tr. te Groningen [gr] op 27 dec 1724
met
Wolter ten Cate, zn. van Hendrik ten Cate (bakker, linnenreder te Hengelo) en Jenneken Woltersdr Muller,
geb. te Hengelo [ov] op 28 aug 1701,
linnenreder en leraar der doopsgezinden te Hengelo en Borne,
ovl. te Hengelo [ov] op 8 aug 1796 (Het Nieuws van den Dag 3 feb 1896) Fam. adv. coll. CBG, Ten Cate, blz. 1: Door langzaam verval van Kragten overleed onzen waar-/ den Oom Wolter ten Cate, heden namiddag 4 uuren,/ in den hoogen ouderdom van byna 95 Jaaren. Geeven hiervan/ door deezen aan alle zyne en onze Vrienden en Bekenden kennis./ Mattheus ten Cate./ Benjamin ter Horst./ Steven Dyk./ Hengelo,/ den 8 Augustus,/ 1796.
***
Ter gelegenheid van zijn 100ste sterfdag het volgende krantenbericht:
Uit: Nieuws van den Dag van Maandag 3 Februari 1896. 5e blad, blz. 18
WOLTER TEN CATE.
Uit Hengeloo (O.) schrijft men ons: Dit jaar zal het juist eene eeuw geleden zijn, dat het Overijselsche Hengeloo een zijner verdienstelijkste burgers verloor, den Doopsgezinden predikant Wolter ten Cate (geb. 1701, overl. 1796), die door zijne tijdgenooten aldaar „Wolter-oom" genoemd werd, een naam, die getuigt van de liefde en achting, welke zij hem toedroegen. Die liefde en achting heeft Wolter ten Cate dan ook ruimschoots verdiend, want veel heeft Hengeloo (O.) aan hem te danken. Hij was het, die aldaar de damastweverij invoerde. (Thans bestaat daar nog de damastweverij van den Heer H. ten Cate Mzn.) Ook wist hij de ingezetenen er toe te brengen zich toe te leggen op het weven van bonte katoenen stoffen, naderhand algemeen bekend onder den naam van „Hengelo's bont." De invoering van deze industrie is voor Hengeloo een weldaad geweest. Honderden huisgezinnen hebben daarin een bestaan gevonden; de bloei der plaats werd voor tientallen van jaren daardoor verzekerd. Vooral na de afscheiding van België (1830) heeft de katoenindustrie zich er snel uitgebreid. Voor 1830 leverde België bijna alle calicots en manufacturen voor onze koloniën. Na den opstand richtte de Nederlandsche Handelmaatschappij het oog op Twenthe, en het bleek al spoedig, dat men daar, niettegenstaande de vermindering en opheffing van de beschermende rechten in Indië en ofschoon de Belgen luide de ongeschiktheid der Nederlanders op industrieel gebied predikten, de mededinging met Engeland glansrijk kon volhouden. Ook Hengeloo's katoenindustrie ging na dien tijd snel vooruit en is thans nog het hoofdmiddel van bestaan. Verder stichtte „Wolter-oom" in Hengeloo eene kerk en pastorie voor de Doopsgezinden; ook was hij de stichter van de Doopsgezinde Gemeente te Borne. Voor de armen heeft hij zich in het bijzonder verdienstelijk gemaakt. Door zijne bemoeiingen kwam eene armenbedeeling tot stand, de nog bestaande „Armenbus"; door eene ruime geldelijke bjjdrage, heeft de edele oprichter de inkomsten dier inrichting ook voor het vervolg verzekerd. Zoo werd Wolter ten Cate, èn door zijne werkzaamheid op maatschappelijk gebied èn door zijne edele hoedanigheden als mensch, de helper en raadsman zijner plaatsgenooten, een zegen voor zijn dorp, een man, wiens nagedachtenis nog ïn dankbare herinnering voortleeft. Het in olieverf geschilderde portret van Wolter ten Cate is thans in het bezit van den Heer H. ten Cate Mzn, te Hengeloo (O.). Mr. B. W. A. E. Sloet tot Oldhuis vervaardigde op zijne beeltenis het volgende gedichtje: Op de beeltenis van Wolter ten Cate. Wie burgerdeugd vereert en menschenmin te gader, Aanschouw' met eerbied 't beeld van dezen acht'bren vader! Zijn schrander wikkend brein schiep bronnen van bestaan; Zijn voorbeeld spoorde staag tot orde en ijver aan. En daarbij verder zag, dan de eeuw, die hem zag leven, Zal Wolter-oom nog lang op veler tongen zweven. Een van Hengeloo's straten is naar Wolter ten Cate genoemd.
Opmerkingen Wolter ten Cate.
Over Wolter ten Cate werd reeds vrij uitvoerig bericht in de Bornse genealogie op de pgs. 80-83 en noot 125 op pag. 258. Op pag. 268 wordt daarin een korte stamreeks afgedrukt, waarin de later fout gebleken vermelding voorkomt, dat de Groningse takken van de doopsgezinde familie ten Cate zouden afstammen van broeders van Wolter ten Cate. De Conclusie was indertijd het gevolg geweest van een bericht van Ds. G. Heeringa in zijn "Uit het verleden der Doopsgezinden in Twente", Borne - 1927, blz. 136, waarin hij schrijft: "..Nauwelijks negentien jaar oud, zet Wolter ten Cate de onbeduidende fabriek van zijn ouders voort en neemt hij hunne wevers over, benevens die van zijn broeder Gerrit, die naar Groningen was gegaan om zich daar aan de landbouw te wijden..". Dat laatste bleek later slechts gedeeltelijk waar te zijn geweest. Wolter's oudste broer Gerrit (die volgens de Bijbelse voorschriften van het Leviraatshuwelijk de voornaam van de overleden eerste man van zijn moeder droeg) was wel naar (Stad) Groningen gegaan, maar hij werd daar boekweitmulder. Eerst jaren later kocht hij in "De Marne" een boerderij aan, maar het is niet duidelijk of hij zich daarop aan de landbouw wijdde of dat de aankoop meer een geldbelegging of verlangen om buiten de stad te wonen betrof. Over Wolter ten Cate is veel geschreven, maar voor het overgrote deel zijn al deze berichten parafrases op een oud levensbericht over hem van de hand van de doopsgezinde predikant Barend Rusburg (zie: goors/hengelose genealogie, bijlage 1, blz. 121-130). In het op het GA A'dam bewaarde archief van het oude doopsgezinde handelshuis De Neufville bevinden zich een aantal brieven, die Wolter ten Cate rond het midden der 18e eeuw schreef. Zij worden uitvoerig geanaliseerd in "Fabrikeurs en textielzaken omstreeks 1750" door P.G. Poot (in de Textielhistorische Bijdragen nr. 5, blz. 21-ff, 33 en 44-ff). De brieven zijn gericht aan Jan Isaaksz de Neufville, dezelfde, waarmee in 1762 Josina Isaaksdr. ten Cate (zie: Almelose genealogie) trouwde en wier familiewapen afgebeeld staat als afbeelding nr. 8 ( blz. 18) in de Bornse genealogie:.
Hengelo Den Apr 1748.
D'Heeren Jan Is. De Neufville en Companje,.
Mijn Heeren, Dese ingevolge mijn laatste om UEd. kennis te geven, dat ik op heeden desen morgen, sijnde Saterdag, met adres an D"Heer Anthonij van Maurik hebbe afgesonden een pack en een kiste, daarin een partie lankgarens van 33 stuk en een partije kortgarens van 36 stuks, volgens deze inge-slooten notitiën, soo van't bepaalt ingestelt, dat ik daarvan geen kortinge of oncosten verwagte. Hoope en verwagte, dat het in prijs en deugt sal genoegen geven en soo een gront leggen, die met weedersijds genoegen lange mag gegaan worden. Dese partij kortgarens is voor het meerendeel nu breed gemaakt, gelijk UEd. eens versogt hebt ; sijn voor die selve XV (?) br. gestelt.
Als UEd. eens van een zwaarder partij lankgarens beliefde gedient te wesen kan UEd. die selve tegenwoordig soo swaar en goed geven, als se na mijn gedagten ooijt gemaakt sijn en in deser wegen ook so viel in prijs.
Houde mij met het eene en andere gerecommendeert ; sal in alles tragten te doen, dat moegelijk is en verblijve na vriendelijke groete, Mijn Heeren D.W. Wolter ten Cate.
N.B. De kiste en sakken daarin.
verwagte onder adres an Hanselaar.
tot Zwol weerom.
Een tweede brief, ditmaal van de Fa. Wolter & Jan ten Cate, maar van de hand van Wolter, luidt als volgt :.
Hengelo, Den 25 Jan: 1751.
Mijn heer,.
UEd. brief ontfangen en met leedweesen 't ongeluk met verblee-ken van de partij linnen gesien. Dog an die andere kante met liefde, dat het UEd. behaagt van een partij weeder te ordoneren dat ik UEd. tegens gestelde tijt wel kan besorgen, tenminste soo goed en goedcoop als het leste, schoon dat 1 stv. minder als voor desen geweest is, want het nieuwe vlas valt goed en levert meer als in die voorige jaren uijt. Hoope derhalven UEd. tot genoegen te bedienen en tot meerder incoop te beweegen, waarmeede onder vriendelijke groete en anbiedinge van onse dienst, blijve.
Mijn heer, Uw Dw. d.s. Wolter en Jan ten Cate.
N.B. Alsoo Moeder, een frou van bij die 77 jaaren, heeden overleeden is, soo is mijn antwoord een postdag versuijvert te Laaten toe Coomen.
Bij een brief van 20 Apr. 1754 staat weer een ander onderschrift (GA Amsterdam PA 88 (Archief Brants) inv.nr. 1219): "P.S. Ik hebbe een vogeltje, bij ons een goudvink genaamt, voor UEd. Soodra oekasij hebbe, sal die Stieren".
Behalve het schilderij, waarvan een afbeelding in dit boek voorkomt (de zelfde als in de Algem. genealogie op pag.80), is nog een tweede schilderij aanwezig op het Gemeentehuis van Hengelo, enige tijd geleden door de Doopsgezinde gemeente aldaar wegens sluiting der kerk geschonken, waarop Wolter ten Cate op de zelfde wijze staat afgebeeld, maar nu met de rollen textiel vóór zich, waarop hij, met een pen in de hand, leunend is weergegeven. Een derde schilderij, het minst fraaie, hangt in de Hengelose Oudheidkamer.
In "Het beuksken van Hengel" van E. ter Marsch (Hengelo,1976) staat nog over hem aangetekend op pgs. 7 & 8:.
"De 'Algemeene Armenbus' is wel de oudste instelling, die de plaats (d.i. Hengelo) kent. Wolter ten Cate, Doopsgezind fabrikant, gaf er den eersten stoot aan door een som te schenken tot oprichting dezer Armenbus, waaruit iedere arme in den winter turf en kleeren en later ook steenkolen kon krijgen. Het bestuur moest zijn samengesteld uit 9 leden, n.l. drie Doopsgezinden, drie Ned. Hervormden en drie Katholieken. De voorzitter moest iemand van de Doopsgezinde gemeente zijn. .. Wijlen de heer M. ten Cate Mzn. (bedoeld zal wel zijn H. ten Cate Mzn.?) heeft jarenlang het presidentschap tot groote tevredenheid waargenomen. Hij was een afstammeling van Wolter-Oom (?), zooals Wolter ten Cate in de wandeling genoemd werd. Naar dezen uitnemenden, eenvoudigen man is de Wolter ten Catestraat genoemd".
En op pag. 32 van het zelfde boekje lezen we nog:.
"Er waren in Hengelo twee brandspuiten met aanjagers. Elke spuit werd bediend door circa 60 man, allen vrijwilligers. De eene brandspuit was "de Menisten-spuit" en de andere "de dorps-spuit". De eerste was een geschenk van Wolter ten Cate..".
(Noot CLtC: Hier gebeurde dus het zelfde als in 1692 te Deventer, echter met een andere achtergrond: in Deventer werden twee brandspuiten (die daar nu nog in het museum "De Waag" te zien zijn!) door de Doopsgezinden aan de stad geschonken om zich vrij te kopen van deelname aan de, anders verplichte, burgerwacht (i.v.m. hun weerloosheids-opvattingen)).
Uit de archieven kwamen de volgende data over Wolter ten Cate aan het daglicht:.
a. Uit het archief der Oude Vlamingen te Groningen bleek, dat hij op 23 Nov. 1724 met attestatie uit Hengelo aldaar werd ingeschreven als lidmaat. Mogelijk heeft deze inschrijving iets met zijn huwelijk aldaar te maken gehad. Zijn terugboeking naar Hengelo werd niet gevonden;.
b. RA Zwolle: RA Landgericht Oldenzaal inv.nr. 179 (Register v/d 50ste penning) per 23 Apr.1757: "heeft Wolter ten Kate te Hengelo aangegeven, dat door't overlijden van zijn huisvrouw in dit jaar op hem is gedevolveert de halfscheid van een gedeelte hooijland, in de marke Hasselo gelegen en getaxeert op 175 gl.
c. ld. RA Landgericht Delden inv.nr. 75 per 28 Aug. 1771: Wolter ten Cate heeft van de erfgenamen van Jan Brouwer en Maria Ophuis een huis gekocht voor 458 gld.;.
d. ld. per 9 Nov. 1774: A. Hulshoff heeft voor 1.500 gld. een huis gekocht van Wolter en Jan ten Cate;.
e. ld. inv.nr. 20 per 13 Jan. 1779: Testament van Wolter ten Cate, voorzien van zijn zegel met monogram (afgebeeld in de Bornse genealogie als afb. nrs. 43 en 44 op pgs. 81 en 82). Het testament bevat geen bijzonderheden;.
f. ld. RA Stad Goor inv.nr. 10 per 5 Jan. 1788: Dr. Wilhelm Jalink met Stijntje ten Cate (VIl,1) zijn 1.500 gld. schuldig aan Anneken Stevensdr. ten Cate in Goor (Vg,5). De heren Wolter en Jan ten Cate nemen deze vordering over;.
g. ld. RA Landgericht Delden inv.nr. 15 per 8 Jul. 1791: Wolter en Jan ten Cate dragen het erve "Het Nijhof" over aan de Doopsgezinde gemeente van Hengelo;.
h. ld. RA Landgericht Oldenzaal inv.nr. 180 per 17 Aug. 1791: Geeft Wolter ten Cate aan het versterf van desselfs broeder Jan ten Cate, overleden den 17 Julij 1791', waardoor aan hem is vererft de tiende uit "Engberink" onder Hasselo, leenhorig aan dese provincie, met verzoek van registratie;.
I. ld. RA Landgericht Delden inv.nr. 76 per 17 Aug. 1791: geeft de heer Wolter ten Cate aan in't collateraal het versterf van zijn broeder Jan ten Cate, overleden den 17 Julij 1791 en waardoor op hem zijn vererfd de volgende goederen:.
a. Het halve Tijshuis, met eenige hofgrond, waarvan de wederhelft toebehoort of bewoond wordt door Fredrik Leusink en zijn broeder, het halve huijsjen, met eenige hofgrond, thans bewoonde wordende door Marijken ten Cate (zijn zuster, VIg) en gelegen naast het huijs van Arend Hulshoff;.
b. De halve schuir of werkhuijs met hetgeen er verder bijgetimmert is, staande op den grond, die in erfpagt word gehouden van den huize Hengelo;.
c. De halfscheid van vijf achtste parten van een half huijs en hof, gelegen tussen de behuijsinge van Laurens Nieënhuijs en Jan Snuijverink;.
j. ld. RA Landgericht Oldenzaal inv.nr. 180 per 11 Feb. 1792: heeft Procureur J.B.Auffmort namens Wolter ten Cate te Hengelo aangegeven, dat hij, Ten Cate voornt. op den 8 Oktober 1791 van de gebroederen Berend en Willem Bussemaker gekogt heeft een stukjen bouwland, gelegen in het Geint onder den gerigte van Oldenzaal voor vijftig gld. en 10 stv.;.
k. ld. RA Landgericht Delden inv.nr. 76 per 30 Okt. 1792: Jan Pol Hendriksz. geeft aan gekogt te hebben op den 25 Sep. laastleden van Wolter ten Cate een huijs en hof, gelegen in Hengelo naast het huijs van Arend Hulshoff voor een somma van 450 gld.;.
l. ld. per 13 Oct. 1792 : B. ter Horst geeft aan gekogt te hebben van sijn oom Wolter ten Cate een half huijs met de daarbij gehorende hofgrond voor een somma van 300 gld.;.
m. ld. per 26 Aug. 1793: geeft Salomon Nathan aan, dat hij op den 1 Aug. heeft gekogt van Steven Dijk een half huijs en bijgelegen grond binnen Hengelo, naast het huijs van Wolter ten Cate voor een somma vrij geld van 600 gld ;.
n. ld. per 21 Dec. 1793 geeft Steven Dijk aan gisteren gekogt te hebben van Wolter ten Cate een stuk hooijland, de Paalmaate genaamt, gelegen voor een gedeelte in het gerigte Delden, marke Woolde en het andere gedeelte in gerigte Oldenzaal, marke Hassel, en wel in specie dat gedeelte, welk in het gerigt van Delden behoord, voor de somma van honderd vijftig gul. vrij geld;.
o. ld. Landgericht Oldenzaal inv.nr. 180 per 24 Dec. 1793: Steeven Dijk geeft aan gekogt te hebben op den 20 December laatstleden van Wolter ten Cate een stuck hooiland, de Paalmaate genaamt, voor een gedeelte in de gerigte van Delden en het andere gedeelte in het gerigt van Oldenzaal, markte Hasselo en wel in specie dat gedeelte, welke in het gerigte Oldenzaal behoort, voor de somma van 250 gld.;.
p. ld. RA Landgericht Delden inv.nr. 76 per 31 Mei 1794 : Steven Dijk geeft aan op den 17 April 1794 gekogt te hebben van Wolter ten Cate een huijs en bijgelegen spijker of garenhuijs, zo door hem zelfs bewoond wordt, alsmede zijn behuijsinge, zo wijlen zijn broeder Jan ten Cate bewoond heeft en thans bewoond wordt door Gerrit Dijk, met der selver agter- en bijgelegen gronden, waarvan de grond in erfpagt is van den huijse Hengelo, alsmede nóg een huijsjen tegenoverstaande dat van wijlen Jan ten Cate , eertijds bewoond door Jan Brouwer en verder, gelijk nader in den koopbrief gemeld Is, alle gelegen binnen Hengelo, voor de somma van vier duijsent zes hondert gulden;.
q. ld. per 19 Dec. 1794: geeft E.Walkate en Jenneken Rekers aan, dat op den vierden deser van Wolter en Jan ten Cate gekogt heeft een half huijs met de daarbij behorende hofgrond, gelegen in Hengelo, voor een somma van vierhonderd gulden;.
r. ld. RA Landgericht Delden inv.nr. 15 per 16 Sep. 1796: Mattheus ten Cate (VIIg), Jenneken ter Horst (VIh, 2) en Jenneken Berends ten Cate (VIIe), huisvrouw van Steven Dijk, allen erfgenamen van Wolter ten Cate, verkopen aan Steven Dijk en zijn vrouw Jenneken Berends ten Cate (VIIe) te Hengelo een huis met spijker of garenhuisje, laatst bewoond door burger Wolter ten Cate, alsmede het huis, bij desselfs overleden broeder Jan ten Cate bewoond geweest, met alle gronden, enz. gelegen binnen Hengelo bij de Brugge, daar men na Oldenzaal vaart, voor 4.600 gld.;.
s. ld. RA Richterambt Enschede inv.nr. 23 per 7 Sep. 1796:.
"Ik W.P.C. Greve, Rigter des Lands Gerigts Endscheide, doe kond en certificeeren hiermeede dat voor mij en Ceurnooten, die waren G. Robers en J.H. Kwekkeboom, persoonlijk in den gezegden Gerigte gecompareerd zijn: M. ten Cate; Benjamin ter Horst, in dezen caveerende voor zijn vrouw Jenneken ter Horst en Jan Pol;.
de eersten als Erfgenamen en den laasten als Executeur van het Testament van wijlen Wolter ten Cate. Welke Comparanten verklaarden van Steven Dijk en zijn huysvrouw J.B. ten Cate ontvangen te hebben een somma twee honderd vijf en zeventig guld, zegge f. 275.-, strekkende in voldoeninge der volle Cooppenningen van de helvt van een stuk gaardenland, Den Bongerd genaamd, met desselfs visserije daarnaast, waarvan de wederhelft behoord aan Hendrik van Diepen, kennelijk gelegen in Dryne, zoo gemelden wijlen Wolter ten Cate aan aankooperen volgens coopcedulle van 1 October 1792 (guo relatio) verkogt heeft, doende zij, comparanten in hunne qualiteit daarvan niet alleen bij deezen quiteeren, maar ook het gemelde perceel aan aankooperen cedeeren en transporteeren in en door dezen, met belofte van vrijwaringe voor alle eventueele op- en aanspraake en wijder verband als regten.
In kennisse van waarheid heb ik, Rigter voorn, dezen origineelen briev van Gerigtsweegen, benevens Comparanten geteekend en gezegeld.
Actum Endscheide den 7 September 1796.
Was getekend en gezegeld,.
L.S. W.P.C. Greve, Rigter.
L.S. M. ten Cate.
L.S. Benjamin ter Horst.
L.S. Jan Pol.
Concordat cum originali.
W.P.C. Greve.
Rigter.
t. ld. RA Landgericht Delden inv.nr. 15 per 18 Nov. 1796: De burger Mattheus ten Cate, de burgeresse Jenneken ter Horst, huisvrouw van Benjamin ter Horst en de burger Jan Pol, executeurs van het testament van Woiter ten Cate, delen drie obligaties van 1.000 gld. elk toe aan Jenneken Berends ten Cate en Steven Dijk.
RA Zwolle: ORA Richterambt Enschede, inv. nr. 85 (Protocol 50ste Penning 1732-1752), per 1 december 1735: Heeft Wolter ten Cate van Hengelo ingevolge toegezonden koopbrief en quitantie de dato den 23 october 1735 laeten aengeven en bekent maken dat hij van sijn broeder Gerrit ten Cate heeft aen sig gekogt het halve land en visserije met al dat daer aen en toebehoort gelegen naest of agter die soogenaamde Ripperdaar mate voor ƒ 150.-.-.
stam-goh175. | Het Nieuws van den Dag (stam-goh175), Type: krantenartikel, bladnr.: 5, blz.: 18, plaats: Amsterdam [nh], datum: 3 feb 1896 |
relatie
met
Reineken Jansdr van Delden,
geb. te Deventer [ov] op 30 nov 1677,
ovl. te Groningen [gr] op 5 jun 1754.
Opmerkingen Jan Dijk en Reineken van Delden
Vlg. Het geslacht Van Delden (Das geslecht Van Delden), nakomelingen van Berend van Delden, die in de XVIde eeuw te Deventer leefde, samengesteld in 1951/1952 door P. Moussault te Laren (NH) e.a. Uitgeverij P. Moussault - Laren (NH) 1954, gen. IV.1.1. blz. 124-125, trouwen zij te Deventer op 6 maart 1712. Uit dit huwelijk worden te Groningen vier kinderen geboren : a. Jan 13 dec. 1712; b. Aaltje, geb. 22 mei 1714; c. Fennigje 11 mrt. 1716; d. Geertruid, 2 okt. 1717.
De geboorte van een dochter Tjilke ca. 1700 wordt niet vermeld. Zij moet dan trouwens ver voor het huwelijk van haar ouders geboren zijn, of het opgegeven huwelijk van haar ouders te Deventer klopt niet.
Uit deze relatie één dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Tjilke | *1700 | Deventer [ov] | †1757 | Groningen [gr] | 57 | 1 | 0 |
relatie
met
Jan Pietersz. Dijk (Dijck),
geb. vermoedelijk te Groningen [gr] op 16 sep 1671,
ovl. te Groningen [gr] op 15 mei 1719.
Opmerkingen Jan Dijk en Reineken van Delden
Vlg. Het geslacht Van Delden (Das geslecht Van Delden), nakomelingen van Berend van Delden, die in de XVIde eeuw te Deventer leefde, samengesteld in 1951/1952 door P. Moussault te Laren (NH) e.a. Uitgeverij P. Moussault - Laren (NH) 1954, gen. IV.1.1. blz. 124-125, trouwen zij te Deventer op 6 maart 1712. Uit dit huwelijk worden te Groningen vier kinderen geboren : a. Jan 13 dec. 1712; b. Aaltje, geb. 22 mei 1714; c. Fennigje 11 mrt. 1716; d. Geertruid, 2 okt. 1717.
De geboorte van een dochter Tjilke ca. 1700 wordt niet vermeld. Zij moet dan trouwens ver voor het huwelijk van haar ouders geboren zijn, of het opgegeven huwelijk van haar ouders te Deventer klopt niet.
Uit deze relatie één dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Tjilke | *1700 | Groningen [gr] | †1757 | Groningen [gr] | 57 | 1 | 0 |
otr. te Hengelo [ov],
tr. te Borne [ov] op 6 jan 1758
met
Jan ten Cate, zn. van Hendrik ten Cate (bakker, linnenreder te Hengelo) en Jenneken Woltersdr Muller,
geb. te Hengelo [ov] op 17 jan 1712,
linnenfabrikeur en diaken der doopsgezinde gemeente van Hengelo (1741),
ovl. te Hengelo [ov] op 17 jul 1791.
Opmerkingen Jan ten Cate.
a. Uit: A.J. van der Aa: Biographisch woordenboek der Nederlanden, deel III, blz. 237: "Jan ten Cate, een jonger broeder van Wolter ten Cate, geboren te Hengelo , was de medehelper van zijnen evengenoemde broeder, die de plannen, door dezen met veel schranderheid bedacht en uitgevonden, met ijver en beleid ten uitvoer gebragt en meest in alle ondernemingen, zoo ter oprigting der fabrieken, als ter ondersteuning der gemeente te Hengelo, deelnam. Hij overleed voor zijnen broeder Wolter, als weduwnaar van zekere Jufvrouw Bussemaker, bij wie hij een kind verwekt had, dat mede voor hem ten grave daalde".
b. RA Zwol Ie: RA Landgericht Delden ïnv.nr. 75 per 30 Mrt.1764 : Benjamin Leverink heeft een half huis te Hengelo gekogt van Jan ten Cate voor een bedrag van 275 gld. ;.
c. ld. per 29 Okt. 1767: Adam Heukers heeft een vierde part van een huis gekocht van Jan ten Cate voor 140 gld.;.
d. ld. per 31 Dec. 1772: Sijbrant Bussemaker, Isaak Bussemaker, Jan Bussemaker en de twee kinderen van wijlen Hendrick Bussemaker geven aan het versterf van haar suster Anneken Bussemaker, overleden den 4den November 1772, bestaande in een vierde van een huis, daar Arend Hulshoff in woond, een vierde van een schuur tegensover Hulshoff, een vierde van een huisjen, door Marijken ten Cate bewoont, aan welke goederen door de overledene het vrugtgebruik gemaakt is aan haar man Jan ten Cate en in val Haar Ed. Mog. mogten verstaan, dat hij, weduwnaar, van dit vruchtgebruik moet betalen, in dien val hetselve mede aangevende;.
e. ld. per 30 Dec. 1774 Jan ten Cate van de erfgenamen van Gerrit Leusink gekogt een half huis en hoff voor 315 gld.;.
f. ld. per 3 Okt. 1777 geeft Fenneken Mollink, weduwe van wijlen Otto Bruins aan en maakt ten prothocolle van desen WelEd. landgerichte van Delden bekent, dat uit kragte van testamentaire dispositie, opgerigt bij haar schoonbroeder Gerrit Bruins in dato 15 April 1777 op haar vervallen en verstorven is de halfscheid van een gaarden met een stuk hooijland, genaamt "De Fransche Maate", gelegen in desen Weledelen gerichtr, boerschap Woolde, met sijne rechten en gerechtigheden, voor het geheel bij wijlen Gerrit Bruins met wijlen Otto Bruins en desselfs weduwe Fenneken Mol link in gemeenschap beseten en in pagt gebruikt wordende bij Jan ten Cate , dewelke op dese gaarden een woninge geset heeft en daar in woond, sulx den eigendom van de woninge aan Jan ten Cate toebehoort, enz.;.
g. ld- per 24 Dec. 1782 geven Jan ten Cate en de Weduwe Henr. ten Cate aan vijf achtste parten van een half huis en hoff, gelegen in Hengelo, angekogt van Henrick ten Cate den 2 Nov. 1782 voor 400 gld.;.
h. In de Transportboeken van Goor inv.nrs .8, 9 en 10 werden verder nog een viertal overdrachten van vast goed gevonden op de data 2 Dec. 1760, 1 Feb. 1762, 11 Dec. 1767 en 10 Mei 1768.
Op 17 Jul. 1754, 16 Sep. 1765 en 5 Jan. 1788 verstrekte hij daar een hypotheek.
Opmerkingen Jan ten Cate en Anneken Bussemaker
Uit dit huw. een jong overleden kind.
>
relatie
met
Uit deze relatie één dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Anneken | *1729 | †1772 | 43 | 1 | 0 |
relatie
met
Adam Hendriksz Bussemaker.
Uit deze relatie één dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Anneken | *1729 | †1772 | 43 | 1 | 0 |
tr. te Delden [ov] op 18 jun 1741
met
Jenneken ten Cate, dr. van Hendrik ten Cate (bakker, linnenreder te Hengelo) en Jenneken Woltersdr Muller,
geb. te Hengelo [ov] in 1715,
ovl. te Hengelo [ov] op 26 sep 1797 ten 22.30.
Uit dit huwelijk 3 kinderen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Berend | *1742 | Hengelo [ov] | †1760 | Hengelo [ov] | 17 | 0 | 0 |
2 | Jenneken | *1744 | Hengelo [ov] | Hengelo [ov] | 0 | 0 | ||
3 | Hendrik | *1746 | Hengelo [ov] | †1748 | Hengelo [ov] | 2 | 0 | 0 |
relatie
met
Aaltjen Jansdr. Nijhoff,
geb. circa 1680,
ovl. op 1 dec 1766.
Opmerkingen Aaltjen Jansdr. Nijhoff.
Aaltjen Nijhoff tr. 2e maal ca. 1725 met Hendrik Engbert overl. 7/8 maart 1777 Zie: Statenbijbel Abraham ter Horst: 1766 den 1 December is mijn moeder overleeden agchter myddag oudt 85 jaeren en omtrend 7 Maenden. Hend. Enghbert in hulijk geweest 41 Jaeren. Idem: 1777 den 7 Maert 's avons heeft onse styfvader hier an mijn huijs geweest en hebben doen om 8 Uer samen enige coppen coffij gedronken. Welgemoet om ½10 gaet hij, wel sijende, na huijs na de cijnderen van Hendr. Overbeek. Na wel sijn avondtmael gegeten te hebben na bet, na alle gedagchten om 12 Uer een lijk, niet eerder ontdekt als 's morgens, sijende den 8 Uer.
Uit deze relatie 3 kinderen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Hendrik | *1711 | †1740 | 29 | 1 | 3 | ||
2 | Anneken | *1713 | †1762 | 49 | 1 | 3 | ||
3 | Abraham | *1715 | †1778 | 63 | 1 | 3 |
relatie
met
Berend Jansz. ter Horst,
ovl. voor 1725.
Uit deze relatie 3 kinderen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Hendrik | *1711 | †1740 | 29 | 1 | 3 | ||
2 | Anneken | *1713 | †1762 | 49 | 1 | 3 | ||
3 | Abraham | *1715 | †1778 | 63 | 1 | 3 |
otr. te Hengelo [ov] op 19 nov 1757 met attest op Delden 17 dec. 1757 Idem: Trouwboekt richterambt Delden (gemeenten Ambt-Delden en Hengelo) 1733-1792 (81, origineel nr. 80). Betreft alleen Doopsgezinden: Delden 1757 den 18 Nov,
tr. (Schepenbank) te Delden [ov] op 17 dec 1758
met
Albertjen Jansdr. Cremer (verder onbekend),
tr. (1)
met Berend ten Cate, zn. van Hendrik ten Cate (bakker, linnenreder te Hengelo) en Jenneken Woltersdr Muller. Uit dit huwelijk één dochter.
Opmerkingen Albertjen Jansdr. Cremer.
RA Zwolle: RA Stad Goor inv. nr. 4 per 14 nov. 1771: Albertje Cremer, de wede van wijlen Herman ten Cate, is aanwezig bij het voorlezen van het testament van Hendrik Stevens ten Cate (prs. nr. 194) en zijn zuster Anneken Stevens ten Cate (prs. nr. 196). RA Landgericht Delden inv. nr. 15 per 9 jan. 1787: Albertje Cremer, wede van Herman ten Cate, mede als voogdes harer minderjarige kinderen Jan en Uda en voorts Berend ten Cate en Mr. Wilhelm Jalink en Stientje ten Cate allen erfgenamen van haar man Herman ten Cate, verkoopt haar halve huis naast dat van Mattheus ten Cate (STAM-BOR prs. nr. 520) en geeft daarop een hypotheek.
Opmerkingen Herman ten Cate en Albertjen Cremer
Herman ten Cate tr. met de wede van zijn neef Berend Hendriksz. ten Cate (prs. nr. 174).
Uit dit huwelijk 4 kinderen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Stephanie | *1759 | †1822 | 63 | 1 | 5 | ||
2 | Berend | *1760 | †1836 | 76 | 1 | 4 | ||
3 | Jan | *1763 | 0 | 0 | ||||
4 | Uda | *1765 | 1801 | 36 | 1 | 0 |
tr. vermoedelijk te Deventer [ov] circa 1720
met
Steven ten Cate, zn. van Arend ten Cate en Aaltjen Jansen,
geb. te Goor [ov] circa 1678,
grutter te Goor,
ovl. waarschijnlijk te Goor [ov] na 1748.
Opmerkingen Steven ten Cate.
a. Steven Arendsz ten Cate is waarschijnlijk eerder nog gehuwd geweest, met een nog niet achterhaalde vrouw, want het transportboek van Goor inv. nr. 3, vermeldt per 3 mrt. 1707, dat hij "met zijn vrouw" een huis met erf koopt in Goor, "tusschen Jan Jacobs Stromeyer en Hendrick Steenmetselaar". Deze vrouw zou dan overleden moeten zijn voor 1720.
b. RA Zwolle: RA Stad Goor inv.nr. 3 per 25 Feb.1713: Testament van Aaltjen Jansen, weduwe van Arend ten Cate (IVg). Erfgenamen zullen zijn haar kinderen Jenneken (IVg,4), Steffen (Vg), Hendrik (Vh) en haar dochters kind Geertruid ten Cate (Vi,4) i.p.v. haar overleden moeder Geertjen Arends ten Cate;.
c. GA Goor inv.nr. 100 (Register v/d 1.000ste penning van 1716): Steven ten Cate wordt aangeslagen voor een bezit van 1.500 gld.;.
d. RA ZwolIe: RA Stad Goor inv. nr. 3 per 28 Aug. 1721: Boedel verdeling tussen Hendrik Arendsz. ten Cate (Vh) bij zijn hertrouwen met Hendrikjen Egberts (Braams) en zijn kinderen uit zijn eerste huwelijk met Stijntje Meinderts, t.w. Jenneken, Geertjen en Fenneken Hendriks ten Cate. Hun oom Steven ten Cate en neef Jan Roelofs ten Cate worden tot voogden ("mombers") aangesteld e. ld. per 6 Sep. 1725: In het testament van Jenneken ten Cate, echtgenote van Teunis Jansz. Pol (IVg,4) wordt o.m. haar broer Steven Arendsz. ten Cate tot mede-erfgenaam opgegeven;.
f. ld. per 31 Dec. 1727: Steven Arends ten Cate koopt een stuk grond, dat gelegen is in 't Laer, voor 300 gld. van Hendrik Cuiper;.
g. ld. per 18 Jan. 1731: Steffen Arends ten Cate treedt op als gemachtigde van de Ed. Steffen Teunis ten Cate (IVk,3) met Geesken Arends ten Cate (IVg,2) bij een verkoop van grond in Goor;.
h. ld. per 24 Jul. 1732: Er wordt een huis in Goor verkocht "tusschen de behuysingen van Conraed ter Swaeke en de grutter Steffen ten Cate", uit welke akte wij op deze wijze zijn beroep leren kennen;.
i. ld. inv.nr. 53 (Register v/d 50ste penning) per 14 Jul. 1738: Berend ten Cate (IVf,4) koopt "De halve Koppel" van Steven Arendsz. ten Cate voor een bedrag van 250 gld.;.
j. ld. inv.nr. 8 per 24 Okt. 1743: Er wordt grond verkocht "tusschen 't land van Berend ten Cate en van Steffen Arents ten Cate;.
k. GA Goor inv. nr. 107 (Volkstelling van 1748 van Goor): Hierin worden o.m. genoemd: "Steven ten Cate met Udeken Herms, met als onvolwassen kinderen: Hermen, Anneken en Berend.
Bij de laatste staat vermeld, dat hij op dat ogenblik in Deventer logeert;.
l. GA Goor inv. nr. 107 (Schoorsteenregister van 1752): Hij wordt vermeld, als wonend in een huis met twee schoorstenen.
Uit dit huwelijk 6 kinderen:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Arend | *1722 | Goor [ov] | †1769 | Goor [ov] | 47 | 0 | 0 |
2 | Aaltjen | *1724 | Goor [ov] | †1771 | Goor [ov] | 47 | 0 | 0 |
3 | Hendrik | *1726 | Goor [ov] | †1779 | Goor [ov] | 53 | 0 | 0 |
4 | Herman | *1728 | Goor [ov] | †1773 | Goor [ov] | 45 | 1 | 4 |
5 | Anneken | *1730 | Goor [ov] | †1784 | Goor [ov] | 54 | 0 | 0 |
6 | Berend | *1732 | Goor [ov] | †1755 | Goor [ov] | 23 | 0 | 0 |
relatie
met
Anneken ten Cate,
geb. te Borne [ov] circa 1635,
ovl. te Deventer [ov] tussen okt 1696 en 1702.
Opmerkingen Anneken ten Cate.
Zie voor haar voorgeslacht de Bornse genealogie (STAM-BOR prs. nr. 129).
Uit deze relatie één dochter:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Oedeken | *1675 | Borne [ov] | Deventer [ov] | 1 | 6 |