsterdam [nh] op 8 mei 1815, EL, opzichter waterstaat; Gem. Adviseur in Bouwzaken Oud-Asst. Gemeente-Architect, ovl. te Amsterdam [nh] op 7 mrt 1907, begr. te Amsterdam [nh] op begraafplaats 'Huis te Vraag', grafnr. 2-G-36 op 9 mrt 1907, tr. te Amsterdam [nh] op 4 jan 1849 (Reg.1 fol. 8v).
Moeder: Maria AnnaBijlager, dr. van Joannes LudovicusBijlager (schuitenvoerder) en Herminavan der Heide, geb. te Amsterdam [nh] op 23 feb 1824, RK, ovl. te Amsterdam [nh] in het Maria Paviljoen op 17 feb 1913, begr. te Amsterdam [nh] op begraafplaats 'Huis te Vraag' grafnr. 2-G-36 op 19 feb 1913.
Anna Susanna SpringerAnna Susanna (Suze)Springer, geb. te Amsterdam [nh] op 30 sep 1858, RK, begr. te Amsterdam [nh] op begraafplaats 'Huis te Vraag' grafnr. 2-G-36 op 18 dec 1937.
Vader: WillemSpringer, zn. van WillemSpringer (timmerman, houtkoper (1817), aannemer van publieke bouwkundige werken) en Maria ElisabethDoetzen, geb. te Amsterdam [nh] op 8 mei 1815, EL, opzichter waterstaat; Gem. Adviseur in Bouwzaken Oud-Asst. Gemeente-Architect, ovl. te Amsterdam [nh] op 7 mrt 1907, begr. te Amsterdam [nh] op begraafplaats 'Huis te Vraag', grafnr. 2-G-36 op 9 mrt 1907, tr. te Amsterdam [nh] op 4 jan 1849 (Reg.1 fol. 8v).
Moeder: Maria AnnaBijlager, dr. van Joannes LudovicusBijlager (schuitenvoerder) en Herminavan der Heide, geb. te Amsterdam [nh] op 23 feb 1824, RK, ovl. te Amsterdam [nh] in het Maria Paviljoen op 17 feb 1913, begr. te Amsterdam [nh] op begraafplaats 'Huis te Vraag' grafnr. 2-G-36 op 19 feb 1913.
Opmerkingen Leopoldus JosephusHerman. Sint-Joost-ten-Node (Frans: Saint-Josse-ten-Noode) of kortweg Sint-Joost is een plaats en gemeente in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, ingesloten tussen Brussel-stad en Schaarbeek.
Joannes Ludovicus SpringerJoannes Ludovicus (Jan)Springer, geb. te Groningen [gr] op 27 jan 1850, RK, architect, ovl. te Den Haag [zh] op 28 mei 1915, begr. te Den Haag [zh] Begraafplaats 'Oud Eik en Duinen' op 1 jun 1915.
Opmerkingen Joannes Ludovicus (Jan)Springer. afb1.jpg/GDPim$]. Bron: WikipediA. Johannes Ludovicus (Jan) Springer (Groningen, 27 januari 1850 – Den Haag, 28 mei 1915) was een Nederlands architect. Hij speelde een belangrijke rol in de totstandkoming van het architectuurgenootschap Architectura et Amicitia en was van 1906 tot zijn dood directeur van de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag. Levensloop. Springer was zoon van assistent-stadsarchitect van Amsterdam, Willem Springer. Hij maakte al op jonge leeftijd naam als architect. In 1869 werd hij lid van de Amsterdamse architectuurvereniging Architectura et Amicitia, niet lang daarna, in 1871, werd hij secretaris en in 1876 voorzitter. Tijdens zijn zestien jaar lange voorzitterschap vormde hij A et A om van een vriendschappelijk onderonsje van met name Amsterdamse architecten tot een landelijke organisatie met een merkbare invloed op de ontwikkeling van de architectuur. De belangrijkste gebeurtenis in dit proces was de reorganisatitie in 1882 waarin A et A werd omgevormd tot een genootschap. Het jaar daarop werd een al bestaand bouwkunde-tijdschrift, De Opmerker, het orgaan van A et A. Om het grote publiek kennis te laten nemen van de activiteiten van A et A organiseerde Springer talloze tentoonstellingen en voordrachten. Springer was hierdoor een vooraanstaande figuur in de Nederlandse bouwwereld. Jan Springer. Alternatief Beursontwerp. 1888. In 1888 kreeg hij opdracht van de Amsterdamse Kamer van Koophandel, bij hoofde van A.W. Krasnapolsky, een koopmansbeurs te ontwerpen (zie Beurs van Berlage). De ondernemers hadden namelijk grote bezwaren tegen het ontwerp van gemeentearchitect A.W. Weissman dat het jaar daarvoor door het college van B & W aan de raad was voorgedragen en wilden een einde maken aan de sinds 1882 slepende beurskwestie, temeer vanwege de gehate beursbelasting, die de handelaren vanaf dat jaar moesten betalen. De door Krasnapolsky voorgestelde beurs moest gefinancierd worden 'uit particuliere middelen en uit de opbrengst der entree's [..] en die der huren van winkels, kantoren, monsterzalen enz.'. Krasnapolsky's zeer serieuze request werd op 16 februari 1888 samen met het ontwerp van Springer naar de raad gestuurd.[1] De bezwaren van de KvK tegen het gemeenteplan werden echter op 22 februari door het college weerlegd,[2] maar de raad dwong het college niet lang daarna nog eens goed naar dit plan te kijken.[3]. Omstreeks 1890 veranderde zijn positie binnen A et A echter. Er stond een nieuwe generatie architecten op, die onder invloed van P.J.H. Cuypers probeerde nieuwe kunstbegrippen te propageren. Springer voelde dit aan en trad in 1892 af als voorzitter. Ook het vak van architect schonk hem steeds minder voldoening. Hoe begaafd hij ook was als ontwerper, hij had een totaal gebrek aan talent voor zaken doen en was daarom niet in staat zichzelf als zelfstandig architect te vestigen, laat staan leiding te geven aan een architectenbureau. Hij verhuisde naar Den Haag, waar hij van 1906 tot aan zijn dood directeur was van de tekenacademie. Desondanks heeft hij in Amsterdam een aantal indrukwekkende gebouwen achtergelaten. Ook ontwierp hij verschillende feestdecoraties, zoals die van het genootschapsfeest in 1884 in Maison Stroucken, de monumentale Damversiering ter gelegenheid van de 70e verjaardag van koning Willem III en de Fancy fair in 1887 in het Paleis voor Volksvlijt. Op 1 juni 1915 werd hij in het bijzijn van o.a. A et A-voorzitter Paul de Jongh en zijn oud-vrienden Henri Evers, J.A. van Voorthuysen, K. Sluyterman, Jonas Ingenohl en E. Stark begraven op kerkhof Oud Eik en Duinen in Den Haag. Enkele werken:. Kweekschool voor de Zeevaart, Prins Hendrikkade, Amsterdam. Huis Nierop, Amsterdam. Stadsschouwburg, Amsterdam. Noten:. 1. H.G. Jansen en A. Reyding (18 februari 1888) 'Bij de platen', De Opmerker, 23e jaargang, nummer 7, pp. 49-50. Zie TU Delft scan 1 en scan 2. 2. Anoniem (25 februari 1888) 'Uit den Amsterdamschen gemeenteraad', De Opmerker, 23e jaargang, nummer 8, pp. 59-61. Zie TU Delft scan 1 en scan 2. 3. H. G. J. (3 maart 1888) 'De beurs', De Opmerker, 23e jaargang, nummer 9, p. 70. Zie scan TU Delft.
Vader: WillemSpringer, zn. van WillemSpringer (timmerman, houtkoper (1817), aannemer van publieke bouwkundige werken) en Maria ElisabethDoetzen, geb. te Amsterdam [nh] op 8 mei 1815, EL, opzichter waterstaat; Gem. Adviseur in Bouwzaken Oud-Asst. Gemeente-Architect, ovl. te Amsterdam [nh] op 7 mrt 1907, begr. te Amsterdam [nh] op begraafplaats 'Huis te Vraag', grafnr. 2-G-36 op 9 mrt 1907, tr. te Amsterdam [nh] op 4 jan 1849 (Reg.1 fol. 8v).
Moeder: Maria AnnaBijlager, dr. van Joannes LudovicusBijlager (schuitenvoerder) en Herminavan der Heide, geb. te Amsterdam [nh] op 23 feb 1824, RK, ovl. te Amsterdam [nh] in het Maria Paviljoen op 17 feb 1913, begr. te Amsterdam [nh] op begraafplaats 'Huis te Vraag' grafnr. 2-G-36 op 19 feb 1913.
tr. te Haarlem [nh] op 21 nov 1895 (akte nr. 397) met
Maria Elisabeth SpringerMaria ElisabethSpringer, geb. te Groningen [gr] op 30 jan 1852, RK, ovl. te Amsterdam [nh] op 18 sep 1888.
Vader: WillemSpringer, zn. van WillemSpringer (timmerman, houtkoper (1817), aannemer van publieke bouwkundige werken) en Maria ElisabethDoetzen, geb. te Amsterdam [nh] op 8 mei 1815, EL, opzichter waterstaat; Gem. Adviseur in Bouwzaken Oud-Asst. Gemeente-Architect, ovl. te Amsterdam [nh] op 7 mrt 1907, begr. te Amsterdam [nh] op begraafplaats 'Huis te Vraag', grafnr. 2-G-36 op 9 mrt 1907, tr. te Amsterdam [nh] op 4 jan 1849 (Reg.1 fol. 8v).
Moeder: Maria AnnaBijlager, dr. van Joannes LudovicusBijlager (schuitenvoerder) en Herminavan der Heide, geb. te Amsterdam [nh] op 23 feb 1824, RK, ovl. te Amsterdam [nh] in het Maria Paviljoen op 17 feb 1913, begr. te Amsterdam [nh] op begraafplaats 'Huis te Vraag' grafnr. 2-G-36 op 19 feb 1913.
Dossier:
Jacobus Bernardus SpringerJacobus BernardusSpringer, geb. te Brielle [zh] op 1 aug 1854, RK, hoofopzichter, architect 1eklasse bij de gemeentewerken te Amsterdam, ovl. te Laren (Nh) [nh] op 3 feb 1922, begr. te Laren (Nh) [nh] Algemene Begraafplaats op 6 feb 1922.
Vader: WillemSpringer, zn. van WillemSpringer (timmerman, houtkoper (1817), aannemer van publieke bouwkundige werken) en Maria ElisabethDoetzen, geb. te Amsterdam [nh] op 8 mei 1815, EL, opzichter waterstaat; Gem. Adviseur in Bouwzaken Oud-Asst. Gemeente-Architect, ovl. te Amsterdam [nh] op 7 mrt 1907, begr. te Amsterdam [nh] op begraafplaats 'Huis te Vraag', grafnr. 2-G-36 op 9 mrt 1907, tr. te Amsterdam [nh] op 4 jan 1849 (Reg.1 fol. 8v).
Moeder: Maria AnnaBijlager, dr. van Joannes LudovicusBijlager (schuitenvoerder) en Herminavan der Heide, geb. te Amsterdam [nh] op 23 feb 1824, RK, ovl. te Amsterdam [nh] in het Maria Paviljoen op 17 feb 1913, begr. te Amsterdam [nh] op begraafplaats 'Huis te Vraag' grafnr. 2-G-36 op 19 feb 1913.
Dossier:
Johanna Jacoba StoelJohanna JacobaStoel, geb. te Haarlem [nh] op 20 okt 1860, ovl. te Bloemendaal [nh] op 1 feb 1924, begr. te Den Haag [zh] begraafplaats 'Eik en Duinen' op 5 feb 1924.
tr. te Haarlem [nh] op 21 nov 1895 (akte nr. 397) met
Joannes Ludovicus (Jan)Springer, zn. van WillemSpringer (opzichter waterstaat; Gem. Adviseur in Bouwzaken) en Maria AnnaBijlager, geb. te Groningen [gr] op 27 jan 1850, RK, architect, ovl. te Den Haag [zh] op 28 mei 1915, begr. te Den Haag [zh] Begraafplaats 'Oud Eik en Duinen' op 1 jun 1915.
Opmerkingen Joannes Ludovicus (Jan)Springer. afb1.jpg/GDPim$]. Bron: WikipediA. Johannes Ludovicus (Jan) Springer (Groningen, 27 januari 1850 – Den Haag, 28 mei 1915) was een Nederlands architect. Hij speelde een belangrijke rol in de totstandkoming van het architectuurgenootschap Architectura et Amicitia en was van 1906 tot zijn dood directeur van de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag. Levensloop. Springer was zoon van assistent-stadsarchitect van Amsterdam, Willem Springer. Hij maakte al op jonge leeftijd naam als architect. In 1869 werd hij lid van de Amsterdamse architectuurvereniging Architectura et Amicitia, niet lang daarna, in 1871, werd hij secretaris en in 1876 voorzitter. Tijdens zijn zestien jaar lange voorzitterschap vormde hij A et A om van een vriendschappelijk onderonsje van met name Amsterdamse architecten tot een landelijke organisatie met een merkbare invloed op de ontwikkeling van de architectuur. De belangrijkste gebeurtenis in dit proces was de reorganisatitie in 1882 waarin A et A werd omgevormd tot een genootschap. Het jaar daarop werd een al bestaand bouwkunde-tijdschrift, De Opmerker, het orgaan van A et A. Om het grote publiek kennis te laten nemen van de activiteiten van A et A organiseerde Springer talloze tentoonstellingen en voordrachten. Springer was hierdoor een vooraanstaande figuur in de Nederlandse bouwwereld. Jan Springer. Alternatief Beursontwerp. 1888. In 1888 kreeg hij opdracht van de Amsterdamse Kamer van Koophandel, bij hoofde van A.W. Krasnapolsky, een koopmansbeurs te ontwerpen (zie Beurs van Berlage). De ondernemers hadden namelijk grote bezwaren tegen het ontwerp van gemeentearchitect A.W. Weissman dat het jaar daarvoor door het college van B & W aan de raad was voorgedragen en wilden een einde maken aan de sinds 1882 slepende beurskwestie, temeer vanwege de gehate beursbelasting, die de handelaren vanaf dat jaar moesten betalen. De door Krasnapolsky voorgestelde beurs moest gefinancierd worden 'uit particuliere middelen en uit de opbrengst der entree's [..] en die der huren van winkels, kantoren, monsterzalen enz.'. Krasnapolsky's zeer serieuze request werd op 16 februari 1888 samen met het ontwerp van Springer naar de raad gestuurd.[1] De bezwaren van de KvK tegen het gemeenteplan werden echter op 22 februari door het college weerlegd,[2] maar de raad dwong het college niet lang daarna nog eens goed naar dit plan te kijken.[3]. Omstreeks 1890 veranderde zijn positie binnen A et A echter. Er stond een nieuwe generatie architecten op, die onder invloed van P.J.H. Cuypers probeerde nieuwe kunstbegrippen te propageren. Springer voelde dit aan en trad in 1892 af als voorzitter. Ook het vak van architect schonk hem steeds minder voldoening. Hoe begaafd hij ook was als ontwerper, hij had een totaal gebrek aan talent voor zaken doen en was daarom niet in staat zichzelf als zelfstandig architect te vestigen, laat staan leiding te geven aan een architectenbureau. Hij verhuisde naar Den Haag, waar hij van 1906 tot aan zijn dood directeur was van de tekenacademie. Desondanks heeft hij in Amsterdam een aantal indrukwekkende gebouwen achtergelaten. Ook ontwierp hij verschillende feestdecoraties, zoals die van het genootschapsfeest in 1884 in Maison Stroucken, de monumentale Damversiering ter gelegenheid van de 70e verjaardag van koning Willem III en de Fancy fair in 1887 in het Paleis voor Volksvlijt. Op 1 juni 1915 werd hij in het bijzijn van o.a. A et A-voorzitter Paul de Jongh en zijn oud-vrienden Henri Evers, J.A. van Voorthuysen, K. Sluyterman, Jonas Ingenohl en E. Stark begraven op kerkhof Oud Eik en Duinen in Den Haag. Enkele werken:. Kweekschool voor de Zeevaart, Prins Hendrikkade, Amsterdam. Huis Nierop, Amsterdam. Stadsschouwburg, Amsterdam. Noten:. 1. H.G. Jansen en A. Reyding (18 februari 1888) 'Bij de platen', De Opmerker, 23e jaargang, nummer 7, pp. 49-50. Zie TU Delft scan 1 en scan 2. 2. Anoniem (25 februari 1888) 'Uit den Amsterdamschen gemeenteraad', De Opmerker, 23e jaargang, nummer 8, pp. 59-61. Zie TU Delft scan 1 en scan 2. 3. H. G. J. (3 maart 1888) 'De beurs', De Opmerker, 23e jaargang, nummer 9, p. 70. Zie scan TU Delft.
Leopoldus Josephus HermanLeopoldus JosephusHerman, geb. te Saint-Josse-ten-Noode [vb, België] in 1863, bouwkundige, begr. te Amsterdam [nh] op begraafplaats 'Huis te Vraag' grafnr. 2-G-36 op 1 feb 1937.
Opmerkingen Leopoldus JosephusHerman. Sint-Joost-ten-Node (Frans: Saint-Josse-ten-Noode) of kortweg Sint-Joost is een plaats en gemeente in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, ingesloten tussen Brussel-stad en Schaarbeek.
Anna Susanna (Suze)Springer, dr. van WillemSpringer (opzichter waterstaat; Gem. Adviseur in Bouwzaken) en Maria AnnaBijlager, geb. te Amsterdam [nh] op 30 sep 1858, RK, begr. te Amsterdam [nh] op begraafplaats 'Huis te Vraag' grafnr. 2-G-36 op 18 dec 1937.
Vader: HendrikSpringer, zn. van Jan CornelisSpringer (timmerman, hoofdopzichter Staats Spoorweg, architect) en Mariaten Cate, geb. te Vuren [ge] op 21 mei 1856, DG, boekverkoper, otr. te Hilversum [nh] op 21 mei 1886, tr. te Hilversum [nh] op 5 jun 1886 (akte nr. 23).
Willem SpringerWillemSpringer, geb. te Amsterdam [nh] op 8 mei 1815, EL, opzichter waterstaat; Gem. Adviseur in Bouwzaken Oud-Asst. Gemeente-Architect, ovl. te Amsterdam [nh] op 7 mrt 1907, begr. te Amsterdam [nh] op begraafplaats 'Huis te Vraag', grafnr. 2-G-36 op 9 mrt 1907.
Opmerkingen WillemSpringer. afb1.jpg/GDPim$]afb2.jpg/GDPim$]. Bron: Kamper Almanak 1968. De familie Springer en haar relatie tot Kampen. Dr. J.H. A. Ringeling. Par. 2. (vervolg). Willem Springer (1815-1907), architect. 20). Het lijdt geen twijfel, of ook Willem Springer heeft van thuis een gedegen timmermansopleiding meegekregen. In deze hoedanigheid vermeldt het Algemeen Adresboek 1845-1846 hem dan ook op pagina 244 in het ouderlijk huis op de Leidsegracht. Hij is dan reeds als opzichter werkzaam geweest bij de bouw der pakhuizen voor de Rijnvaart (1838) en bij de bouw van de Beurs van Zocher (1841). Nadien keert hij zijn geboortestad de rug toe en dient de Waterstaat gedurende een reeks van jaren. op verschillende plaatsen in den lande. Toch is het uiteindelijk Amsterdam, waar Willem Springer wezenlijk carriere maakt. Op 1 april 1858 vindt namelijk aldaar zijn benoeming plaats tot assistent-architect bij de Gemeentewerken en wordt hij uit dien hoofde. de rechterhand van de Stadsarchitect Bastiaan de Greef 21). De cooperatie de Greef-Springer, die in de periode 1822-1826 zo'n belangrijke rol speelde bij de herbouw van de Ronde Lutherse Kerk, herhaalt zich thans in de volgende generatie over een tijdvak van liefst ruim 32 jaar. Dat zich overigens in hun beider samenwerking de nodige spanningen hebben voorgedaan, leert ons het artikel "Herinneringen van A. W. Weissman", opgenomen in het 42ste Jaarboek van bet Genootschap Amstelodamum (1948), pagina's 87 tot 146. Het feit, dat Bastiaan de Greef in leeftijd enkele jaren jonger was, heeft tot gevolg gehad, dat Willem Springer de rang van Stadsarchitect zelf nimmer heeft kunnen bereiken. Hoezeer echter zijn verdiensten algemeen erkend werden moge blijken uit de voetnoot, welke wij aantreffen op pagina 28 van de Naamwijzer en Adresboek der Leden van het Stedelijk Bestuur 1890-1891: "Op verzoek door B. en W. op de meest eervolle wijze ontslagen met ingang van den dag, waarop de nieuwe te benoemen Stadsarchitect zijn werkzaamheden zal aanvaarden, met welken datum de Heer W. Springer door den Gemeenteraad is benoemd tot Gemeente-adviseur in Bouwzaken". Een eervoller testimonium voor de inmiddels 75-jarige Springer is bezwaarlijk denkbaar! Van Willem Springer's werkstukken bestaat een uitgebreide documentatie. Zo verwierf het Amsterdamse Gemeente-Archief voor enkele jaren vier gebonden delen bouwtekeningen 22), terwijl onder de aanwinsten van het Rijksprentenkabinet in 1966 sub 63, 64 en 65 eveneens tekeningen van Willem Springer vermeld worden. Uiteraard bestaat Springer's werk voor een groot deel uit scholen, bruggen en andere gemeentewerken, waaronder ik met name de Kweekschool voor de Zeevaart (1878) zou willen noemen. Hoe eervol zijn loopbaan ook overigens geweest moge zijn, zou Springer's creativiteit wellicht nog tot vollere ontplooiing zijn gekomen, indien het ambtelijk keurslijf hem in zijn bewegingsvrijheid minder had beperkt. Op publicistisch gebied zijn van zijn hand artikelen verschenen in de jaargangen 1862, 1872 en 1876 van de Bouwkundige bijdragen van de Maatschappij tot bevordering der bouwkunst. Op 4 januari 1849 trad Willem Springer te Amsterdam in het huwelijk met een Rooms-Katholiek meisje Maria Anna Bijlager (1824-1913), dochter van Joannes Ludovicus, schuitenvoerder en van Hermina van der Heide. Ook in deze tak vervaagt dus de Lutheraanse traditie. Ambtshalve woonde het gezin na de terugkeer in Amsterdam in de Stadstimmertuin 23). Van hun acht kinderen heeft vooral de oudste zoon Johannes Ludovicus (Jan) Springer (1850-1915) als architect grote bekendheid verworven 24). Hij was onder meer de bouwmeester van de Amsterdamse Stadsschouwburg 1892-1894 en bekleedde van 1906 tot aan zijn dood het directoraat van de Haagse Academie. Bronnen en aantekeningen:. 20) Zie voor hem: Nieuw Nederlandsch BiografischWoordenboek deel 7, pagina 1169 en Thieme-Beeker,deel 31 (1937), pagina 411. 21) Bastiaan de Greef (1818-1899),architect. Zoon van Jan de Greef. Stadsarchitect van Amsterdam van 28 maart 1856 tot 19 juni 1890. 22) Zie jaarverslag 1966 van de Gemeentelijke Archiefdienst pagina 27 sub B 2. ***. fadv1.jpg/GDPim$]fadv2.jpg%50/GDPim$]. Huis te Vraag is een "gesloten" begraafplaats, aan de Rijnsburgstraat 51 (voorheen Sloterweg), te Amsterdam. ***. begrplts_huistevraag.JPG/GDPim$].
Vader: WillemSpringer, zn. van JanSpringer (mr. timmerman) en EngeltjePieters, ged. EL te Amsterdam [nh] op 31 mei 1778 door Ds. Jan Hendrik Vorstius (GA A'dam: 261 p. 168 (folio 110v) nr. 8) (getuigen: Willem Springer en Jannetje Bierdrager), timmerman, houtkoper (1817), aannemer van publieke bouwkundige werken, ovl. te Amsterdam [nh] 2e Weteringdwarsstraat K 2 Brt RB Nr. 294 op 21 okt 1857, otr. te Amsterdam [nh] op 6 mei 1803.
tr. te Amsterdam [nh] op 4 jan 1849 (Reg.1 fol. 8v) met
Maria AnnaBijlager, dr. van Joannes LudovicusBijlager (schuitenvoerder) en Herminavan der Heide, geb. te Amsterdam [nh] op 23 feb 1824, RK, ovl. te Amsterdam [nh] in het Maria Paviljoen op 17 feb 1913, begr. te Amsterdam [nh] op begraafplaats 'Huis te Vraag' grafnr. 2-G-36 op 19 feb 1913.
Maria Anna BijlagerMaria AnnaBijlager, geb. te Amsterdam [nh] op 23 feb 1824, RK, ovl. te Amsterdam [nh] in het Maria Paviljoen op 17 feb 1913, begr. te Amsterdam [nh] op begraafplaats 'Huis te Vraag' grafnr. 2-G-36 op 19 feb 1913.
tr. te Amsterdam [nh] op 4 jan 1849 (Reg.1 fol. 8v) met
WillemSpringer, zn. van WillemSpringer (timmerman, houtkoper (1817), aannemer van publieke bouwkundige werken) en Maria ElisabethDoetzen, geb. te Amsterdam [nh] op 8 mei 1815, EL, opzichter waterstaat; Gem. Adviseur in Bouwzaken Oud-Asst. Gemeente-Architect, ovl. te Amsterdam [nh] op 7 mrt 1907, begr. te Amsterdam [nh] op begraafplaats 'Huis te Vraag', grafnr. 2-G-36 op 9 mrt 1907.
Opmerkingen WillemSpringer. afb1.jpg/GDPim$]afb2.jpg/GDPim$]. Bron: Kamper Almanak 1968. De familie Springer en haar relatie tot Kampen. Dr. J.H. A. Ringeling. Par. 2. (vervolg). Willem Springer (1815-1907), architect. 20). Het lijdt geen twijfel, of ook Willem Springer heeft van thuis een gedegen timmermansopleiding meegekregen. In deze hoedanigheid vermeldt het Algemeen Adresboek 1845-1846 hem dan ook op pagina 244 in het ouderlijk huis op de Leidsegracht. Hij is dan reeds als opzichter werkzaam geweest bij de bouw der pakhuizen voor de Rijnvaart (1838) en bij de bouw van de Beurs van Zocher (1841). Nadien keert hij zijn geboortestad de rug toe en dient de Waterstaat gedurende een reeks van jaren. op verschillende plaatsen in den lande. Toch is het uiteindelijk Amsterdam, waar Willem Springer wezenlijk carriere maakt. Op 1 april 1858 vindt namelijk aldaar zijn benoeming plaats tot assistent-architect bij de Gemeentewerken en wordt hij uit dien hoofde. de rechterhand van de Stadsarchitect Bastiaan de Greef 21). De cooperatie de Greef-Springer, die in de periode 1822-1826 zo'n belangrijke rol speelde bij de herbouw van de Ronde Lutherse Kerk, herhaalt zich thans in de volgende generatie over een tijdvak van liefst ruim 32 jaar. Dat zich overigens in hun beider samenwerking de nodige spanningen hebben voorgedaan, leert ons het artikel "Herinneringen van A. W. Weissman", opgenomen in het 42ste Jaarboek van bet Genootschap Amstelodamum (1948), pagina's 87 tot 146. Het feit, dat Bastiaan de Greef in leeftijd enkele jaren jonger was, heeft tot gevolg gehad, dat Willem Springer de rang van Stadsarchitect zelf nimmer heeft kunnen bereiken. Hoezeer echter zijn verdiensten algemeen erkend werden moge blijken uit de voetnoot, welke wij aantreffen op pagina 28 van de Naamwijzer en Adresboek der Leden van het Stedelijk Bestuur 1890-1891: "Op verzoek door B. en W. op de meest eervolle wijze ontslagen met ingang van den dag, waarop de nieuwe te benoemen Stadsarchitect zijn werkzaamheden zal aanvaarden, met welken datum de Heer W. Springer door den Gemeenteraad is benoemd tot Gemeente-adviseur in Bouwzaken". Een eervoller testimonium voor de inmiddels 75-jarige Springer is bezwaarlijk denkbaar! Van Willem Springer's werkstukken bestaat een uitgebreide documentatie. Zo verwierf het Amsterdamse Gemeente-Archief voor enkele jaren vier gebonden delen bouwtekeningen 22), terwijl onder de aanwinsten van het Rijksprentenkabinet in 1966 sub 63, 64 en 65 eveneens tekeningen van Willem Springer vermeld worden. Uiteraard bestaat Springer's werk voor een groot deel uit scholen, bruggen en andere gemeentewerken, waaronder ik met name de Kweekschool voor de Zeevaart (1878) zou willen noemen. Hoe eervol zijn loopbaan ook overigens geweest moge zijn, zou Springer's creativiteit wellicht nog tot vollere ontplooiing zijn gekomen, indien het ambtelijk keurslijf hem in zijn bewegingsvrijheid minder had beperkt. Op publicistisch gebied zijn van zijn hand artikelen verschenen in de jaargangen 1862, 1872 en 1876 van de Bouwkundige bijdragen van de Maatschappij tot bevordering der bouwkunst. Op 4 januari 1849 trad Willem Springer te Amsterdam in het huwelijk met een Rooms-Katholiek meisje Maria Anna Bijlager (1824-1913), dochter van Joannes Ludovicus, schuitenvoerder en van Hermina van der Heide. Ook in deze tak vervaagt dus de Lutheraanse traditie. Ambtshalve woonde het gezin na de terugkeer in Amsterdam in de Stadstimmertuin 23). Van hun acht kinderen heeft vooral de oudste zoon Johannes Ludovicus (Jan) Springer (1850-1915) als architect grote bekendheid verworven 24). Hij was onder meer de bouwmeester van de Amsterdamse Stadsschouwburg 1892-1894 en bekleedde van 1906 tot aan zijn dood het directoraat van de Haagse Academie. Bronnen en aantekeningen:. 20) Zie voor hem: Nieuw Nederlandsch BiografischWoordenboek deel 7, pagina 1169 en Thieme-Beeker,deel 31 (1937), pagina 411. 21) Bastiaan de Greef (1818-1899),architect. Zoon van Jan de Greef. Stadsarchitect van Amsterdam van 28 maart 1856 tot 19 juni 1890. 22) Zie jaarverslag 1966 van de Gemeentelijke Archiefdienst pagina 27 sub B 2. ***. fadv1.jpg/GDPim$]fadv2.jpg%50/GDPim$]. Huis te Vraag is een "gesloten" begraafplaats, aan de Rijnsburgstraat 51 (voorheen Sloterweg), te Amsterdam. ***. begrplts_huistevraag.JPG/GDPim$].
Johannes Petrus SpringerJohannes Petrus (Piet)Springer, geb. te Amsterdam [nh] op 10 jun 1863, RK, architect, ovl. te Amsterdam [nh] op 13 jun 1902, begr. te Amsterdam [nh] Begraafplaats 'Huis Te Vraag', Rijnsburgstraat 51, grafnr. 2-C-18 op 16 jun 1902.
Opmerkingen Johannes Petrus (Piet)Springer. Bron: WikipediA. Piet Springer. Johannes Petrus Springer , 1862/1863 – aldaar, juni 1902) was een Nederlands architect en medewerker van de Dienst Publieke Werken in Amsterdam. Hij was de jongste zoon van assistent-stadsarchitect van Amsterdam, Willem Springer, en zijn vrouw Maria Anna Bijlager. Net als zijn vader werkte hij als tekenaar op het bureau van Publieke Werken van de gemeente Amsterdam. In 1883 nam hij deel aan de Wereldtentoonstelling van 1883 in Amsterdam en in 1884 droeg hij bij aan de voorbereidingen van het jubileumfeest van architectuurgenootschap Architectura et Amicitia. Ook won Springer omstreeks deze tijd een aantal architectuurprijsvragen. Springer bleef tot zijn dood werkzaam bij Publieke Werken. Op 1 augustus 1895 trouwde hij in Nieuwer-Amstel met Cornelia Aleida van der Heide. Hij overleed op 39-jarige leeftijd door een val van de trap. Nederlands architect. ***. Bron: Wikisource. Auteur: A.W. Weissman. Datum: Zaterdag 21 juni 1902. Titel: ‘Johannes Petrus Springer. †’. Tijdschrift: De Opmerker. Jg, nr, pg.: 37, 25, 200. Genre: Proza. Brontaal: Nederlands. Bron: libserv.tudelft.nl. Auteursrecht: Publiek domein. JOHANNES PETRUS SPRINGER. †. Het plotseling overlijden van Piet Springer, de jongste telg van het bekende Amsterdamsche geslacht van bouwmeesters zal in vele kringen met diep leedwezen vernomen zijn. De hoogbejaarde ouders verliezen in hem hun jongsten zoon, de beklagenswaardige weduwe een braaf en oppassend echtgenoot. Mijne eerste herinneringen aan den overledene dagteekenen van 1875. Ik was destijds, met den helaas ook reeds gestorven Herman Goseling bij den Assistent-Stads-Architect Willem Springer in de leer. Piet was toen twaalf jaar omtrent oud, en vermaakte ons met zijn guitenstreken. In het jaar 1882 trad ik in dienst bij de Gemeente Amsterdam. Ik vond Piet Springer toen op het teekenbureau en bemerkte, dat hij, ofschoon niet zoo geniaal aangelegd als zijn broeder Jan, toch tot de beste krachten behoorde. Stil en bedaard ging hij zijn weg, door zijn collega’s geacht. Ter gelegenheid der Koloniale Tentoonstelling van 1883 richtte de Gemeente Amsterdam een eigen paviljoen op, waarin zij, onder meer, teekeningen harer uitgevoerde openbare werken ter bezichtiging gaf. Verscheidenen dier teekeningen waren door Piet Springer vervaardigd. Daar de gewone dienst moest doorgaan, gebruikte hij zijn vrijen tijd voor dit werk. Menige nacht moest er aan worden besteed; in een daarvan geschiedde het, dat een aardbeving plaats vond, welke Piet, die op zijn teekentafel was gaan zitten, om het groote vel gemakkelijker te kunnen bewerken, omlaag deed tuimelen. Architectura vierde in 1884 het feest, dat door hoeveel andere ook gevolgd, toch onovertroffen is gebleven. Aan de voorbereiding van het decoratieve gedeelte nam Piet Springer een ijverig aandeel. Nog zie ik hem zitten op de reusachtige paarden van Staff, die met vereende krachten in het holst van den nacht overeind werden gezet. Het plaatwerk „de Bouwmeester” bevat verscheidene bekroonde ontwerpen van den overledene, omstreeks dezen tijd vervaardigd. Nadat ik in 1891 tot architect der gemeente Amsterdam was benoemd heeft Piet Springer mij geholpen bij het teekenen van de werken, die toen werden ondernomen. Met den sedert reeds overleden Kluwer was Piet Springer geplaatst op het teekenbureau voor het Gemeente-Museum. Bij het détailleeren heeft hij daar voortreffelijke diensten bewezen. Al heeft sedert de richting, waarin de dienst der Publieke Werken van Amsterdam zich bewoog, Piet Springer niet veel gelegenheid gegeven, zijn artistieke talenten te doen blijken, hij bleef toch nuttig werkzaam en behoorde tot de beste krachten, aan het bureau verbonden. Het is diep treurig, dat iemand, van wien nog zooveel verwacht mocht worden, reeds op negen-en-dertig jarigen leeftijd uit den kring der zijnen werd weggerukt. Vooral deerniswaardig is de grijze Willem Springer, die door het verlies van zijn jongsten zoon zoo zwaar wordt getroffen. A. W. WEISSMAN.
Vader: WillemSpringer, zn. van WillemSpringer (timmerman, houtkoper (1817), aannemer van publieke bouwkundige werken) en Maria ElisabethDoetzen, geb. te Amsterdam [nh] op 8 mei 1815, EL, opzichter waterstaat; Gem. Adviseur in Bouwzaken Oud-Asst. Gemeente-Architect, ovl. te Amsterdam [nh] op 7 mrt 1907, begr. te Amsterdam [nh] op begraafplaats 'Huis te Vraag', grafnr. 2-G-36 op 9 mrt 1907, tr. te Amsterdam [nh] op 4 jan 1849 (Reg.1 fol. 8v).
Moeder: Maria AnnaBijlager, dr. van Joannes LudovicusBijlager (schuitenvoerder) en Herminavan der Heide, geb. te Amsterdam [nh] op 23 feb 1824, RK, ovl. te Amsterdam [nh] in het Maria Paviljoen op 17 feb 1913, begr. te Amsterdam [nh] op begraafplaats 'Huis te Vraag' grafnr. 2-G-36 op 19 feb 1913.
tr. te Nieuwer Amstel [nh] op 1 aug 1895 (akte nr. 155) met
tr. te Nieuwer Amstel [nh] op 1 aug 1895 (akte nr. 155) met
Johannes Petrus (Piet)Springer, zn. van WillemSpringer (opzichter waterstaat; Gem. Adviseur in Bouwzaken) en Maria AnnaBijlager, geb. te Amsterdam [nh] op 10 jun 1863, RK, architect, ovl. te Amsterdam [nh] op 13 jun 1902, begr. te Amsterdam [nh] Begraafplaats 'Huis Te Vraag', Rijnsburgstraat 51, grafnr. 2-C-18 op 16 jun 1902.
Opmerkingen Johannes Petrus (Piet)Springer. Bron: WikipediA. Piet Springer. Johannes Petrus Springer , 1862/1863 – aldaar, juni 1902) was een Nederlands architect en medewerker van de Dienst Publieke Werken in Amsterdam. Hij was de jongste zoon van assistent-stadsarchitect van Amsterdam, Willem Springer, en zijn vrouw Maria Anna Bijlager. Net als zijn vader werkte hij als tekenaar op het bureau van Publieke Werken van de gemeente Amsterdam. In 1883 nam hij deel aan de Wereldtentoonstelling van 1883 in Amsterdam en in 1884 droeg hij bij aan de voorbereidingen van het jubileumfeest van architectuurgenootschap Architectura et Amicitia. Ook won Springer omstreeks deze tijd een aantal architectuurprijsvragen. Springer bleef tot zijn dood werkzaam bij Publieke Werken. Op 1 augustus 1895 trouwde hij in Nieuwer-Amstel met Cornelia Aleida van der Heide. Hij overleed op 39-jarige leeftijd door een val van de trap. Nederlands architect. ***. Bron: Wikisource. Auteur: A.W. Weissman. Datum: Zaterdag 21 juni 1902. Titel: ‘Johannes Petrus Springer. †’. Tijdschrift: De Opmerker. Jg, nr, pg.: 37, 25, 200. Genre: Proza. Brontaal: Nederlands. Bron: libserv.tudelft.nl. Auteursrecht: Publiek domein. JOHANNES PETRUS SPRINGER. †. Het plotseling overlijden van Piet Springer, de jongste telg van het bekende Amsterdamsche geslacht van bouwmeesters zal in vele kringen met diep leedwezen vernomen zijn. De hoogbejaarde ouders verliezen in hem hun jongsten zoon, de beklagenswaardige weduwe een braaf en oppassend echtgenoot. Mijne eerste herinneringen aan den overledene dagteekenen van 1875. Ik was destijds, met den helaas ook reeds gestorven Herman Goseling bij den Assistent-Stads-Architect Willem Springer in de leer. Piet was toen twaalf jaar omtrent oud, en vermaakte ons met zijn guitenstreken. In het jaar 1882 trad ik in dienst bij de Gemeente Amsterdam. Ik vond Piet Springer toen op het teekenbureau en bemerkte, dat hij, ofschoon niet zoo geniaal aangelegd als zijn broeder Jan, toch tot de beste krachten behoorde. Stil en bedaard ging hij zijn weg, door zijn collega’s geacht. Ter gelegenheid der Koloniale Tentoonstelling van 1883 richtte de Gemeente Amsterdam een eigen paviljoen op, waarin zij, onder meer, teekeningen harer uitgevoerde openbare werken ter bezichtiging gaf. Verscheidenen dier teekeningen waren door Piet Springer vervaardigd. Daar de gewone dienst moest doorgaan, gebruikte hij zijn vrijen tijd voor dit werk. Menige nacht moest er aan worden besteed; in een daarvan geschiedde het, dat een aardbeving plaats vond, welke Piet, die op zijn teekentafel was gaan zitten, om het groote vel gemakkelijker te kunnen bewerken, omlaag deed tuimelen. Architectura vierde in 1884 het feest, dat door hoeveel andere ook gevolgd, toch onovertroffen is gebleven. Aan de voorbereiding van het decoratieve gedeelte nam Piet Springer een ijverig aandeel. Nog zie ik hem zitten op de reusachtige paarden van Staff, die met vereende krachten in het holst van den nacht overeind werden gezet. Het plaatwerk „de Bouwmeester” bevat verscheidene bekroonde ontwerpen van den overledene, omstreeks dezen tijd vervaardigd. Nadat ik in 1891 tot architect der gemeente Amsterdam was benoemd heeft Piet Springer mij geholpen bij het teekenen van de werken, die toen werden ondernomen. Met den sedert reeds overleden Kluwer was Piet Springer geplaatst op het teekenbureau voor het Gemeente-Museum. Bij het détailleeren heeft hij daar voortreffelijke diensten bewezen. Al heeft sedert de richting, waarin de dienst der Publieke Werken van Amsterdam zich bewoog, Piet Springer niet veel gelegenheid gegeven, zijn artistieke talenten te doen blijken, hij bleef toch nuttig werkzaam en behoorde tot de beste krachten, aan het bureau verbonden. Het is diep treurig, dat iemand, van wien nog zooveel verwacht mocht worden, reeds op negen-en-dertig jarigen leeftijd uit den kring der zijnen werd weggerukt. Vooral deerniswaardig is de grijze Willem Springer, die door het verlies van zijn jongsten zoon zoo zwaar wordt getroffen. A. W. WEISSMAN.
Geertruida SpringerGeertruidaSpringer, geb. te Brielle [zh] op 24 mei 1857, RK, ovl. te Rosmalen [nb] op 7 apr 1916.
Vader: WillemSpringer, zn. van WillemSpringer (timmerman, houtkoper (1817), aannemer van publieke bouwkundige werken) en Maria ElisabethDoetzen, geb. te Amsterdam [nh] op 8 mei 1815, EL, opzichter waterstaat; Gem. Adviseur in Bouwzaken Oud-Asst. Gemeente-Architect, ovl. te Amsterdam [nh] op 7 mrt 1907, begr. te Amsterdam [nh] op begraafplaats 'Huis te Vraag', grafnr. 2-G-36 op 9 mrt 1907, tr. te Amsterdam [nh] op 4 jan 1849 (Reg.1 fol. 8v).
Moeder: Maria AnnaBijlager, dr. van Joannes LudovicusBijlager (schuitenvoerder) en Herminavan der Heide, geb. te Amsterdam [nh] op 23 feb 1824, RK, ovl. te Amsterdam [nh] in het Maria Paviljoen op 17 feb 1913, begr. te Amsterdam [nh] op begraafplaats 'Huis te Vraag' grafnr. 2-G-36 op 19 feb 1913.
Anna Susanna SpringerAnna Susanna (Suze)Springer, geb. te Amsterdam [nh] op 30 sep 1858, RK, begr. te Amsterdam [nh] op begraafplaats 'Huis te Vraag' grafnr. 2-G-36 op 18 dec 1937.
Vader: WillemSpringer, zn. van WillemSpringer (timmerman, houtkoper (1817), aannemer van publieke bouwkundige werken) en Maria ElisabethDoetzen, geb. te Amsterdam [nh] op 8 mei 1815, EL, opzichter waterstaat; Gem. Adviseur in Bouwzaken Oud-Asst. Gemeente-Architect, ovl. te Amsterdam [nh] op 7 mrt 1907, begr. te Amsterdam [nh] op begraafplaats 'Huis te Vraag', grafnr. 2-G-36 op 9 mrt 1907, tr. te Amsterdam [nh] op 4 jan 1849 (Reg.1 fol. 8v).
Moeder: Maria AnnaBijlager, dr. van Joannes LudovicusBijlager (schuitenvoerder) en Herminavan der Heide, geb. te Amsterdam [nh] op 23 feb 1824, RK, ovl. te Amsterdam [nh] in het Maria Paviljoen op 17 feb 1913, begr. te Amsterdam [nh] op begraafplaats 'Huis te Vraag' grafnr. 2-G-36 op 19 feb 1913.
Opmerkingen Leopoldus JosephusHerman. Sint-Joost-ten-Node (Frans: Saint-Josse-ten-Noode) of kortweg Sint-Joost is een plaats en gemeente in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, ingesloten tussen Brussel-stad en Schaarbeek.
Joannes Ludovicus SpringerJoannes Ludovicus (Jan)Springer, geb. te Groningen [gr] op 27 jan 1850, RK, architect, ovl. te Den Haag [zh] op 28 mei 1915, begr. te Den Haag [zh] Begraafplaats 'Oud Eik en Duinen' op 1 jun 1915.
Opmerkingen Joannes Ludovicus (Jan)Springer. afb1.jpg/GDPim$]. Bron: WikipediA. Johannes Ludovicus (Jan) Springer (Groningen, 27 januari 1850 – Den Haag, 28 mei 1915) was een Nederlands architect. Hij speelde een belangrijke rol in de totstandkoming van het architectuurgenootschap Architectura et Amicitia en was van 1906 tot zijn dood directeur van de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag. Levensloop. Springer was zoon van assistent-stadsarchitect van Amsterdam, Willem Springer. Hij maakte al op jonge leeftijd naam als architect. In 1869 werd hij lid van de Amsterdamse architectuurvereniging Architectura et Amicitia, niet lang daarna, in 1871, werd hij secretaris en in 1876 voorzitter. Tijdens zijn zestien jaar lange voorzitterschap vormde hij A et A om van een vriendschappelijk onderonsje van met name Amsterdamse architecten tot een landelijke organisatie met een merkbare invloed op de ontwikkeling van de architectuur. De belangrijkste gebeurtenis in dit proces was de reorganisatitie in 1882 waarin A et A werd omgevormd tot een genootschap. Het jaar daarop werd een al bestaand bouwkunde-tijdschrift, De Opmerker, het orgaan van A et A. Om het grote publiek kennis te laten nemen van de activiteiten van A et A organiseerde Springer talloze tentoonstellingen en voordrachten. Springer was hierdoor een vooraanstaande figuur in de Nederlandse bouwwereld. Jan Springer. Alternatief Beursontwerp. 1888. In 1888 kreeg hij opdracht van de Amsterdamse Kamer van Koophandel, bij hoofde van A.W. Krasnapolsky, een koopmansbeurs te ontwerpen (zie Beurs van Berlage). De ondernemers hadden namelijk grote bezwaren tegen het ontwerp van gemeentearchitect A.W. Weissman dat het jaar daarvoor door het college van B & W aan de raad was voorgedragen en wilden een einde maken aan de sinds 1882 slepende beurskwestie, temeer vanwege de gehate beursbelasting, die de handelaren vanaf dat jaar moesten betalen. De door Krasnapolsky voorgestelde beurs moest gefinancierd worden 'uit particuliere middelen en uit de opbrengst der entree's [..] en die der huren van winkels, kantoren, monsterzalen enz.'. Krasnapolsky's zeer serieuze request werd op 16 februari 1888 samen met het ontwerp van Springer naar de raad gestuurd.[1] De bezwaren van de KvK tegen het gemeenteplan werden echter op 22 februari door het college weerlegd,[2] maar de raad dwong het college niet lang daarna nog eens goed naar dit plan te kijken.[3]. Omstreeks 1890 veranderde zijn positie binnen A et A echter. Er stond een nieuwe generatie architecten op, die onder invloed van P.J.H. Cuypers probeerde nieuwe kunstbegrippen te propageren. Springer voelde dit aan en trad in 1892 af als voorzitter. Ook het vak van architect schonk hem steeds minder voldoening. Hoe begaafd hij ook was als ontwerper, hij had een totaal gebrek aan talent voor zaken doen en was daarom niet in staat zichzelf als zelfstandig architect te vestigen, laat staan leiding te geven aan een architectenbureau. Hij verhuisde naar Den Haag, waar hij van 1906 tot aan zijn dood directeur was van de tekenacademie. Desondanks heeft hij in Amsterdam een aantal indrukwekkende gebouwen achtergelaten. Ook ontwierp hij verschillende feestdecoraties, zoals die van het genootschapsfeest in 1884 in Maison Stroucken, de monumentale Damversiering ter gelegenheid van de 70e verjaardag van koning Willem III en de Fancy fair in 1887 in het Paleis voor Volksvlijt. Op 1 juni 1915 werd hij in het bijzijn van o.a. A et A-voorzitter Paul de Jongh en zijn oud-vrienden Henri Evers, J.A. van Voorthuysen, K. Sluyterman, Jonas Ingenohl en E. Stark begraven op kerkhof Oud Eik en Duinen in Den Haag. Enkele werken:. Kweekschool voor de Zeevaart, Prins Hendrikkade, Amsterdam. Huis Nierop, Amsterdam. Stadsschouwburg, Amsterdam. Noten:. 1. H.G. Jansen en A. Reyding (18 februari 1888) 'Bij de platen', De Opmerker, 23e jaargang, nummer 7, pp. 49-50. Zie TU Delft scan 1 en scan 2. 2. Anoniem (25 februari 1888) 'Uit den Amsterdamschen gemeenteraad', De Opmerker, 23e jaargang, nummer 8, pp. 59-61. Zie TU Delft scan 1 en scan 2. 3. H. G. J. (3 maart 1888) 'De beurs', De Opmerker, 23e jaargang, nummer 9, p. 70. Zie scan TU Delft.
Vader: WillemSpringer, zn. van WillemSpringer (timmerman, houtkoper (1817), aannemer van publieke bouwkundige werken) en Maria ElisabethDoetzen, geb. te Amsterdam [nh] op 8 mei 1815, EL, opzichter waterstaat; Gem. Adviseur in Bouwzaken Oud-Asst. Gemeente-Architect, ovl. te Amsterdam [nh] op 7 mrt 1907, begr. te Amsterdam [nh] op begraafplaats 'Huis te Vraag', grafnr. 2-G-36 op 9 mrt 1907, tr. te Amsterdam [nh] op 4 jan 1849 (Reg.1 fol. 8v).
Moeder: Maria AnnaBijlager, dr. van Joannes LudovicusBijlager (schuitenvoerder) en Herminavan der Heide, geb. te Amsterdam [nh] op 23 feb 1824, RK, ovl. te Amsterdam [nh] in het Maria Paviljoen op 17 feb 1913, begr. te Amsterdam [nh] op begraafplaats 'Huis te Vraag' grafnr. 2-G-36 op 19 feb 1913.
tr. te Haarlem [nh] op 21 nov 1895 (akte nr. 397) met
Maria Elisabeth SpringerMaria ElisabethSpringer, geb. te Groningen [gr] op 30 jan 1852, RK, ovl. te Amsterdam [nh] op 18 sep 1888.
Vader: WillemSpringer, zn. van WillemSpringer (timmerman, houtkoper (1817), aannemer van publieke bouwkundige werken) en Maria ElisabethDoetzen, geb. te Amsterdam [nh] op 8 mei 1815, EL, opzichter waterstaat; Gem. Adviseur in Bouwzaken Oud-Asst. Gemeente-Architect, ovl. te Amsterdam [nh] op 7 mrt 1907, begr. te Amsterdam [nh] op begraafplaats 'Huis te Vraag', grafnr. 2-G-36 op 9 mrt 1907, tr. te Amsterdam [nh] op 4 jan 1849 (Reg.1 fol. 8v).
Moeder: Maria AnnaBijlager, dr. van Joannes LudovicusBijlager (schuitenvoerder) en Herminavan der Heide, geb. te Amsterdam [nh] op 23 feb 1824, RK, ovl. te Amsterdam [nh] in het Maria Paviljoen op 17 feb 1913, begr. te Amsterdam [nh] op begraafplaats 'Huis te Vraag' grafnr. 2-G-36 op 19 feb 1913.
Dossier:
Jacobus Bernardus SpringerJacobus BernardusSpringer, geb. te Brielle [zh] op 1 aug 1854, RK, hoofopzichter, architect 1eklasse bij de gemeentewerken te Amsterdam, ovl. te Laren (Nh) [nh] op 3 feb 1922, begr. te Laren (Nh) [nh] Algemene Begraafplaats op 6 feb 1922.
Vader: WillemSpringer, zn. van WillemSpringer (timmerman, houtkoper (1817), aannemer van publieke bouwkundige werken) en Maria ElisabethDoetzen, geb. te Amsterdam [nh] op 8 mei 1815, EL, opzichter waterstaat; Gem. Adviseur in Bouwzaken Oud-Asst. Gemeente-Architect, ovl. te Amsterdam [nh] op 7 mrt 1907, begr. te Amsterdam [nh] op begraafplaats 'Huis te Vraag', grafnr. 2-G-36 op 9 mrt 1907, tr. te Amsterdam [nh] op 4 jan 1849 (Reg.1 fol. 8v).
Moeder: Maria AnnaBijlager, dr. van Joannes LudovicusBijlager (schuitenvoerder) en Herminavan der Heide, geb. te Amsterdam [nh] op 23 feb 1824, RK, ovl. te Amsterdam [nh] in het Maria Paviljoen op 17 feb 1913, begr. te Amsterdam [nh] op begraafplaats 'Huis te Vraag' grafnr. 2-G-36 op 19 feb 1913.
Dossier:
Johanna Jacoba StoelJohanna JacobaStoel, geb. te Haarlem [nh] op 20 okt 1860, ovl. te Bloemendaal [nh] op 1 feb 1924, begr. te Den Haag [zh] begraafplaats 'Eik en Duinen' op 5 feb 1924.
tr. te Haarlem [nh] op 21 nov 1895 (akte nr. 397) met
Joannes Ludovicus (Jan)Springer, zn. van WillemSpringer (opzichter waterstaat; Gem. Adviseur in Bouwzaken) en Maria AnnaBijlager, geb. te Groningen [gr] op 27 jan 1850, RK, architect, ovl. te Den Haag [zh] op 28 mei 1915, begr. te Den Haag [zh] Begraafplaats 'Oud Eik en Duinen' op 1 jun 1915.
Opmerkingen Joannes Ludovicus (Jan)Springer. afb1.jpg/GDPim$]. Bron: WikipediA. Johannes Ludovicus (Jan) Springer (Groningen, 27 januari 1850 – Den Haag, 28 mei 1915) was een Nederlands architect. Hij speelde een belangrijke rol in de totstandkoming van het architectuurgenootschap Architectura et Amicitia en was van 1906 tot zijn dood directeur van de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag. Levensloop. Springer was zoon van assistent-stadsarchitect van Amsterdam, Willem Springer. Hij maakte al op jonge leeftijd naam als architect. In 1869 werd hij lid van de Amsterdamse architectuurvereniging Architectura et Amicitia, niet lang daarna, in 1871, werd hij secretaris en in 1876 voorzitter. Tijdens zijn zestien jaar lange voorzitterschap vormde hij A et A om van een vriendschappelijk onderonsje van met name Amsterdamse architecten tot een landelijke organisatie met een merkbare invloed op de ontwikkeling van de architectuur. De belangrijkste gebeurtenis in dit proces was de reorganisatitie in 1882 waarin A et A werd omgevormd tot een genootschap. Het jaar daarop werd een al bestaand bouwkunde-tijdschrift, De Opmerker, het orgaan van A et A. Om het grote publiek kennis te laten nemen van de activiteiten van A et A organiseerde Springer talloze tentoonstellingen en voordrachten. Springer was hierdoor een vooraanstaande figuur in de Nederlandse bouwwereld. Jan Springer. Alternatief Beursontwerp. 1888. In 1888 kreeg hij opdracht van de Amsterdamse Kamer van Koophandel, bij hoofde van A.W. Krasnapolsky, een koopmansbeurs te ontwerpen (zie Beurs van Berlage). De ondernemers hadden namelijk grote bezwaren tegen het ontwerp van gemeentearchitect A.W. Weissman dat het jaar daarvoor door het college van B & W aan de raad was voorgedragen en wilden een einde maken aan de sinds 1882 slepende beurskwestie, temeer vanwege de gehate beursbelasting, die de handelaren vanaf dat jaar moesten betalen. De door Krasnapolsky voorgestelde beurs moest gefinancierd worden 'uit particuliere middelen en uit de opbrengst der entree's [..] en die der huren van winkels, kantoren, monsterzalen enz.'. Krasnapolsky's zeer serieuze request werd op 16 februari 1888 samen met het ontwerp van Springer naar de raad gestuurd.[1] De bezwaren van de KvK tegen het gemeenteplan werden echter op 22 februari door het college weerlegd,[2] maar de raad dwong het college niet lang daarna nog eens goed naar dit plan te kijken.[3]. Omstreeks 1890 veranderde zijn positie binnen A et A echter. Er stond een nieuwe generatie architecten op, die onder invloed van P.J.H. Cuypers probeerde nieuwe kunstbegrippen te propageren. Springer voelde dit aan en trad in 1892 af als voorzitter. Ook het vak van architect schonk hem steeds minder voldoening. Hoe begaafd hij ook was als ontwerper, hij had een totaal gebrek aan talent voor zaken doen en was daarom niet in staat zichzelf als zelfstandig architect te vestigen, laat staan leiding te geven aan een architectenbureau. Hij verhuisde naar Den Haag, waar hij van 1906 tot aan zijn dood directeur was van de tekenacademie. Desondanks heeft hij in Amsterdam een aantal indrukwekkende gebouwen achtergelaten. Ook ontwierp hij verschillende feestdecoraties, zoals die van het genootschapsfeest in 1884 in Maison Stroucken, de monumentale Damversiering ter gelegenheid van de 70e verjaardag van koning Willem III en de Fancy fair in 1887 in het Paleis voor Volksvlijt. Op 1 juni 1915 werd hij in het bijzijn van o.a. A et A-voorzitter Paul de Jongh en zijn oud-vrienden Henri Evers, J.A. van Voorthuysen, K. Sluyterman, Jonas Ingenohl en E. Stark begraven op kerkhof Oud Eik en Duinen in Den Haag. Enkele werken:. Kweekschool voor de Zeevaart, Prins Hendrikkade, Amsterdam. Huis Nierop, Amsterdam. Stadsschouwburg, Amsterdam. Noten:. 1. H.G. Jansen en A. Reyding (18 februari 1888) 'Bij de platen', De Opmerker, 23e jaargang, nummer 7, pp. 49-50. Zie TU Delft scan 1 en scan 2. 2. Anoniem (25 februari 1888) 'Uit den Amsterdamschen gemeenteraad', De Opmerker, 23e jaargang, nummer 8, pp. 59-61. Zie TU Delft scan 1 en scan 2. 3. H. G. J. (3 maart 1888) 'De beurs', De Opmerker, 23e jaargang, nummer 9, p. 70. Zie scan TU Delft.
Leopoldus Josephus HermanLeopoldus JosephusHerman, geb. te Saint-Josse-ten-Noode [vb, België] in 1863, bouwkundige, begr. te Amsterdam [nh] op begraafplaats 'Huis te Vraag' grafnr. 2-G-36 op 1 feb 1937.
Opmerkingen Leopoldus JosephusHerman. Sint-Joost-ten-Node (Frans: Saint-Josse-ten-Noode) of kortweg Sint-Joost is een plaats en gemeente in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, ingesloten tussen Brussel-stad en Schaarbeek.
Anna Susanna (Suze)Springer, dr. van WillemSpringer (opzichter waterstaat; Gem. Adviseur in Bouwzaken) en Maria AnnaBijlager, geb. te Amsterdam [nh] op 30 sep 1858, RK, begr. te Amsterdam [nh] op begraafplaats 'Huis te Vraag' grafnr. 2-G-36 op 18 dec 1937.